Megalopolis

Floppen met een visie

Megalopolis

Francis Ford Coppola’s Megalopolis is de meest fascinerende film van het jaar: een frustrerende chaos, maar toch ook ontzagwekkend visionair.

Een leeg document is voor een recensent meestal een schrikbeeld, maar na het zien van Francis Ford Coppola’s Megalopolis lijkt het bijna een ontsnappingsroute. Want welke kant moeten we in vredesnaam op met deze film, een ervaring zo onvergetelijk, frustrerend en ongrijpbaar dat het haast onmogelijk lijkt om er iets zinnigs over te zeggen?

Goed, een paar zaken weten we natuurlijk. We weten dat Coppola een miljoentje of 120 uit zijn eigen (wijn)vermogen in de film stak, we weten dat Aubrey Plaza een journalist speelt die Wow Platinum heet en we weten dat de film draait om architect Cesar Catalina (Adam Driver), die een megalomaan plan heeft voor een utopische stad waar iedereen vredig samenleeft. Dat laatste is een sterk contrast met New Rome, de republiek waarin Cesar nu leeft en die een soort moderne versie is van het Romeinse Rijk, maar dan in een futuristisch New York.

Zijn visionaire plannen stuiten op weerstand, onder meer bij burgemeester Cicero (Giancarlo Esposito) en een geile opa (Jon Voight) met net iets te veel politieke en financiële invloed én rebelse familieleden. Voor hen is de visionaire Cesar een man om te wantrouwen: zijn visie bedreigt immers de macht.

Toevallig is die thematiek niet: zelf liep Coppola ook ruim veertig jaar rond met het visionaire idee voor zijn film over de ‘stad van de toekomst’. Maar het project kwam nooit van de grond: te duur en niet commercieel aantrekkelijk. Omdat de finish inmiddels nadert voor de legendarische filmmaker (Coppola is 85), besloot hij de boel zelf maar te financieren. De dromer moet en zal zijn droom verkondigen, of de wereld daar nu oren naar heeft of niet.

Het heeft zonder twijfel geresulteerd in iets unieks: Megalopolis is de wonderlijkste filmkoortsdroom die we in jaren zagen. Hoofdrolspeler Adam Driver is daarbij een perfecte stand-in voor Coppola zelf, als de visionair die weet dat de huidige samenleving op zijn laatste benen loopt.

Maar hoe groter de visie, hoe groter doorgaans ook de potentiële chaos – zowel in New Rome als in de film zelf. Coppola wil zo veel dingen kwijt in zijn film (van de republiek die op zijn laatste benen loopt tot corruptie, nieuw familiegeluk en de lijdensweg van een genie) dat Megalopolis alle kanten op schiet, in personages, dialogen, beeldtaal en acteerwerk.

Dat kan al snel afschrikken, maar fascinerend is het zeker. Al was het maar omdat elke acteur in zijn of haar eigen film lijkt te spelen: Plaza in een hitsige sekskomedie, Driver in een Oppenheimer-achtig epos over een Grote Man, Esposito in een politieke thriller en Laurence Fishburne (die de rechterhand van Cesar speelt én de voice-over verzorgt) in een Shakespeareaans drama. Daartussendoor lopen nog grote namen als Dustin Hoffman en Jason Schwartzman rond, die de film gaandeweg lijkt te vergeten. Chaos is ook sterk voelbaar in de dialogen (soms ontroerend, vaak tegen het tenenkrommende aan).

Nieuwsgierigheid
Toch zou het te makkelijk zijn om deze glorieuze chaos zomaar af te doen als een mislukking. Onwillekeurig dwaalden mijn gedachten tijdens het zien van Megalopolis af naar een geflopt televisieprogramma waar – buiten mij – niemand ooit nog aan terugdenkt: het SBS6-programma Avastars, een talentenjacht die in 2023 kortstondig te zien was. Daarin werden met motion capture ‘virtuele supertalenten’ gecreëerd door professionele zangers en dansers.

Het programma werd een gigantische flop, met dramatische kijkcijfers en vernietigende kritieken. En toch had die maffe hologrammenparade ook iets ontzagwekkends, juist omdat het wist te verbluffen met een interessante, maar ook absurde en imperfect uitgevoerde visie. Avastars leerde me – juist in een tv-wereld waar originaliteit het vaak verliest van eindeloze variaties op bestaande succesnummers – dat een mislukte visie altijd nog interessanter is dan het zoveelste risicoloze voortborduursel op dat wat al bestaat.

Dat gevoel overheerst bij Megalopolis: het eindresultaat is weliswaar een behoorlijk imperfecte mengelmoes van thema’s, ideeën en stijlen, maar Coppola weet toch ontzag te wekken voor zijn compromisloze visie. Ook in Megalopolis wint de dromer uiteindelijk door consequent zijn droom te blijven vertellen, juist aan de mensen die er niet naar willen luisteren. Misschien is dat wat Megalopolis is: het verslag van een decennialange droom die zich nooit heeft laten vervolmaken.

Dat resulteert in een incoherente puinhoop, maar wel één die barst van nieuwsgierigheid naar wat de toekomst brengt, naar nieuwe manieren van (samen)leven en naar wat er zou gebeuren als er wél geluisterd werd naar visionairs. Naar Coppola werd en wordt in het geval van Megalopolis waarschijnlijk te weinig geluisterd, omdat zijn film te onevenwichtig, raar en polariserend is. Maar laat de dromers in vredesnaam hun dromen blijven navertellen, want als de visielozen winnen, wordt het wel erg moeilijk om nog iets van een horizon te zien.