ASSHAK, TALES FROM THE SAHARA

Eer en schaamte

  • Datum 08-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Asshak, Tales from the Sahara
  • Regie
    Ulrike Koch
    Te zien vanaf
    01-01-2004
    Land
    Zwitserland/Duitsland/Nederland
  • Deel dit artikel

Voor de langverwachte opvolger van filmhuishit Die Salzmänner von Tibet trok etnoloog Ulrike Koch naar de Sahara, van het hart van het boeddhisme naar een onbekende traditie van de islam. Daar trof zij in de verhalenvertellende Toeareg een van oudsher geëmancipeerd volk, dat net als haar documentaire de waarheid belangrijker vindt dan de werkelijkheid.

Er bestaat een woestijn in de woestijn, vertelt de Verhalenverteller in Ulrike Kochs Asshak, tales from the Sahara. Ergens ver verscholen in de uitgestrekte zandvlaktes van de Sahara ligt Ténéré, de woestijn der eenzaamheid en daarin verborgen ligt de verloren oase Gewas, die daar verstopt is door de Djinn, de alomtegenwoordige soms gevaarlijke, vaker plagerige woestijngeest.
Er worden wel meer van dit soort voor-mythische verhalen verteld in Kochs nieuwste film na het enorme arthousesucces Die Salzmänner von Tibet (1997). Veel meer dan in haar debuut, waarin ze alleen maar observeerde, greep de Duits/Zwitserse filmmaker in Asshak in de werkelijkheid in door gebeurtenissen te structureren en te ordenen. Hoofdpersoon van haar film zijn de Toeareg, een trots en eigenzinnig woestijnvolk dat van oudsher door de Sahara zwerft. Koch vertelt niet veel over hen, en zij vertellen niet veel over zichzelf. De Toeareg vertellen vooral veel verhalen. En in die verhalen liggen brokstukken informatie over hun mysterieuze en daarom voor veel zoekende westerlingen fascinerende cultuur verborgen. Soms verzinnen ze zelfs complete geschiedenissen, die door de kracht van de herhaling op een gegeven moment een nieuwe waarheid worden. Ongeveer op die manier ging Koch ook te werk. Ze heeft haar natuurlijk prachtige en overdonderende beelden ingebed in een geënsceneerd verhaal over een man die zijn kameel zoekt.

Leugengeschiedenissen
Vorig jaar was Asshak een van de persoonlijke favorieten van festivaldirecteur Simon Field, die de film een ‘fabel’ noemde, en een van de eerste documentaires die ooit de Tiger-competitie van het Filmfestival Rotterdam haalde. Tegelijkertijd met het nieuwe festival beleeft de film nu zijn Nederlandse bioscooppremière. Ondertussen is er in de Nederlandse filmkritiek naar aanleiding van de uitbreng van meer of minder geënsceneerde en gemanipuleerde documentaires als Fahrenheit 9/11, Supersize me en The story of the weeping camel ruimschoots gediscussieerd over wat een nieuwe loot aan de documentairestam kan worden genoemd: de narratieve documentaire. Inmiddels zie je dat ook veel ‘speelfilm’makers de realiteit hebben herontdekt, voor observerende meditaties met een slechts geringe plot. Zie bijvoorbeeld de nieuwste film van Lisandro Alonso, Los muertos, op het huidige Filmfestival Rotterdam.
Ulrike Koch reageerde tijdens het Filmfestival Rotterdam vorig jaar tamelijk laconiek op de vraag hoe ver je kunt gaan met het naar je hand zetten van de werkelijkheid en het eindresultaat nog steeds documentair noemen. Koch: "De Toeareg hebben een sterke verhalende traditie. Hoewel ze een schrift kennen, wordt hun geschiedenis mondeling overgeleverd. Ze kennen zelfs wat wij in het Duits ‘Lügengeschichten’ zouden noemen, leugengeschiedenissen waarin het draait om wat waar is en wat niet, wat echt gebeurd is en wat verzonnen. En soms raken die fictieve geschiedenissen dichter aan de waarheid die zij willen vertellen. Het zijn aangedikte en ingedikte versies van de werkelijkheid. De Verhalenverteller in de film maakt er zelfs grapjes over.
"Ik heb de Toeareg in mijn film niets laten doen wat ze normaliter ook niet zouden doen. Maar ik ben er wel speelser mee omgegaan dan bij Die Salzmänner. In die film heb ik helemaal niet in de werkelijkheid ingegrepen, maar een proces gevolgd. Voor Asshak was ik op zoek naar een narratieve structuur. Door een van de vele verhalen over kamelen die ik hoorde, kwam ik op de zoektocht naar de verloren kameel. Dat verhaal is wel echt gebeurd, maar niet toen ik er was. Daarom heb ik het laten naspelen. De Toeareg hebben een artistieke en expressieve cultuur, waarin toneel en muziek een grote rol spelen. Daardoor voelde ik me ook vrijer om de werkelijkheid voor mijn verhaal te gebruiken. Bernardo Bertolucci (bij wie Koch als assistent werkte bij The last emperor en Little Buddha, DL) zei het zo: ‘Film is een taal waarin de werkelijkheid heeft gekozen om zich uit te drukken. Het is jouw concept, maar het is wel de werkelijkheid.’"

Matriarchaat
Uit zichzelf was sinoloog en japanoloog Ulrike Koch waarschijnlijk niet zo snel de woestijn ingegaan. Ware het niet dat zij tijdens een van de vertoningen van Die Salzmänner von Tibet in haar huidige woonplaats Zürich waar zij als etnoloog aan de universiteit verbonden is, door een collega werd benaderd met het voorstel om een film over de verdwijnende cultuur van de Toeareg te maken. "Soms moet je gewoon ja zeggen." Samen reisden ze naar Niger waar ze aan de meeste hoofdpersonen van haar latere film werd voorgesteld.
Koch raakte onder de indruk van de trotse woestijnbewoners, en met name door de respectvolle manier waarop ze met hun vrouwen omgaan. En natuurlijk kende ze het politiek geladen jeugdboek Kel Rela van Federica de Cesco, waarin een jonge Zwitserse cultureel antropologe naar de Sahara reist en een tijdlang bij de Toeareg leeft. Zonder seksistisch te willen zijn gelooft Koch dat het thema van de Toeareg en de woestijn vooral vrouwen aanspreekt: "Vanaf het begin af aan zijn het steeds vrouwen geweest die mij bij het maken van deze film op weg hebben geholpen en steunden. De Toeareg zijn een van de weinige volken op aarde die nog volgens het matriarchaat leven. Bij hen lopen de mannen gesluierd rond en wordt de vrouwelijke vrijheid en schoonheid gerespecteerd, ondanks het feit dat de meeste Toeareg voor de buitenwereld een vorm van islam als godsdienst beleven.
"Mijn ervaring is ook dat een reis naar de woestijn een echte vrouwenfantasie is. Er is ruimte, vrijheid en leegte, die maken dat je je daar als vrouw heel erg veilig en op je gemak voelt. Dat is bijna spiritueel. En vergeet niet dat de drie grote monotheïstische religies, jodendom, christendom en islam in de woestijn ontstaan zijn. Met hun archaïsche leefwijze herinneren de Toeareg aan het jodendom en vroege christendom en heden ten dage leven ze onder een vorm van islam."
Om zich op haar film voor te bereiden, bracht Koch zelf ook een aantal dagen alleen in de woestijn door. Wat ze daar deed? "Ik verveelde me niet. Er was zoveel te zien. Een woestijn is niet alleen maar een enorme zandvlakte. Dat is een groot misverstand. Er zijn heel diverse landschappen, van zand tot kiezels en rotsen, waar allerlei dieren leven en planten groeien. Voor de rest ben je bezig met overleven. Het duurde even voordat ik onder de knie had hoe ik net zoals de Toeareg brood in de as moet bakken. De eerste dagen smaakte het verschrikkelijk. Toen de dochter van de Maraboet, een soort heilige stamoudste, me water bracht voelde ik me echt heel erg rijk. Nee, het was niet eng. Later kwam ik erachter dat ik tijdens die periode trouwens wel bewaakt werd door de mannen van de stam, maar die hielden zich discreet op een afstandje. Maar ik was niet bang voor rovers. Het enige waar ik angst voor voelde waren de dingen die ik niet kende: schorpioenen, slangen."

Parfumeren
Centraal in de Toeareg-cultuur staat de ‘asshak’, een soort erecode die oproept tot respect voor de natuur en alle levende wezens. "Asshak heeft vele verschijningsvormen. Van heel alledaagse, tot bijna geheime. De scène waarin de imzad-speelster uitlegt wat asshak is, die raakt me nog steeds. Ik zie dat licht niet in veel mensen hier. Ik bedoel, de schoonheid en de waarheid zijn ook hier, maar niet op zo’n eenvoudige, pure manier. De Toeareg zijn een oud volk. Je voelt hun waarheid en hun lijden.
"Asshak heeft ook veel met de vrouwvriendelijke traditie van de Toeareg te maken. Als een man een vrouw het hof wil maken, dan moet hij asshak beoefenen, laten zien dat hij waardig is. Als de mannen terugkomen van een reis soigneren ze zich eerst voordat ze naar de vrouwen gaan. Ze kleden zich netjes aan en parfumeren zich. De gezichtssluier heeft daar ook mee te maken: het is een kwestie van eer en schaamte om niet al je gevoelens aan de vrouwen te laten zien. De vrouwen zijn de hoeders van de traditie, daar moet je zorgvuldig mee omgaan."

Dana Linssen

Blauwe ridders
De Toeareg die Ulrike Koch in Asshak, tales from the Sahara filmde wonen in Niger, in de provincies Aïr en Ténéré. De Toeareg zijn in een naam tot de islam bekeerd zwervend Berbers volk, waarvan er vandaag de dag nog ongeveer 300.000 in Algerije, Libië, Niger, Mali, Tsjaad en Burkina Faso in de Sahara en de Sahel leven. Zijzelf noemen zich de Imagheren of Imohar, wat de vrijen, onafhankelijken betekent, of de Kel Tamasjek, naar de taal die ze spreken. Karakteristiek voor de Toeareg is de blauwe, met indigo gekleurde gezichtsluier, de tugulmust of litham, die vanaf het 25e levensjaar door mannen gedragen wordt en mond en neus bedekt. De sluier heeft van origine een praktische reden: de Targi (mannelijke Toeareg) reizen meer en staan zo meer bloot aan zandstormen en weersinvloeden. Toch doen ze ook in het bijzijn van vrouwelijke familieleden uit respect zelden hun sluier af. Doordat het indigo waarmee ze hun kleren verven op de huid afgeeft, die daardoor een blauwige glans krijgt worden ze ook wel ‘de blauwe mannen’ of ‘de blauwe ridders’ genoemd. De vrouwen, de Targia, zijn ongesluierd.
De Toeareg hebben een oude cultuur, die al voor het eerst werd beschreven door Herodotus. Ze kennen een rijke muzikale verteltraditie en staan bekend om hun gastvrijheid. Van oudsher leven de Toeareg volgens het matriarchaat. De vrouwen beheersen het huishouden, zijn zelfstandig en vrij in het bepalen van hun leven en de afstamming, in een feodaal aandoend klassenstelsel van vazallen, edelen, slaven, horigen en heiligen geschiedt via vrouwelijke lijnen. Zij is het die de kinderen de tradities en het schrift bijbrengt. De imzad, de eensnarige viool die het belangrijkste muziekinstrument van de Toeareg is, wordt alleen door vrouwen bespeeld. Vrouwenmishandeling is taboe. De Toeareg wonen in van geitenvellen of geweven kamelenhaar gemaakte tenten, waarvan de rechterhelft voor de mannen is gereserveerd en de linkerhelft voor de vrouwen en kinderen. Het slaapgedeelte bevindt zich in het midden.
Van de vijftiende tot halverwege de negentiende eeuw waren de Toeareg verantwoordelijk voor de voornaamste handelsroutes die van de Middellandse Zee naar Portugees West-Afrika liepen. In die periode droegen zij ook bij aan de islamisering van de woestijnvolkeren, hoewel zij altijd hun eigen vorm van islam zijn blijven praktiseren, die strikt monogaam is en waarin de centrale rol van de vrouw bewaard bleef. Ook hun voor-Islamitische, animistische gebruiken hebben zij niet opgegeven. Extreme droogte en hongersnood in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw dwongen velen ertoe hun zwervende bestaan op te geven en zich in steden en nederzettingen te vestigen. (DL)