Allelujah
Brave ode aan de zorg
Allelujah, over een geriatrisch ziekenhuis dat met sluiting bedreigd wordt, kijkt als een voorspelbaar pamflet dat moeite heeft de juiste toon aan te slaan.
Weet u nog, kort na het uitbreken van de coronacrisis, toen we in heel Europa op ons balkon stonden te applaudisseren voor zorgmedewerkers? Iets van die spirit moeten we terug zien te krijgen, zo zal Richard Eyre (Notes on a Scandal, 2006) gedacht hebben tijdens het regisseren van Allelujah.
In de film, gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van Alan Bennett, volgen we het reilen en zeilen in geriatrisch ziekenhuis The Bethlehem (liefkozend ‘The Beth’ genoemd) in een Noord-Engels provinciestadje. Het ziekenhuis staat op het punt wegbezuinigd te worden. Gezondheidszorg moet namelijk veel efficiënter, zo oordeelt Colin Colman (Russell Tovey), die als consultant voor het ministerie van Volksgezondheid adviseert over de sluiting van het ziekenhuis, waar toevalligerwijs ook zijn vader (David Bradley) verblijft.
Tegenover het rendementsdenken van consultant Colman plaatst Allelujah dokter Valentine (Bally Gill), een wel erg goedgemutste arts die de menselijkheid in de zorg moet vertegenwoordigen. Valentine is nadrukkelijk de stem van de film, wat onderstreept wordt in volkomen overbodige en schools aandoende voice-overs waarin hij de loftrompet steekt over de ouderenzorg.
Door die tegenstelling wordt Allelujah niet zozeer een portret van een behoeftige minisamenleving, als wel een voorspelbaar pamflet waarin de personages bovenal spreekpoppen zijn voor bepaalde standpunten. Een op papier sterke cast (met onder anderen Jennifer Saunders als kordate hoofdverpleegkundige en Judi Dench als schuchtere patiënt) oogt daardoor wat verloren.
Het verklaart ook waarom de film weinig toonvast is. Af en toe ontaardt het drama in pure malligheid, bijvoorbeeld wanneer twee kinderen op hoge toon verhaal komen halen na het overlijden van hun hoogbejaarde moeder. Op zulke momenten lijken de acteurs te denken dat ze zich in een Engelse variant van Het geheime dagboek van Hendrik Groen bevinden. Richting het einde neemt de plot dan weer een duistere wending die absoluut niet in deze film thuishoort, maar de kijker wel even doet opveren. Eindelijk een donker randje in een verder brave ode aan de zorg.
Die ode wordt in het slotdeel nog eenmaal bekrachtigd wanneer dokter Valentine, ondertussen werkend op een covid-afdeling, de vierde wand doorbreekt en de kijker rechtstreeks toespreekt over de opofferingsgezindheid en passie van zorgmedewerkers (“Wij zijn liefde!”). Op dat moment zakt Allelujah af naar het niveau van de fictieve promotiefilm die The Beth bij wijze van marketingstunt over zichzelf laat maken.