Akira Kurosawa’s Dreams

Acht dromen vol angsten en geluk

Akira Kurosawa’s Dreams

Op tachtigjarige leeftijd presenteert de Japanse grootmeester Akira Kurusawa deze maand zijn 28ste speelfilm. Eerst op 10 mei in Cannes bij de opening van het belangrijkste filmfestival ter wereld, een week later al in de Nederlandse bioscopen. Na 27 min of meer realistische en historische films putte Kurosawa uit zijn eigen fantasie: acht korte films, gepresenteerd als Akira Kurosawa’s Dreams.

Zijn staat van dienst wordt al zo’n twintig jaar niet meer gewaardeerd in eigen land. Voor Kurosawa een reden om vijf jaar terug bij de presentatie van Ran op het festival van Tokio uitsluitend nog buitenlandse critici op zijn persconferentie toe te laten.

Des te meer waardering geniet hij bij toonaangevende Amerikaanse filmmakers als Lucas en Spielberg, die hem eind maart in Hollywood hielpen aan een ere-Oscar voor zijn totale oeuvre. En beiden zijn mede verantwoordelijk voor de totstandkoming van Kurosawa’s nieuwste film Akira Kurosawa’s Dreams.

Het feit dat zijn eigen naam in de titel zit, duidt erop dat van die naam een zekere aantrekkingskracht verwacht wordt. Wie echter films kent als Rashomon, Ikiru, Seven Samurai, Throne of Blood, The Bad Sleep Well, Sanjuro, High and Low, Kagemusha en Ran en die op waarde heeft weten te schatten, zal ongetwijfeld door de titel van Kurosawa’s nieuwste film alleen al naar de bioscoop worden getrokken.

Hoewel met name in de aankleding zijn films tot in de verste details zo Japans zijn als het maar zijn kan – ook Dreams levert weer talloze staaltjes van perfectie op het terrein van kostuums en decors – was Kurosawa’s vertelwijze vergeleken met die van de meeste van zijn Japanse collega’s uit de jaren veertig en vijftig zeer helder voor een niet-Japans publiek. Duidelijk zijn in zijn films de sporen zichtbaar van de Ameri-kaanse westerns en van Shakespeare-drama’s, die een aantal keren ook ten grondslag lagen aan zijn films. Maar op zijn beurt ging hij zodanig met die beeldende vertelwijzen om, dat hij daarmee bij voorbeeld de hele generatie van Amerikaanse movie brats (Spielberg, Coppola, Lucas, Scorsese, De Palma) beïnvloedde. Niet alleen zij, maar ook regisseurs als Leone ‘pikten’ letterlijk de plots van Kurosawa-films als Seven Samurai, Yijimbo en The Hidden Fortress.

103 Jaar
Acht dromen vertelt Kurosawa in zijn nieuwste film, waarin verlangens en angsten een centrale rol spelen. Die dromen hebben min of meer een chronologische volgorde. In de eerste twee is de hoofdpersoon ‘Ik’ een klein jongetje, in de volgende twee een volwassen man. In de volgende vier het personage een wat leeftijdtijdlozer karakter heeft, hoewel je er typisch de gevoelens uit haalt van een wijze oude man, die op hoge leeftijd eens om zich heen kijkt en beziet wat de mensheid er van gemaakt heeft.

Van die laatste vier zijn ‘Mount Fuji in Red’ en ‘The Weeping Demon’ angstvisoenen, die nauw samenhangen met een uit de hand gelopen atoomindustrie. De berg Fuji smelt weg bij de ontploffing van een aantal kernreactoren en een demoon toont bij metershoge paardebloemen de Ik-persoon de gevolgen van de atoomstraling. Een uit de hand gelopen wereld, waarin Kurosawa de verantwoordelijken laat boeten voor hun daden.

Een min of meer humoristisch intermezzo is de vijfde droom ‘Crows’, waarin Kurosawa zijn publiek letterlijk door de schilderijen en het landschap van Van Gogh bij Arles laat zwerven. In deze droom is een kleine rol weggelegd voor Martin Scorsese als de schilder zelf, die zich net van zijn oorlel heeft ontdaan, nog ontzettend veel te doen heeft en geen tijd heeft voor een Japanse pottekijker. De vrouwen die de was doen in de rivier bij de beroemde brug hadden de Japanner al gewaarschuwd dat die man niet goed bij zijn hoofd was. Deze korte droom is een van de aardigste bijdragen tot het Van Gogh-jaar.

Ronduit idyllisch is de laatste droom, ‘Village of the Watermills’, waarin de Ik-persoon een dorpje binnenwandelt, waar de natuur nog alom aanwezig is en door de inwoners wordt gerespecteerd. Hij spreekt er een 103 jaar oude man, die de moderne mens het ontbreken van contact met de natuur verwijt, evenals het vervuilen van lucht en water. Goedgeluimd sluit de oude baas zich aan bij de begrafenisstoet van een 99-jarige vrouw, die het karakter heeft van een vrolijke processie. (Kurosawa gebruikt bij deze droom prachtige Kaukasische muziek van Ippolitov Ivanov.)

Contemplatief
Met zijn Dreams betoont Akira Kurosawa zich opnieuw een universeel humanist, bij wie het behoud van menselijke waardigheid en respect voor de natuur de boventoon voert. Daarbij gaat hij (Japanse) zelfkritiek niet uit de weg als hij in de vierde droom ‘The Tunnel’ een legercommandant in een laatste confrontatie met zijn gesneuvelde manschappen berouw laat tonen en de zinloosheid van het oorlogsbedrijf doet uitspreken.

Kurosawa heeft al zijn dromen virtuoos in beeld gebracht en riep daarbij de hulp in van zijn eigen vertrouwde troepen, waaronder cameraman Takao Saito, art director Yoshiro Muraki, kostuumontwerper Emi Wada (Oscar voor Ran) en editor Tome Minami. Daarnaast komen in Dreams talloze acteurs en actrices voor die in zijn eerdere films (hoofd)rollen speelden. Hierbij valt op dat Toshiro Mifune (zijn held uit taloze films) er nu net niet bij is.

Door zijn retrospectief en contemplatief karakter heeft Dreams in bepaalde opzichten veel weg van Joris Ivens’ film Een verhaal van de wind. Laten we hopen dat Dreams niet Kurosawa’s laatste film is. Hij is tenslotte nog geen negentig…