A Man Called Otto
In Hannes Holms verfilming van Fredrik Backmans bestseller Een man die Ove heet wisselden droge humor, melodrama en klucht elkaar af. Zeven jaar later doet Marc Forster het Zweedse succesnummer over in een Hollywood-versie met een hoog goedvoelgehalte.
(Omwille van de duurzaamheid recycle ik hieronder delen uit mijn eerdere recensie van Een man die Ove heet)
De man die Ove Otto heet is, als we hem leren kennen, een chagrijnige mopperkont. Als mede-oprichter van een idealistisch, autoluw woonerfje uit de jaren zeventig ziet hij streng toe op de naleving van de regeltjes. Want ook al is hij tot zijn grote ongenoegen gewipt als voorzitter van de VVE, nog steeds maakt hij dagelijks zijn ronde: fout geparkeerde auto’s noteren, een onreglementair gestalde fiets confisqueren, openstaande hekken controleren en bewoners met loslopende honden corrigeren.
Al snel komen we er achter dat de 59 63-jarige rouwt om zijn overleden vrouw. Dat zijn baan wordt afgepakt door een stel snotneuzen van managers is ook al niet bevorderlijk voor zijn humeur. Maar dat alles geeft hem, objectief beschouwd, nog niet het recht om een ronddolende kat te terroriseren in de kou te laten staan, of het Zweeds-Iraanse Amerikaans-Nicaraguaans-Mexicaanse gezin dat naast hem intrekt af te snauwen.
Grappig is Ove’s Otto’s monomane regelzucht dan weer wel. Regisseur Hannes Holm Marc Forster buit het droogkomische potentieel van deze Buurman Baasje optimaal uit. In de zelfmoordpogingen die de weduwnaar onderneemt – maar die steeds weer worden onderbroken door buren die iets van hem moeten – klinkt zelfs iets door van de morbide humor van Holms landgenoot Roy Andersson gaat Forster een al te duistere toon opzichtig uit de weg.
Brombeer met groot hart
De in Hollywood groot geworden Zwitser Forster verplaatste de handeling effectief van een Zweeds provincieplaatsje naar een arbeiderswijkje in industriestad Pittsburgh. Tom Hanks en zijn echtgenote Rita Wilson wierpen zich op als producent, dus dat Hanks de hoofdrol zou vertolken was min of meer een gegegeven. Geen probleem, want als brombeer met een groot hart is routinier Hanks zonder meer overtuigend. De echte ster van de film is echter de Mexicaanse Mariana Treviño, die als de warmbloedige buurvrouw met elke scène aan de haal gaat.
Inhoudelijk is er best wat aan te merken op Holms Forsters film. Zo zijn de flashbacks over Otto’s relatie met zijn teerbeminde echtgenote nogal klef aangezet. Daarnaast wordt het verhaal over een man die na tegenslag weer zin krijgt in het leven wel heel sterk bepaald door ongelukken, ziekte, bureaucratische tegenwerking en andere melodramatische plotwendingen. Zolang de film duurt schuif je mogelijke kritiek echter makkelijk terzijde. Omdat de hoofdrolspelers warme buren- en vriendenrelaties neerzetten waar je graag in wilt geloven. Maar vooral omdat Otto een innemende mopperkont is. Een mopperkont die je stiekem best graag als buurman zou willen hebben.