Een man die Ove heet

Droogkomische mopperkont

Een man die Ove heet

In de verfilming van de bestseller Een man die Ove heet wisselen droge humor, melodrama en klucht elkaar af. De stemmingswisselingen worden overbrugd door een sterke cast.

De man die Ove heet is, als we hem leren kennen, een chagrijnige mopperkont. Als medeoprichter van een idealistisch, autoluw woonerfje uit de jaren zeventig ziet hij streng toe op de naleving van de regeltjes. Want ook al is hij tot zijn grote ongenoegen gewipt als voorzitter van de VvE, nog steeds maakt hij dagelijks zijn ronde: fout geparkeerde auto’s noteren, een onreglementair gestalde fiets confisqueren, openstaande hekken controleren en vrouwen met loslopende honden corrigeren.

Al snel komen we erachter dat de 59-jarige rouwt om zijn overleden vrouw. Dat zijn baan wordt afgepakt door een stel snotneuzen van managers is ook al niet bevorderlijk voor zijn humeur. Maar dat alles geeft hem, objectief beschouwd, nog niet het recht om een ronddolende kat te terroriseren, of het Zweeds-Iraanse gezin dat naast hem intrekt af te snauwen.

Grappig is Oves monomane regeldrift dan weer wel. Regisseur Hannes Holm buit het droogkomische potentieel van deze Buurman Baasje optimaal uit. In de zelfmoordpogingen die de weduwnaar onderneemt – maar die steeds weer worden onderbroken door buren die iets van hem moeten – klinkt zelfs iets door van de morbide humor van Holms landgenoot Roy Andersson.

Het treffen van de juiste toon mag zeker ook op het conto worden geschreven van titelrolvertolker Rolf Lassgård, die eerder al eens schitterde als melancholische knorrepot in de detectiveserie Wallander. Acteerveteraan Lassgård biedt de kijker houvast als de toon omslaat naar melodramatisch, naar kluchtig, en weer terug naar droogkomisch. Ook Zozan Akgün draagt bij aan het welslagen van de onderneming, als de hoogzwangere Iraanse buurvrouw die Ove uit zijn depressie probeert te halen.

Inhoudelijk is er best wat aan te merken op Holms film. Zo zijn de flashbacks over Oves autominnende vader en zijn innig geliefde echtgenote nogal zoet aangezet. Daarnaast wordt de geschiedenis wel heel sterk bepaald door ongelukken, ziekte, bureaucratische tegenwerking en andere melodramatische plotwendingen. De kluchterige aanvaringen tussen Ove en de arrogant over het woonerf crossende directeur van een zorginstelling hadden beter zelfs helemaal achterwege kunnen blijven.

Zolang de film duurt schuif je al die mogelijke kritiek echter graag terzijde. Omdat de hoofdrolspelers zo’n warme en geloofwaardige vriendschapsrelatie neerzetten. En omdat Ove tot het eind een mopperkont blijft. Maar dan wel een mopperkont die je kunt snappen. En die je eigenlijk best graag als buurman zou willen hebben.