Bero Beyer over zijn overstap naar het Filmfonds
'Vijf jaar is een mooie lengte'
Het sluimerde al een tijdje bij hem dat het misschien tijd werd voor iets anders, zegt IFFR-directeur Bero Beyer (49) over zijn vertrek naar het Filmfonds na de volgende festivaleditie. Niet dat hij uitgekeken is op het festival, maar “het is gezond als je van plaats wisselt.”
Een misverstand: Beyer zou niet bereikbaar zijn om zijn vertrek bij het IFFR toe te lichten, want hij was in het buitenland, maar dat bleek niet te kloppen. Beyer was gewoon in Nederland en kon toch gebeld worden. Fijn, want zijn verrassende vertrek na vijf jaar kan wel een toelichting gebruiken, aangezien het festival een traditie heeft van langdurige directeurschappen. Er ging in het verleden wel eens iets mis met een directeur – Marco Müller stapte in 1992 na twee jaar al op – maar bijna allemaal bleven ze langer dan vijf jaar.
Beyer noemt vijf jaar ‘een mooie lengte’. “Ik ben blij met wat ik heb kunnen doen, maar het past bij het festival dat iemand de boel om de zoveel tijd opschudt.” Over of hij ook opgestapt zou zijn als er geen vacature was geweest voor het directeurschap van het Filmfonds houdt hij zich op de vlakte. “Dat is koffiedik kijken. Het is nu zo gelopen. Deze kans kwam langs.” Ook laat hij zich niet uit over of de Raad van Toezicht van het IFFR hem heeft proberen over te halen om langer te blijven: “Ik kan heel stellig zijn in beslissingen en dan heeft overhalen geen zin.”
Beyer verlaat het festival begin volgend jaar na de 49ste editie, zodat hij het vijftigjarige jubileumeditie niet als directeur, maar als bezoeker zal meemaken. Hij gunt zijn opvolger het feestje van harte, zegt hij lachend. “Die kan een prettige start maken met het jubileum.” Ongetwijfeld zal bij het zoeken naar zijn opvolger weer de discussie losbarsten of de nieuwe directeur per se een Nederlander moet zijn. Beyer zegt niemand voor de voeten te willen lopen, maar het is duidelijk dat hij het een onzindiscussie vindt. “Met iemand die van films houdt, kom je al een heel eind.”
Beyer begint bij het Filmfonds in een periode dat er veel kritiek is op het Nederlandse filmbeleid. Uit een begin dit jaar door het Filmmakersinitiatief gehouden enquête onder filmmakers spreekt een enorme onvrede, met name over het Filmfonds. Men vindt dat het Filmfonds de artistieke vrijheid van filmmakers beknot met als gevolg voorspelbare en kwalitatief ondermaatse formatfilms, zoals de overkill aan romkoms. Wat Beyer van de kritiek vindt? “Ik heb het gelezen en vind het een serieuze kwestie dat filmmakers niet tevreden zijn. Maar ik ga niet alles over één kam scheren. Er worden ook uitstekende films gemaakt door Nederlandse filmmakers. Zoals Dirty God van Sacha Polak, waarmee we dit jaar het festival openden, en Take Me Somewhere Nice van Ena Sendijarevic.”
De felle kritiek van filmmakers op de huidige Filmfondsdirecteur Doreen Boonekamp, die na tien jaar moet opstappen omdat haar maximale benoemingstermijn is verstreken, vindt hij onterecht. “Doreen heeft het heel goed gedaan. Ze heeft veel bereikt. In de tijd dat de crisis uitbrak en er overal bezuinigd werd, slaagde zij erin om automatische financieringsregelingen in te voeren. En iedereen is het alweer vergeten, maar we hadden zes jaar geleden [met Borgman van Alex van Wamerdam, JvdB] sinds veertig jaar weer een film in de competitie in Cannes.”
Dat het Dutch Director’s Guild, de belangenvereniging van filmmakers, veel verwachtingen heeft van Beyer, doet hem goed. “Ik wil geïnspireerd en constructief bezig zijn. Filmmaken doe je met zijn allen. Eensgezindheid is van groot belang.”
Beyer zal in elk geval vijf jaar het Filmfonds leiden, want hij heeft een contract getekend voor die periode. Over of hij het daarna net als bij het IFFR weer tijd vindt om op te stappen, laat hij zich niet uit. “Aan die toekomst ben ik helemaal nog niet toe.”