Sally Potter over Ginger & Rosa

Iedere generatie z'n crisis

  • Datum 02-05-2013
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Sally Potter (foto Nicola Dove)

De Cubacrisis zet de verhoudingen tussen de VS en de Sovjetunie op scherp en een atoomoorlog dreigt. Tegen die achtergrond vertelt Sally Potter over de volwassenwording van hartsvriendinnen Ginger en Rosa.

Voor iemand die haar carrière begon als radicaal experimentator en later cinematografische exoten afleverde als het volledig op rijm gezette Yes (2004) en Rage (2009), de eerste film ter wereld om op mobiele telefoons in première te gaan, heeft Sally Potter met Ginger & Rosa een erg conventionele film gemaakt. "Nee hoor", probeert ze eerst ontkennend. "Voor mij is het juist bijzonder experimenteel om meer narratief te werken." Om meteen daarna toe te geven: "Ik wilde een film maken zonder formalistische invalshoek. Grotere emotionele transparantie was het doel, niet een continu bevragen van de vorm van de film zelf. Ik wilde me concentreren op de beelden en op het acteerwerk."
Dat acteerwerk komt vooral van Elle Fanning en Alice Englert, met wie Potter een jaar lang de film heeft voorbereid en vijf weken op de set heeft gestaan. Zij zijn Ginger en Rosa, hartsvriendinnen die geboren werden toen de Enola Gay de eerste atoombom afwierp boven Hiroshima en die in het heden van de film, ten tijde van de Cubacrisis in 1962, vrezen voor de nucleaire holocaust. Ginger kiest voor het vredesactivisme, Rosa voor religie en de armen van Gingers vader Roland.
"Zij staan op het meest intieme, meest verwarrende punt van hun persoonlijke leven, op de rand van volwassenheid", vertelt Potter. "En tegelijkertijd dreigt die catastrofe. Dat vergroot hun besef van het hier en nu, maakt het dramatisch. Het concept "het persoonlijke als politiek" bestond toen nog niet, maar dat is wel wat er gebeurt. Kinderen van die leeftijd hebben daardoor een diepere connectie met de realiteit dan volwassenen."
Potter, die haar hele leven al stereotypen ontmantelt, verzet zich dan ook tegen de analyse dat Ginger & Rosa een meisjesportret is. "Dat is te oppervlakkig. Het gaat juist om twee individuen, hun passie en de kloof die er zit tussen hun woorden en hun daden. Ze vechten voor hun vrijheid maar worstelen er ook mee, proberen uit te vinden wat hun vriendschap betekent, wat God is. Dat maakt ze complex. Het zijn geen meisjes maar mensen."
Evenmin zou Potter dit een coming of age-verhaal willen noemen. "Als het dat al is dan gaat het om de coming of age van een complete maatschappij." Zelf was de regisseur in 1962 dertien jaar oud en de film bevat dan ook autobiografische elementen. Haar ouders waren anarchistisch ingestelde kunstenaars en zij liep mee in vredesmarsen. "Er was in die dagen een gevoel van enorme urgentie, er moest iets gebeuren. We leefden in de slagschaduw van de Koude Oorlog."
"Toch had ik niet het gevoel in een soort eindtijd te leven. Iedere generatie heeft zo z’n crisis. Mijn ouders hadden de Tweede Wereldoorlog, mijn grootouders de Eerste, en voor jongeren nu is het het conflict in het Midden-Oosten. Wat al die generaties met elkaar gemeen hebben, is dat ze met die crisis om moeten gaan. Een oplossing is er niet, maar een crisis dwingt je om ethische en morele keuzes te maken. Uiteindelijk leer je zo de verschillende delen van je persoonlijkheid kennen."
Wat de setting van de Cubacrisis in 1962 anders maakt dan die van het post-9/11 tijdperk, is de verhouding tussen mannen en vrouwen. Begin jaren zestig was de seksuele revolutie nog niet losgebarsten, hoewel er onder het oppervlak van Ginger & Rosa wel van alles suddert. Potter: "Er was nog geen vocabulaire om over dat soort zaken te praten. Er waren alleen gevoelens, geen taal om ze mee uit te drukken."
Potter heeft gezocht naar andere manieren om de gevoelens te verwoorden. Via de muziek van jazz-grootheden als Dave Brubeck, Duke Ellington en Thelonious Monk bijvoorbeeld. "Het is geen reguliere soundtrack, je hoort alleen de muziek die de personages zelf afspelen, waarmee ze zich omringen en identificeren. Jazz past hier. In jazz wordt de melodie noot voor noot uit elkaar gehaald en er zit een sterke melancholische onderstroom van blues in."

Edo Dijksterhuis