Margje de Koning over Movies that Matter 2022

Film als mid­del om de dia­loog aan te gaan

F@ck This Job

Bommen op Oekraïne en de terugkeer van de Taliban in Afghanistan, seksueel overschrijdend gedrag dat in toenemende mate als onacceptabel wordt beschouwd, en het racisme waar Black Lives Matter tegen strijdt. Mensenrechtenfilmfestival Movies that Matter, dat morgen van start gaat, heeft de onderwerpen voor het oprapen. De Filmkrant sprak met directeur Margje de Koning.

De eerste editie die Margje de Koning meemaakte als directeur van Movies that Matter werd op het laatste moment afgeblazen omdat de coronapandemie net was uitgebroken. Een jaar later besloot De Koning zes weken voor de openingsdatum helemaal online te gaan met het festival. Het risico dat voorstellingen weer afgezegd moesten worden, was te groot. Dus werd er met minimale middelen en in zeer korte tijd een complete tv-studio gebouwd om films te introduceren, debatten op te nemen en Q&A’s uit te zenden.

Pas dit jaar, haar derde Movies that Matter-festival als directeur, beleeft De Koning haar eerste ‘normale’ editie. Hoewel, normaal. Dat is natuurlijk een relatieve term voor een mensenrechtenfilmfestival dat altijd rekening moet houden met gasten die op het nippertje toch geen visum krijgen of politici voor wie een spoeddebat toch altijd voorrang heeft boven een discussie in een filmzaal. Maar De Koning is optimistisch en strak van plan om ‘driemaal is scheepsrecht’ te laten gelden.

Betekent deze festivaleditie eindelijk een ‘terug naar normaal’ voor Movies that Matter? “Zoals het was, wordt het nooit meer en in sommige opzichten is dat ook niet erg. Een groot deel van het industry-programma doen we net als vorig jaar online. We bouwen weer een studio van waaruit we drie dagen lang debatten en vraaggesprekken organiseren. Mensen willen niet meer zoveel reizen en dat hoeft ook niet, is gebleken.”

Maar dat zal toch niet gelden voor iedereen? “Filmmakers en activisten willen juist heel graag komen en elkaar live ontmoeten. Toen we in november vorig jaar een oproep deden om impactplannen te presenteren, hadden we binnen vier weken 107 aanmeldingen. Daaruit hebben we er twaalf geselecteerd en elf van die teams, die uit de hele wereld komen, zijn aanwezig in Den Haag. De lijst van NGO’s die interesse heeft getoond voor de presentatie van impactplannen is ook lang. Het leeft heel erg: film als middel om de dialoog aan te gaan, mensen op andere gedachten te brengen of tot actie te manen. En dan hebben we nog een aanzienlijke VIP-lijst, met onder andere Karim Kahn, de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof die een masterclass komt geven. Minister van buitenlandse zaken Wopke Hoekstra opent op dinsdag het activistenprogramma en de staatssecretaris voor cultuur Gunay Uslu verzorgt de dag erna de inleiding van Along the Way, de nieuwe film van Mijke de Jong.”

Er staat dit jaar voor het eerst ook een bijeenkomst op het programma van mensenrechtenfilmfestivals uit de hele wereld. Waarom? “Zoiets wordt al langer gedaan tijdens IDFA, maar wij vinden het belangrijk om vaker elkaars verhalen te horen en waar mogelijk elkaar te versterken. In Peru spelen nu eenmaal andere dingen dan in Argentinië of Jordanië. In Gaza zijn bij het laatste bombardement van Israël alle bioscopen kapotgeschoten. Dat maakt het houden van een festival helemaal moeilijk, nog los van de inhoud van de films die je toont.”

In Nederland gaat het de afgelopen maand over weinig anders dan de Russische invasie van Oekraïne. Speelt de selectie van de openingsfilm Navalny, de documentaire over de gevangen gezette Russische oppositieleider, daar bewust op in? Navalny ging in première tijdens het Sundance Festival. Wij kozen hem twee maanden geleden als openingsfilm omdat het een belangrijke en – niet onbelangrijk – een goed gemaakte film is. En actueler dan dit had niet gekund. Maar daarnaast hebben we ook Trenches, over de loopgravenoorlog in de Donbas in 2014, en 107 Mothers, die weliswaar niet over de oorlog gaat maar wel over Oekraïense vrouwen in de gevangenis.”

Er zijn mensen die vinden dat je nu geen Russische films moet vertonen, ook geen Navalny. Wat vindt u daarvan? “Wij hebben uitgebreid gesproken met het Oekraïense filminstituut en Oekraïense filmmakers. Die zijn soms fel en vinden dat de Russische propagandamachine moet worden gestopt. Ook vinden ze het cru dat er aandacht wordt besteed aan bijvoorbeeld een Russische ballerina die haar land ontvlucht terwijl er in Oekraïne bommen vallen. Dat begrijp ik. Het leed is totaal onvergelijkbaar. Maar het is onze taak als filmfestival om een breed scala aan verhalen te vertellen en daar hoort ook het Russische perspectief bij. Navalny is echt geen propaganda maar laat juist het mechanisme zien achter het Russische angstbewind. En F@ck This Job, over het tv-station dat op 3 maart gedwongen op zwart ging, is ook niet bepaald positief over Poetin. Daarom hebben wij besloten dat Navalny gewoon de openingsfilm blijft en we F@ck This Job niet terugtrekken, maar dat beide worden vertoond met een kritisch debat van inhoudelijke zwaargewichten.”

Overschaduwt de aandacht voor de oorlog in Oekraïne niet de mensenrechtensituatie in andere landen, een beetje zoals Oekraïense vluchtelingen nu andere asielzoekers dreigen te verdrukken in opvangcentra? “Over de hele wereld woeden conflicten, klein en groot, waar we inderdaad weinig over horen: Syrië, Congo, El Salvador. Movies that Matter moet gaan over mensenrechten over de hele wereld, niet alleen op plekken die nu in de actualiteit zijn. Daarom hebben we ook een uitgebreid programma rondom Afghanistan, waar de situatie sinds het terugtrekken van westerse troepen in rap tempo is verslechterd. In een masterclass spreekt IDFA-directeur Orwa Nyrabia met drie Afghaanse filmmakers: Sahra Mani, Aboozar Amini en Dawood Hilmandi. Hij zal ze onder andere vragen hoe zij hun creativiteit in leven houden terwijl ze op de vlucht zijn. En wat een land als Nederland kan doen om dit soort filmmakers te helpen. Ik schrik toch iedere keer weer van de Nederlandse omgang met gevluchte kunstenaars. We zijn zo op onszelf gericht, met name de Nederlandse tv. Het is pijnlijk om te zien hoe zelfs reisverhalen altijd worden verteld door Nederlandse ogen. Daarom is het onze taak om heel sterke films uit de hele wereld te tonen. Hopelijk kunnen we daarmee begrip kweken voor de vluchtelingen die volgende week echt niet weer weg zijn en voor de multiculturele samenleving die here to stay is.”

Hoe belangrijk is daarbij het uitgebreide educatieprogramma van Movies that Matter? “Dat belang is niet te onderschatten. Gedurende het jaar bereiken wij 200 duizend leerlingen en tijdens het festival hebben we MBO-debatten. Ons educatieaanbod is expliciet gericht op vmbo-t en MBO, leerlingen van havo en vwo krijgen het meestal van huis uit mee. Het kan een vraaggesprek zijn met de rapper die de hoofdrol speelt in Shadow Game of een quiz waarbij de winnende klas een masterclass krijgt van de regisseur. Dat zijn dingen die de leerlingen altijd zullen onthouden en die bijdragen aan hun meningsvorming. Het is vormend in de goede zin van het woord.”

Met het grote aantal internationale brandhaarden is Movies that Matter relevanter dan ooit. Merkt u dat ook aan het filmaanbod? “De kwaliteit van het filmaanbod is dit jaar extreem hoog. In onze selectie zit niet één film die een beetje minder is. Het kostte de grootste moeite om 65 titels te selecteren uit de duizend beschikbare films en ik had er met gemak nog twintig of dertig bij kunnen doen. Alleen al uit Nederland hebben we zes wereldpremières, vijf documentaires en de speelfilm Met mes. Veel van die films draaien na het festival in de bioscoop. En ik weet nu al dat er in 2023 een groot aantal sterke films over de Oekraïne aankomt.”

Waar hebben we die kwaliteitspiek aan te danken? “Ik denk deels door de pandemie. Daardoor bleven films op de plank liggen en konden filmmakers langer nadenken over de montage die heel belangrijk is voor het uiteindelijke resultaat. Ik heb dit vooral van producenten gehoord maar ik ga tijdens het festival zeker bij filmmakers navragen of het ook zo is.”

Heeft de pandemie nog meer voordelen gehad? “Omdat Zoomen steeds normaler is geworden, is de drempel verlaagd om filmmakers als virtuele gasten op festivals uit te nodigen. Daardoor kunnen nu ook makers die geen reisbudget hebben op gelijkwaardige wijze meedoen. Ikzelf heb bijvoorbeeld heel veel Zoom-sessies gehad met de makers van Writing with Fire, de Indiase documentaire over een geheel vrouwelijke krantenredactie, om te praten over telkens volgende versies van de film. Zeker voor kwetsbare films is er meer ruimte gekomen om teams naar een hoger niveau te tillen.”

Volgens recente onderzoeken ijlt de coronapandemie in Nederland nog na in de vorm van lagere bezoekcijfers voor de culturele sector. Heeft Movies that Matter daar ook last van? “In de voorverkoop was de openingsavond binnen twee dagen vol. Ik hoop dat het animo voor de rest van het programma ook zo is. Ik hoop dat bezoekers zich laten inspireren door prachtige films en hun makers. En dat ze het belang inzien van het je laten informeren over werelden die je misschien niet kent. Een festival bezoeken is anders dan de tv aanzetten. Want hier staan de makers voor je op het podium en kan je direct met ze in gesprek.”


Movies that Matter | 8 t/m 16 april | Den Haag + vertoningen in vijf steden en online