Venetië 2023, blog 3

Filmcultuur in het vizier

Aggro Dr1ft

In Venetië belichamen meerdere huurmoordenaars het debat over de opdoemende dood van cinema en de onvermijdelijke vraag naar z’n opvolger. De altijd tegendraadse Harmony Korine slaat met zijn hallucinante Aggro Dr1ft een nieuw pad in, tegenover David Finchers adequate maar sleetse The Killer.

Geen andere film in Venetië vangt tot nu toe de tijdgeest zoals Aggro Dr1ft. Op een festival waar de identiteitscrisis van cinema — economisch, technologisch en esthetisch — voelbaar is en veel wordt besproken, reikt de nieuwste film van Harmony Korine uit naar het internet en vindt in de troebele wateren van de webcultuur een zekere weg voorwaarts. Met minder plot en meer textuur, minder conventies en meer vibes is dit tot nu toe de enige film die radicaal breekt met wat we hier in de filmzaal kunnen verwachten, en daarmee een verademing binnen een programmering die veiliger en ouderwetser voelt dan voorgaande jaren.

Deze breuk is volledig intentioneel, want een film wil de tegendraadse regisseur van werken als Gummo (1997) en Spring Breakers (2012) zijn nieuwste niet eens meer noemen. Aggro Dr1ft is eerder een opvolger van zijn experimentele tone poem Trash Humpers (2009) en bovendien het eerste wapenfeit van zijn recentelijk gelanceerde mediahuis EDGLORD (spreek uit: Edgelord), dat kruisbestuivingen tussen film, videospellen en A.I. verkent.

Die convergentie van technologie en esthetiek is waar Aggro Dr1ft om draait. Er zijn de contouren van een minimalistisch verhaal — een huurmoordenaar in Florida moet een monsterlijke man omleggen — maar die fungeren bovenal als narratieve omlijsting waarbinnen Korine kan experimenteren met de maximalistische look en feel van het bewegende beeld. Geschoten met infrarode cameratechnologie die de warmte van menselijke lijven omzet in druipende neonkleuren, toont Aggro Dr1ft een caleidoscopische versie van onze 21e-eeuwse helse aarde. Gifgroen, felroze en vuurrood spatten en sijpelen op het beeld en maken een grove schets van een paranoïde wereld, gedomineerd door geld en geweld.

Het gebrek aan texturele details (die de infrarode camera’s niet kunnen vastleggen) wordt gecompenseerd met een A.I. die rudimentaire visuals over het gefilmde beeld animeert. De computermodellen ‘bedenken’ schedels op gezichten, zien de bedrading van robots op iemands lijf en toveren duivelshoorns op hoofden. Ons hoofdpersonage lijkt op sommige momenten verbonden te zijn met een gigantische geanimeerde demon die als avatar bijna het volledige beeld domineert. Superster en rapper Travis Scott heeft een kleine bijrol als vertrouweling van onze huurmoordenaar, met een geanimeerde slangentong die af en toe uit zijn mond slist. Naast al dat visuele geweld dendert een kwaadaardige soundtrack van hiphopproducer AraabMuzik door de speakers, muziek die je het best kan omschrijven als een behekste uitvoering van Tangerine Dream.

De helse zinspelingen zijn geen toeval. Dit voelt in elk opzicht als een bezeten film. Bezeten door de geest van A.I.-technologie die het ‘filmische’ beeld aantast, maar ook door de logica van andere media die hier de definitie van wat cinema is oprekken. Aggro Dr1ft heeft een repetitieve en banale kwaliteit die het meest doet denken aan hoe het voelt om zelf een videospel te spelen. En dan met name hoe het voelt om de wereld om je heen te gaan zien vanuit de logica van zo’n videospel. Korine heeft er een eigen genre-label opgeplakt, gamecore. Als gevolg daarvan komen personages eerder over als archetypes of als gescripte entiteiten dan als mensen van vlees en bloed. Het zijn een soort non playable characters of NPC’s (de personages die je tegenkomt als speler van een videogame) die vastzitten in hun eigen voorgeprogrammeerde rolpatronen. Op sommige momenten lijkt Aggro Dr1ft zelf ook vast te zitten in zijn eigen gedachtegang — scènes, shots en zinsneden waar de film niet uit kan ontsnappen. Noem het de hybride van mantra en glitch.

Maar binnen al die narratieve repetitie en regressie zit zijn eigen voortstuwende momentum. Aggro Dr1ft is deep-fried Terrence Malick: niet alleen vunzig en gewelddadig, maar ook poëtisch, vloeiend en filosofisch onderbouwd. Korine is weliswaar in heel andere dingen geïnteresseerd dan Malick, maar deelt het verlangen om existentiële vragen in bewegend beeld te vangen. En als geen ander vat hij een gevoel van wat het betekent om je te verliezen in de virtuele wereld. De film gaat totaal niet over het internet, maar is een geweldige reflectie op hoe cyberspace werkt als een bizarre ruimte waarin de meest banale en briljante ervaringen vaak tegelijkertijd over het scherm kruipen. Je zou kunnen zeggen dat Aggro Dr1ft bewust de conventionele cinema ontheiligt en dat proces van ontheiligen compenseert met een sublieme weergave van de haast ongrijpbare mediawereld buiten de bioscoop.

Wellicht kunnen daarom de meeste journalisten zo weinig met deze film. Ze zien de intentionele leegte van het narratief als een zwaktebod en zetten de film weg als hooguit een exercitie in stijl. Het verbaast niet, maar het is jammer om te zien dat er binnen het kader van een festival als Venetië zo weinig esthetische nieuwsgierigheid is naar de plekken waar cinema nog niet heen is gegaan, naar de medialandschappen die nog niet in kaart zijn gebracht. Aggro Dr1ft is zeker niet dé toekomst van cinema, maar het is absoluut een toekomst. En een belangrijke ook, als een vreemdere, spannender en bij vlagen ook meer transgressieve stap in andere richtingen. In het grijze gebied tussen experimentele cinema en online cultuur zijn er immers weinig makers die op zo’n schaal de intersectie van film en ander bewegend beeld weten te vangen als Korine.

The Killer

Met terugwerkende kracht wordt Aggro Dr1ft nog beter na het zien en verteren van David Finchers teleurstellende competitiefilm The Killer, over een huurmoordenaar (Michael Fassbender) die na een mislukte klus zelf een doelwit wordt. Eigenlijk is Aggro Dr1ft de antithesis van deze veel elegantere, maar ook conventionelere huurmoordenaarsfilm. Want als er een film is die stilistisch bekwaam is, maar filosofisch tekortschiet, dan is het The Killer wel. Bovenal is dit een film die tien jaar te laat voelt, met een conventioneel plot, omlijst door een futloze voice-over en ingevuld met gedateerde kapitalistische kritieken over McDonald’s en miljardairs.

Fincher blijft een vakkundige maker en levert ook hier puntgave scènes af die lichamelijk gezien binnenkomen en eventjes spannend aanvoelen. Het zijn de ideeën die hier echter ontbreken, in zo’n mate dat de film als geheel totaal niet spannend wordt. Dat komt misschien door trouw aan het bronmateriaal, Alexis Nolents Franstalige graphic novel, maar ook door het beklijvende gevoel dat Fincher in weinig anders geïnteresseerd is dan in het raffineren van genreconventies. The Killer mist daardoor nieuwsgierigheid en affect. Want wat wil het over de wereld zeggen, behalve dat mensen met geld nog steeds de regels bepalen?

Fincher was altijd al een betere filmische vertaler dan bedenker van eigen verhalen, maar had vroeger tenminste beet met diepgravende films die de existentialistische zeitgeist van het moment vingen, van Fight Club (1999) tot The Social Network (2010). Hier lijkt hij volledig ten prooi te zijn gevallen aan de klauwen van content. Net als de door Michael Fassbender gespeelde huurmoordenaar in The Killer is hij zelf ook een gun for hire geworden, die weinig vragen stelt over welke missies hij aanneemt. Hij is een perfectionistische klusser die een knap geschoten, maar zielsdode film voor stukprijs levert aan Netflix. Het zijn mede dit soort uitwassen van de sleetse filmcultuur die Aggro Dr1ft in zijn vizier heeft.