Venetië 2021, blog 3

Aantekeningen uit het ondergrondse

Il buco

Pandemie of nie, de Filmkrant doet verslag van de 78e editie van het filmfestival van Venetië. Waar toevalligerwijs drie films over grotten op één dag te zien waren.

Het blijft een van de fijnste kanten van filmfestivals: hoe films op elkaar gaan reageren, met elkaar rijmen, en hoe daardoor thema’s boven komen drijven die de individuele films overstijgen. Zoals op het filmfestival van Cannes voor collega Kees Driessen op ging vallen in hoeveel films er gebeft werd (for the record: hier in Venetië is tot nu toe slechts één befscène gespot, in Harry Wootliffs intieme True Things).

Het grotere thema dat dit jaar uit het programma van de Mostra opdoemt tekent zich inmiddels al scherp af: volle aandacht voor het vrouwelijk perspectief. Daarover later meer. Voor nu een ander thema, dat me door het toeval van de ticket-loterij die het festival dit jaar is werd opgedrongen in drie films op één en dezelfde dag. Het zijn drie compleet uiteenlopende films – de scifi-blockbuster Dune, de beeldschone slow cinema van Il buco en de urgente oorlogsdocumentaire Tranchées – maar in alle drie spelen grotten een hoofdrol.

Tranchées

In Tranchées zijn dat de loopgraven en schuilkelders aan het front van de nog altijd voortdurende oorlog in Oekraïne. De Franse journalist Loup Bureau is er embedded bij een groep jonge Oekraiense soldaten, die een flink deel van hun tijd kwijt zijn aan het graven, uithauwen, stutten, en weer graven van hun schuilplaatsen – zodat die vervolgens kapotgebombardeerd kunnen worden. Want ondanks een staakt-het-vuren blijven door Russische soldaten gesteunde separatisten aan de overzijde gewoon doorschieten, terwijl de Oekraieners volgens het verdrag niet terug mogen schieten.

Bureau focust echter niet op de geopolitieke kant, maar juist op de intieme ervaring van deze groep jonge mannen (en een enkele vrouw). In zijn zwart-witbeelden volgt hij telkens een van hen de loopgraven in, in wat neerkomt op een reeks karakterstudies van heel gewone mensen in een uitzonderlijke en gewelddadige situatie. Stilistisch betreedt Bureau geen nieuwe grond, maar wat hij doet is wel uiterst effectief – de rauwe zwart-witbeelden en het lome ritme, sporadisch onderbroken door oorverdovende bombardementen.

Compleet tegenovergesteld in stijl is Il buco (letterlijk ‘het gat’), zonder twijfel de mooiste film die ik tot nu toe zag op het festival. Regisseur Michelangelo Frammartino (Il quattro volte) maakt optimaal gebruik van de schoonheid van het Zuid-Italiaanse landschap, zonder te vervallen in de platte schoonheid van een ansichtkaart. Zijn oersimpele verhaal, dat speelt in de vroege jaren zestig, verweeft twee lijnen. Enerzijds die van een lokale boer, die compleet verweven is met het bergdal waar koeien en paarden lopen te grazen. Anderzijds dat van een groep speleologen die van buitenaf naar dat dal komen om een grot – een gat in het midden van het veld – in kaart te brengen.

Frammartino ontwikkelt tegenstelling tussen zeer elementaire delen: de groep baant zich steeds dieper een weg in het steeds smallere ondergrondse gangenstelsel, terwijl de boer steeds verder van het leven komt te staan. Hij vangt het in lang aangehouden, wonderschoon uitgelichte taferelen. Wie behoefte heeft aan een plot, is bij Il buco aan het verkeerde adres, maar visuele weldaad is er des te meer.

Dune

Precies die balans pakt niet goed uit in de langverwachte blockbuster Dune. Regisseur Denis Villeneuve (Arrival; Blade Runner 2049) doet enorm zijn best om grootse en meeslepende beelden af te leveren, maar de overdaad aan plot die in de film gepropt moet worden staat overweldiging in de weg – steeds moeten we te snel weer door naar een volgende scène.

Het meest fnuikende is dat die haast niet ingelost wordt, want deze nieuwe verfilming van Frank Herberts scifi-klassieker is eigenlijk maar een halve verfilming. Villeneuve presenteert de film expliciet als ‘part one’; zowel de vervolgfilm als een spin-off tv-serie staan al in de steigers. (Pas in die tweede film komen ook de grotten van de woestijnplaneet Arrakis volledig aan bod, waarvan nu slechts glimpsen op te vangen zijn.) Of de world building die Villeneuve hier uitgebreid en met verve neerzet uiteindelijk narratief en emotioneel op zijn plek zal vallen, is op basis van dit halffabrikaat simpelweg niet te beoordelen.