Thessaloniki Film Festival 2022

Wankelende mannen en Nederlands succes

Ston throno tou Xerxi

Martijn de Jongs Narcosis viel in de prijzen op het filmfestival van Thessaloniki. De sterke vrouwelijke hoofdpersoon van zijn film past in een bredere tendens van deze festivaleditie: in steeds meer films worden overdreven masculiene mannenrollen aan het wankelen gebracht.

Het was een jaar van verbetering en overenthousiasme op een van de meest knusse filmfestivals van Europa. Vorig jaar werd het filmfestival van Thessaloniki, in het noorden van Griekenland, nog gehouden met een zaal vol mondkapjes en toegangsbewijzen, dit jaar herinnerde niets daar meer aan.

Op het aantal films werd niet bezuinigd. Op voorhand rees de vraag hoe er zo veel films in één jaargang konden passen. Het bleek te kunnen doordat veel titels slechts een enkele vertoning kregen. Het maakte een programma bij elkaar puzzelen een nog grotere uitdaging, bovenop de concurrentie van de warme herfstzon.

Het leek met name de jongeren uit de studentenstad weinig uit te maken. ’s Middags troffen velen elkaar in de filmzaal. Een utopische aanblik voor wie gewend is dat de filmhuisfilm met name door vijftig-plussers wordt bezocht.

Nederlands succes
Nadat vorig jaar Nanouk Leopold jurylid was voor de hoofdcompetitie van het filmfestival, was Nederland dit jaar nog zichtbaarder in Thessaloniki. Narcosis van Martijn de Jong, de Nederlandse Oscar-inzending van dit jaar, beleefde zijn internationale première in de hoofdcompetitie van het festival, samengesteld uit eerste of tweede speelfilms. Naast tien andere films van over de hele wereld, waaronder de onlangs in Nederland uitgebrachte Zwitserse film Drii winter, streed Narcosis om de Gouden Alexander.

De Jong was tegen het eind van het festival zelf aanwezig, en genoot van de bruisende stad. De Jong: “Het heeft weliswaar de rauwheid van een havenstad, sommige steegjes zijn erg vervallen met op de muren een mix tussen vandalisme en kunst en daar tussendoor stoffige winkeltjes waarvan het niet helemaal duidelijk is wat ze eigenlijk verkopen. Maar het draagt allemaal bij aan de charme. Net als de levendige festivalsfeer.”

Narcosis

De Jongs liefdesverklaring bleek wederzijds. De Jong werd ontvangen door hoofdprogrammeur Yorgos Krassakopoulos, die hem in zijn kantoortje in de mooi gerenoveerde havenloodsen die als hoofdlocatie van het festival dienen toevertrouwde hoe blij en trots hij was de film te vertonen. Narcosis had hem omvergeblazen, hoezo stonden andere festivals niet in de rij? De Jong: “Je weet natuurlijk nooit in hoeverre hij dat ook tegen andere makers zegt, maar ik nam het compliment van harte aan.”

Tijdens de slotceremonie afgelopen zondag bleek ook de jury overtuigd, De Jong ontving voor Narcosis een speciale vermelding en de film kreeg de publieksprijs als best gewaardeerde productie van de internationale competitie.

Patriarchaat
Dat De Jong hoge ogen gooit met een film met een vrouwelijke hoofdpersoon, past in een mooie tendens die dit jaar over de volle breedte van het festival opviel. Uitgerekend in een land waarin het patriarchaat nog duidelijk heerst, tonen films hoe de rol van de man wankelt en om vergelding of herziening vraagt.

In Film Forward, het programma dat de conventies van film bevraagt, werden verschillende vraagtekens gezet bij geijkte genderrollen. Mi vacío y yo (‘mijn leegte en ik’) van Adrián Silvestre, eerder dit jaar te zien in de Bright Future competitie van het IFFR, neemt ons op charmante wijze mee in de transitie van de jonge transgender Raphi terwijl en passant wordt benoemd hoe personen in transitie, met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken, ongewenst het onderwerp van fetisjisme kunnen worden. Mi vacío y yo is kleinschalig maar veelomvattend en wordt realistisch verteld door de ogen van zijn hoofdrolspeler die het traject van binnenuit kent. Een terechte winnaar van de Mermaid Award voor de beste lgbtqi+ productie.

Mi vacío y yo

Dat het gesprek over mannelijkheid via cinema gevoerd wordt, in een land dat het machisme nog altijd hoog in het vaandel heeft, nodigt uit tot een gesprek met twee Griekse makers die dit jaar allebei hun werk in Cannes presenteerden. De één behoort inmiddels tot de al wat oudere garde, de ander leverde pas twee jaar geleden haar eerste korte film af.

Panos H. Koutras is te zien als het Griekse antwoord op Pedro Almodòvar, of eerder nog als de Griekse Ferzan Özpetek, en debuteerde in 1999 met I epithesi tou gigantiaiou mousaka (‘de aanval van de giantische mousaka’). “Niemand wilde die film financieren”, vertelt de regisseur. “Ik werd weggezet als die rare homoseksuele maker.”

Vier films later, waaronder Strella (2009), een van de eerste films ter wereld over een transseksuele vrouw waarin ook daadwerkelijk een transseksuele vrouw de hoofdrol speelde, en het voor de Cannes-sectie Un Certain Regard geselecteerde Xenia (2014), komt Koutras nu met zijn naar eigen zeggen meest conventionele film. Dodo is een ensemblekomedie die afgelopen voorjaar op het filmfestival van Cannes in première ging.

“Ik heb eigenlijk nauwelijks tot geen problemen gehad, ook niet met mijn uitgesproken queer films”, vertelt Koutras. “Nu maak ik ook geen studiofilms, maar onafhankelijke producties, die altijd al een meer ruimdenkend publiek trekken. Los daarvan kan ik wel zeggen dat de Griekse samenleving nogal hypocriet is. Heel plat gezegd doet iedereen het met iedereen, maar er wordt niet over gesproken. Door het niet te benoemen, is het probleem er zogenaamd ook niet. In een land als Spanje is homoseksualiteit veel meer in het straatbeeld te zien, maar geweld tegen homo’s komt daar ook meer voor. In Griekenland is dat andersom: er is minder geweld, maar ook minder zichbaarheid.”

Scheepswerf
Een nieuwe stem in de Griekse film die juist ingaat op de rekbaarheid van seksualiteit en gender is Evi Kalogiropoulou, die oorspronkelijk afkomstig is uit de kunstwereld en onder meer studeerde aan de Royal College of Art in Londen. In 2020 debuteerde ze als filmmaker met de korte film Motorway65 (2020) die ze nu opvolgt met Ston throno tou Xerxi (‘op de troon van Xerxes’).

Beide korte films werden opgenomen in de competitie van Cannes, Motorway65 zelfs in de hoofdcompetitie terwijl Ston throno tou Xerxi dit jaar de Canal+ Award won. Momenteel is ze bezig met haar eerste speelfilm Cora, een project dat op de Cinemart van het IFFR de Εurimages Co-production Development Award won.

Ston throno tou Xerxi

In het zestien minuten durende Ston throno tou Xerxi zet Kalogiropoulou een dystopisch landschap neer rond een scheepswerf met een hiërarchie waar onderdrukte sensualiteit doorheen sijpelt. Het gebrek aan stereotiepe heteronormatieve verlangens is verfrissend maar ook confronterend en verwarrend, ook voor de kijker. Kalogiropoulou’s handtekening lijkt er vooral in te zitten dat ze glamour geeft aan plekken en situaties waar we normaal van wegkijken.

“Griekenland is een enorm patriarchiaat dat in stand wordt gehouden door commercie, geloof en traditie”, zegt Kalogiropoulou. “Er wordt vastgehouden aan stereotypes om mensen in hokjes te forceren en in toom te houden. In mijn films snijd ik thema’s aan als gender, feminisme, de arbeidersklasse waar mijn ouders uitkomen, industrialisatie. Maar als ik als vrouwelijke filmmaker naar een mannenlichaam kijk, krijgt het de connotatie gay te zijn. Claire Denis deed het met opzet in Beau travail, zo opzettelijk is mijn flirt met die queerness niet. Vergeet ook niet dat wij vrouwen een grote historische achterstand hebben ten opzichte van mannelijke regisseurs, die het naakte vrouwenlichaam al decennia vastleggen. We hebben de tijd en de mogelijkheden nog niet gehad om onze gaze op een gelijkwaardige manier te onderzoeken.”

Toch ziet ze wel degelijk een kanteling. De afgelopen jaren dient zich in Griekenland een vrijer denkende generatie aan. Maar de moeilijkheid blijft om als vrouw op een gelijkwaardige manier beoordeeld te worden. Kalogiropoulou wijst naar Julia Ducournau, die met Titane in 2021 de Gouden Palm won in Cannes. “Voor mij was dat gewoon de beste film in die competitie. Maar je hoort dan telkens het argument dat er in de huidige tijdsgeest een vrouw moest winnen, dat de winst daar vandaan kwam. Tegen dat soort vooroordelen blijf je constant in gevecht.”


De belangrijkste prijswinnaars

Beste speelfilm (Gouden Alexander, “Theo Angelopoulos”): I Have Electric Dreams (Valentina Maurel)
Speciale Juryprijs (Zilveren Alexander): Drii winter (Michael Koch)
Speciale Juryprijs voor beste regie (Bronzen Alexander): Chie Hayakawa voor Plan 75
Beste actrice: Rosy McEwen in Blue Jean
Beste acteur: Reinaldo Amien Gutiérrez in I Have Electric Dreams
Speciale vermelding: Narcosis (Martijn de Jong)
Beste film uit de ‘Meet the Neighbors’-competitie: Klondike (Marina Er Gorbach)

Een overzicht van alle winnaars is hier te vinden.


Ston throno tou Xerxi is op zondag 11 december te zien tijdens Short Movie Sunday 2022 in het Volkshotel, Amsterdam.