New York Film Festival 2021, blog 1

Het geraas en gebral

The Tragedy of MacBeth

Het New York Film Festival keert deze editie terug naar een fysieke vorm en opende met The Tragedy of Macbeth, de meest recente prominente interpretatie van William Shakespeare’s tijdloze Schotse saga. Deze adaptatie van Joel Coen is in eerste instantie bedoeld voor het grote scherm maar zal in december via Apple+ te zien zijn. The Tragedy of Macbeth is de eerste regieklus van Joel Coen die hij zonder z’n broer Ethan doet.

Maar Coen doet het werk niet echt alleen. Hij wordt bijgestaan door zijn levenspartner Frances McDormand, die ook met enige regelmaat in de films van de Coens optreedt. Nog tintelend van het Oscarsucces van Nomadland, draagt McDormand meerdere verantwoordelijkheden in dit nieuwe project. Ze is een van de producenten en vertolkt de hoofdrol van Lady MacBeth. Voor de rol van de Leenheer van Cawdor kon Coen leunen op het enorme talent van Denzel Washington, wiens gespierde, vulkanische interpretatie van het personage een stevige stempel op het materiaal drukt.

Als het om vertalingen van het theater naar het scherm gaat, blijft Macbeth tricky, met z’n grootse drama, hoekige dialogen en glorieuze tragedie. Maar precies om die redenen is het stuk al decennialang een verleidelijke uitdaging voor iedereen van Laurence Olivier tot Orson Welles en Akira Kurosawa. Onder de knoestige taal van het stuk ligt een complex verhaal over obsessie, waanzin en de verleidelijke natuur van het kwaad.

Voor iedere filmmaker die iets met Shakespeare wil, is het zaak eerst een ingang te vinden om de tekst naar het scherm te kunnen openen, te kunnen blootleggen, of, als je wilt, ontmaskeren. Coen kiest ten opzichte van Justin Kurzels bloederige en rauwe adaptatie uit 2015 voor de tegenovergestelde richting en laat Macbeth op de eerste plaats een toneelstuk zijn. Hij filmt The Tragedy of Macbeth als theater, maar wel filmisch, en geregisseerd door een Coen nog wel. Dat betekent verbluffende visuele motieven gepresenteerd door de lens van Bruno Delbonnel (Inside Llewyn DaviesAmélie) die hier op een fantastische manier expressionistische belichting gebruikt bij mistige gezichtsvelden, nota bene in een vierkante Academy aspect ratio. Dit is misschien wel Delbonnels beste werk in een toch al imposante carrière.

Geïnspireerd door de films van Carl Dreyer, F.W. Murnau en Ingmar Bergman, kiest Coen voor een afgebakende, afgemeten interpretatie, geïsoleerd in ruimte en tijd, gefilmd op een soundstage in Los Angeles dat net zo makkelijk verandert in een groot kasteel als in een weelderig bos of een dramatisch landschap. Deze versie is zowel uitgekleed als grandioos, met een onberispelijk sound design dat de suspense voortstuwt. Coen sneed al het vet eraf, daarbij uitgaande van enige voorkennis van het stuk bij het publiek. Met een opgeruimde 105 minuten werkt de film als een ranke dramatische thriller, die met een stevige vaart langs plotpunten zeilt en die uiteindelijk emotionele connectie met het verhaal en de personages offert aan visuele rijkdom.

Washington en McDormand zijn spectaculair in vorm, hun performances afstemmend op de sfeer die Coen wil creëren, die reikt van noir thriller tot existentiële horror. Door deze twee acteurs te casten, beiden zestigers, krijgt het stuk een nieuwe urgentie. Ze spelen het konkelende koppel als oude leeuwen in de winter van hun levens, die een laatste gooi naar de macht willen doen nadat ze zich een leven lang aan de regels hebben gehouden.

Kurzel plaatste de kinderloosheid van het stel in het epicentrum van zijn Macbeth. Coen doet dat niet en beweegt met hinkstapsprongen langs elke dynamiek die met kinderen te maken heeft. Als hij toestaat dat kinderen zich in de decor of in het verhaal begeven, is hij minder geïnteresseerd in de gevolgen die dat heeft en uiteindelijk houdt hij alle kinderen op een klinische afstand.

Prayers for the Stolen

Gelukkig zijn er elders in het hoofdprogramma van het New York Film Festival films die wel geïnteresseerd zijn in het binnenleven van kinderen. De Mexicaans-Salvadoriaanse documentairemaker Tatiana Huezo maakt haar eerste lange feature met het krachtige Prayers for the Stolen (Noche de fuego). Losjes gebaseerd op Jennifer Clements gelijknamige roman uit 2004, vertelt Huezo’s film het verhaal van de meisjes en vrouwen die in het kruisvuur terecht kwamen toen hun stadje werd binnengevallen door een van Mexico’s meest notoire drugskartels.

Prayers for the Stolen is dan wel fictie maar het is een voorzetting van Huezo’s eerder al bewezen behoefte om de pijn en het trauma van mensenhandel te documenteren. Huezo benadert het verhaal vanuit het perspectief van een documentairemaker. Haar film gaat over een gemeenschap die door traumatische omstandigheden probeert te navigeren, maar de emotionele kern is een coming-of-age verhaal over drie kinderen die erin slagen toch nog iets van een normaal leven te vinden te midden van het geweld. Toch is Huezo niet het soort filmmaker dat zich laat leiden door sentimentele keuzes. Ondanks de schoonheid van de natuurlijke omgeving en de sierlijke verbeelding van het verhaal, kijkt de film geen moment weg van de gevaarlijke realiteit van het leven voor jonge meisjes in dit soort ‘bezette’ gemeenschappen.

Futura

Drie van de meest veelbelovende eigentijdse stemmen van Italië, Pietro Marcello (Martin Eden), Francesco Munzi (Black Souls) en Alice Rohrwacher (Lazzaro felice), komen samen in Futura, een indringende studie naar jongeren in crisis. Reizend door Italië terwijl het land de strijd tegen Covid voerde, organiseerden de drie regisseurs sessies met jonge mensen en spraken met hen over hun dromen, angsten, zorgen en verwachtingen. Hun zorgen variëren van progressief (sociale echtvaardigheid, klimaatverandering) tot basaal (economische ongelijkheid, banen) en ze hebben hun eigen ideeën over hoe we de gewenste resultaten kunnen behalen. De film bestaat voornamelijk uit beelden van jonge mensen die tegen de camera of onder elkaar praten, maar is een krachtig snapshot van een land gezien door de ogen van een generatie die snel volwassen zal worden.