IFFR-blog 1: Tigers missen vaders

Het vaderlijk verleden naspelen

Drama Girl

In de belangrijkste Oscar-genomineerde films domineren oude witte helden, overbodig geworden maar niet van het scherm te branden. Ze zitten de aankomende generatie in de weg, denk je dan, maar die klampt zich in meerdere Tiger-titels juist aan hen vast.

Eerst even de Oscars, dan de Tigers. Oscar is een oude witte man, zo veel is inmiddels wel duidelijk. Bij afgelopen edities werd bij de nominaties voor de Academy Award mondjesmaat ruimte gemaakt voor vrouwelijke en niet-witte filmmakers, maar de oogst in 2020 is wat dat betreft teleurstellend. De oude witte man weet van geen wijken.

Dat zit hem ook in de verhalen die de genomineerde films vertellen. Ook toen daarin langzaamaan meer diversiteit werd toegelaten, was het vaak de oudere garde die de jongere, meer diverse generatie een kontje moest geven. Eigenlijk had dat jonge grut het dus allemaal maar mooi te danken aan de welwillende wijsheid van de witte veteranen.

Maar zelfs daarná verdwijnt die grijsaard niet. Zie de meest recente Star Wars – de overdracht was afgerond in The Last Jedi (2017), zou je zeggen, maar nee hoor, daar is – spoiler alert – Luke weer, en hee wie we daar hebben – Han! Wat gezellig. Zelfs – spoiler alert – de dood is niet genoeg om ze van het scherm te krijgen.

Erger nog, de belangrijkste Oscar-genomineerde titels van dit jaar kijken niet naar de nieuwe, diversere generatie die de oude witte man aan het vervangen is – nee, die kijken naar hoe moeilijk die geriatrische grombaard het daarmee heeft! Zoals Joost Broeren-Huitenga in de Filmkrant al constateerde over de jaaroogst van 2019: het is ‘Van oude mannen, de dingen die voorbijgaan’ – maar dan dus niet voorbijgaan. Van de ontslagen Joker tot de bejaarde gangsters in The Irishman en van het weemoedige Once Upon a Time… in Hollywood tot Toy Story 4: de opzijgeschoven, overbodig geworden witte man krijgt alle aandacht. Zoals toy Woody tegen Forky zegt: “Opeens zit je dan, na al die jaren, in een kast en voel je je…” “Nutteloos?” “Yeah.”

Maar je blijft wel de ster van de film.

La fortaleza

Nu zijn de Oscar-genomineerde films, kun je zeggen, ‘gearriveerd’ in de filmwereld. Hoe zit het met de titels die in de Rotterdamse Tiger-competitie ‘gelanceerd’ worden? Van filmmakers die niet aan het einde, maar aan het begin van hun carrièreboog staan? Grappig genoeg draait het in meerdere voor een Tiger Award genomineerde films op het IFFR om hoe de jongere generatie hernieuwd contact zoekt met hun oude vader. Raar maar waar, toeval of niet: deze jonge makers zijn bezig met hetzelfde onderwerp: het wegvallen van de oude, witte man. En nog opvallender: die wordt gemist.

In speelfilm La fortaleza volgt regisseur Jorge Thielen Armand, die zelf op jonge leeftijd naar Noord-Amerika is geëmigreerd, zijn in Venezuela achtergebleven vader, die ploeterend en zwoegend, huilend en zuipend, diep in de jungle een gefictionaliseerde versie van zichzelf speelt. Thielen Armand castte zijn vader ook al in voorganger La soledad en merkte daarover op: “Het was geweldig om opeens zo veel beeldmateriaal van zijn gezicht te hebben, van alle kanten, in prachtig 2K. Dat blijft bestaan, ook voor mijn achter-achter-kleinkinderen.”

Zoals ook de mooie beelden van Robert De Niro en Al Pacino in The Irishman, onderuitgezakt in hun hotelkamer, blijven bestaan. Ook als ze er niet meer zijn.

Kala azar

In Kala azar, ook een speelfilm, castte de Griekse (in Nederland gevestigde) regisseur Janis Rafa in een bijrol ook haar eigen vader, ook niet voor het eerst, en eveneens geïnspireerd door diens eigen leven. Sterker nog, de zwerfhonden die haar ouders vroeger in huis haalden en het beeld van haar vader als grafdelver, wanneer er één overleed, fungeren in haar hele oeuvre als inspiratiebronnen. Dus ook in deze narratief zwervende ontdekkingstocht door de half-stedelijke, half-rurale wereld van Kala azar, waarin twee medewerkers van een dierencrematorium door iedereen genegeerde roadkill stiekem, als de baas niet kijkt, toch een uitvaart gunnen.

In Drama Girl is de belangrijkste uitvaart een reconstructie. Ook dit keer gaat het om de vader van de maker, maar dan indirect. De Nederlandse regisseur Vincent Boy Kars – die in interviews benadrukt dat zijn films altijd ook zelfportretten zijn – castte een jonge vrouw met vergelijkbare tragiek als hijzelf. Ook hier worden weer dramatische momenten gefictionaliseerd, met behulp van acteurs, vanuit de vraag: “Kan drama ons helpen om onszelf en de wereld beter te begrijpen?” In dit geval gebeurt dat in documentairevorm, aangezien de ensceneringen niet worden verborgen. En zo staat de jonge Leyla naast de opgebaarde vadervervanger Pierre Bokma te wachten totdat – ja, tot wat?

Die vraag kan voor alle drie de films gelden. Wat kan dit naspelen van het vaderlijk verleden opleveren? Wat helpt het om het fictief naar de hand te zetten? Is het alleen om het op beeld te hebben, voordat vader er niet meer is? Is het onvermogen om los te laten, angst voor de toekomst? Of hebben de jongere filmmakers nog iets nodig, iets wat nog niet aan hen gegeven is, voordat ze zelfstandig verder kunnen?


Lees in ons blog morgen meer over de andere films in de Tiger-competitie.