Dansplaining #16

Fanboy-regisseurs

Dan Hassler-Forest zoekt als de Indiana Jones van de filmwetenschappen maandelijks naar de verborgen betekenissen en geheime kamers van de cinema.

Deze maand onthult Disney+ het nieuwste project van regisseur Peter Jackson: de acht uur durende Beatles-documentaire Get Back biedt een intiem portret van de vier muzikanten in de laatste dagen van hun gezamenlijke carrière. Kosten noch moeite zijn gespaard om het rommelige proces dat voorafging aan hun plaat Let It Be tot in de kleinste details in beeld te brengen. Je zou denken dat zoiets alleen interessant kan zijn voor de meest toegewijde Beatles-fans. Maar we leven in het tijdperk waarin fancultuur volstrekt normaal is geworden, en fanboy-regisseurs de norm bepalen.

In de twintigste eeuw was fandom een vrij marginale subcultuur. Fandom werd geassocieerd met onvolwassenheid, hysterie, en irrationele passie. Filmstudio’s richtten zich niet op fans, maar juist op het grote publiek dat vermaakt wilde worden door toegankelijke en laagdrempelige films en tv-series. Filmmakers presenteerden zichzelf ook niet als fans, maar juist als vakmensen die origineel moesten zijn. Het succes van Peter Jacksons Lord of the Rings-trilogie zette de toon voor een nieuw tijdperk waarin de fan juist centraal staat. Niet alleen stelde Jackson zichzelf in de eerste plaats op als hardcore Tolkien-fan in zijn ongewoon trouwe bewerking, maar hij betrok fan-gemeenschappen ook actief in de promotie van zijn trilogie. Zijn King Kong-remake deed er nog een schepje bovenop: dit was niet zomaar een nieuwe avonturenfilm, maar een project gedreven door Jacksons levenslange fascinatie voor deze klassieke monsterfilm.

Jackson was daarin bepaald niet de enige. Prominente regisseurs als J.J. Abrams, Joss Whedon, Kevin Smith, Zack Snyder, Taika Waititi en Edgar Wright positioneren zichzelf niet alleen expliciet als toegewijde fans: ze laten zich graag zien op grote fan-evenementen als Comic Con en gaan de dialoog aan met de meest toegewijde liefhebbers. Dit vertaalt zich naar film- en tv-producties met een flinke lading nostalgie, waarin de liefde voor andermans werk de overhand heeft. Waar de eerdere generatie movie brats—George Lucas, Martin Scorsese, Brian de Palma, Steven Spielberg—hun eigen cinefilie vertaalden naar een karakteristieke eigen stijl, probeert de fanboy-regisseur bovenal zijn favorieten te recreëren.

J.J. Abrams’ Star Wars-film The Force Awakens is een treffend voorbeeld: de film die een nieuwe impuls moest geven aan de filmserie was van begin tot eind bovenal een lofzang op de eerste film, waarbij niet alleen de verhaalstructuur uit de eerste film heel direct werd nagebootst maar ook de stijl in alle opzichten het oude, vertrouwde gevoel van de toegewijde Star Wars-fan moest reproduceren. Geen wonder dus dat Jackson carte blanche kreeg van Disney om een documentaire van zo’n epische lengte te maken over een paar dagen uit het leven van zijn lievelingsband. De fan is in onze cultuur niet meer de uitzondering, maar de norm.

Geschreven door Dan Hassler-Forest