Robert Pattinson over Life

'Ik voel me eigenlijk altijd ongemakkelijk'

Life

Eerst Cronenberg, Michôd, Herzog; nu Corbijn; binnenkort Gray, Korine en Denis: allemaal willen ze Robert Pattinson. Waarom? Wat is de aantrekkingskracht van dit tieneridool?

Cosmopolis

Het muntje viel toen ik Cosmopolis (2012) terugzag. De eerste keer was de film van David Cronenberg me tegengevallen. In Vrij Nederland noemde ik hem ‘bloedeloos — pijnlijk voor hoofdrolspeler Robert Pattinson, die na zijn wereldwijde succes als vampier in de onbeduidende Twilight-reeks graag zijn tanden zette in serieuzer materiaal, maar als autistisch financieel genie… nauwelijks méér emotionele reikwijdte kan laten zien.’

De tweede keer zag ik het wel. Toen snapte ik ook dat Pattinson goed, zelfs briljant gecast was. De holle onechtheid van Cosmopolis is niet alleen de reflectie van het virtuele financiële systeem dat in de film wordt gehekeld, maar ook van zijn hoofdpersoon en, deels, zijn hoofdrolspeler.

Robert Pattinson (Londen, 1986) speelt in Cosmopolis een bloedmooie beurshandelaar met enorm financieel succes op veel te jonge leeftijd, die door de ramen van zijn limousine kijkt met een onthechtheid alsof het beeldschermen zijn en vreest dat zijn binnenste wegrot (waarvoor hij zich dagelijks anaal laat onderzoeken). Je kunt het bijna typecasting noemen, als vampier met wereldroem.

V.l.n.r. Robert Pattinson, Nicole Kidman, Werner Herzog en Peter Zeitlinger op de set van Queen of the Desert

Slecht in zijn vel
Er volgen meer grote arthouseregisseurs. David Michôd castte Pattinson in The Rover (niet gezien, 2014); evenals Cronenberg, nogmaals, in Maps to the Stars (2014); Herzog, in een bijrol als T.E. Lawrence in het overigens mislukte Queen of the Desert (2015); en binnenkort James Gray in The Lost City of Z, Claire Denis in haar nog naamloze sciencefictionfilm en — heel spannend — Harmony Korine, naast James Franco, Idris Elba en Al Pacino, in The Trap.

En nu de hoofdrol in Anton Corbijns Life, als beginnend fotograaf Dennis Stock, maker van de beroemdste foto’s van James Dean. Waar Cronenberg, zoals gewoonlijk, in Cosmopolis Pattinsons personage metaforisch en filosofisch uitvergroot, gebruikt de nuchtere Corbijn hem realistischer maar desondanks vergelijkbaar: als iemand die slecht in zijn vel zit, gebrand is op erkenning en een wezenlijke afstand voelt tot de wereld. “Hij is een acteur die zich wil bewijzen als acteur, die een fotograaf speelt die zich wil bewijzen als fotograaf. Daarom leek de casting me een fantastisch idee”, vertelt een grijnzende Corbijn in Berlijn.

Life

Verlegen
Ook Pattinson zelf grijnst veel in Berlijn. Veel verontschuldigende lachjes ook — net als zijn personage. Pattinson komt uiterst sympathiek over, maar ondertussen opvallend verlegen voor iemand met zijn roem en bekendheid. Verlegen met zijn roem.

Of hij als acteur vaak buiten zijn comfort zone treedt? “Ik heb helemaal geen comfort zone haha! Ik voel me eigenlijk altijd ongemakkelijk.” Hij lijkt het te menen. “Maar dat geldt ook voor mijn personage.” Zoals ze meer overeenkomsten hebben. Net als Stock houdt Pattinson er niet van gefotografeerd te worden. Echt niet. Hij zegt het drie keer. Hij voelt zich er ‘kleiner’ door worden, “alsof ze iets van je afnemen”.

Pattinson beschrijft zijn personage: “Wat ik boeiend vind, is dat hij voelde dat hij niets kon voelen, ook geen liefde, alsof hij gehandicapt was.” En: “Omdat hij zo geremd is, voelt hij zich afgezonderd van de wereld. Hij mist de ervaringen van een normaal persoon. Dat is tamelijk tragisch.” En: “Ik vond het interessant dat hij troost vindt in zijn kunst.”

Later, over alle media-aandacht voor hemzelf: “Soms voel je je gewoon heel erg afgescheiden van alles. Dat is een beetje zorgelijk.” En over acteren: “Je geeft best veel van jezelf weg, als je echt contact maakt.”

Ongemakkelijk
Is Stock een spiegel, of een zelfportret? De gedachte komt op. Of Pattinson, net als Dennis Stock en James Dean, een gekwelde ziel is weet ik niet. Maar ze delen in elk geval dit: Pattinson voelt een ongemakkelijke afstand tot mensen en is — wat niet eenvoudig is in de filmwereld of tijdens een groepsinterview — op zoek naar echt contact.

Daar zit een overlap met Stock, met zijn rollen voor Cronenberg, en in bepaalde mate zelfs met T.E. Lawrence en Twilight’s Edward.

Als hem, middels James Dean, wordt gevraagd wat charisma is voor een filmster, struikelt Pattinson een minuut lang over zijn woorden om dan nerveus lachend uit te roepen: “Ik heb geen fokking idee wat ik zeg haha!”

Ik wil een poging wagen: charisma is de aantrekkingskracht van iemand met een verleidelijk uiterlijk en onbereikbaar innerlijk. En dat heeft Robert Pattinson.