IFFR 2023: Immersive Media

Volgend jaar meer XR, graag

No Place But Here

Luisteren naar de krakers van een Zuid-Afrikaans ziekenhuis en naar cinefiele Australische vleermuizen. Dat zijn de twee aan te raden XR-projecten op het IFFR. Dat mag – nee, dat moet meer worden.

Het is maar een klein programma op het IFFR. Vijf werken worden vertoond onder de noemer ‘Immersive Media’: vier VR-projecten en één AR-ervaring (samen te vatten onder de parapluterm XR). Waarvan twee de moeite waard zijn.

Op zich is het helemaal niet zo raar dat maar ongeveer de helft van wat je op een festival ziet je bijblijft. Maar met een programma zo klein als dit, blijft er dan natuurlijk weinig over.

Ook drie jaar geleden, toen er voor het laatst een fysieke VR-presentatie was op het IFFR (voordat de pandemie dat onmogelijk maakte), was het programma klein. Toen waren alle projecten simpelweg overgenomen van Venetië – het meest toonaangevende festival op dit gebied. Dit keer zijn drie van de vijf wereldpremières. Dat getuigt van meer ambitie en dat is hoopvol.

Een van die drie wereldpremières (en een van de twee uitschieters) is de Zuid-Afrikaanse VR No Place But Here van Dylan Valley en Annie Nisenson, over de krakers van een verlaten ziekenhuis in Woodstock, een wijk in Kaapstad. Die ontvangen de VR-bezoekers in hun zelf opgekalefaterde gebouw. Van algemene ruimten zoals de entree, de gemeenschappelijke keuken en de tuin tot de kamers van individuele bewoners. De intimiteit die daarbij komt kijken, gaat heel goed samen met de eenvoudige vorm van de VR: de camera is telkens op ooghoogte neergezet in de opeenvolgende ruimtes. Dat de bewoners de camera – en daarmee gevoelsmatig de VR-gebruiker – aankijken, past bij die intimiteit. Hier geen spectaculaire drone-shots (waar zo’n groot gekraakt ziekenhuis bijna om lijkt te smeken) en ook geen beeldeffecten of zelfs maar rijders door de gangen (al rijden er op een gegeven moment wel skatende kinderen rondjes om de camera – en dus om jou). Je zit er, zoals zij er zitten. En je luistert.

Interessant is hoe deze krakers niet alleen protesteren tegen de huisuitzettingen waaronder ze te lijden hebben gehad, maar ook tegen het verlaten van hun wijk. Het lijkt erop, als ik de documentaire goed begrepen heb, dat er voor sommigen wel degelijk alternatieve huisvesting is of binnenkort beschikbaar komt. Maar: ze willen niet vertrekken naar de buitenwijken. Ze willen blijven wonen in de buurt waar hun familie en vrienden wonen. Waar ze zijn geboren en opgegroeid. Meer nog dan een protest tegen woningnood is deze kraak (en dus deze VR) een protest tegen gentrificatie. Een proces dat in Zuid-Afrika in essentie hetzelfde verloopt als in Nederland. Waarbij de gedeelten waar Afrikaans wordt gesproken voor een Nederlandstalig publiek nog eens extra onderstrepen dat het ‘Here’ uit de titel historisch, politiek en maatschappelijk gezien een gradueel begrip is: here en there zijn wereldwijd verbonden.

Night Creatures

De andere uitschieter was de AR Night Creatures van Isobel Knowles en Van Sowerwine, van wie IFFR eerder de wonderlijke stop-motion VR Passenger (2019) vertoonde. Night Creatures werd gemaakt voor het filmfestival van Melbourne en was in Rotterdam voor het eerst buiten Australië te zien. Opnieuw een stop-motion project, zij het dit keer zowel technisch als inhoudelijk van bescheidener pretentie. Met een QR-code die op verschillende festivallocaties te scannen is, kun je op je mobieltje een aantal geanimeerde vleermuizen zien verschijnen, die kort hun enthousiasme delen over (niet bij name genoemde) films die ze gezien hebben. Die korte monoloogjes zijn documentair, opgenomen met echte filmliefhebbers. Het idee van Knowles en Sowerwine was om, nu de lockdown voorbij is en festivals weer fysiek plaats kunnen vinden, de aandacht te vestigen op het plezier van samen in de rij staan voor de bioscoopzaal en de gesprekken die je daar kunt hebben.

De AR, augmented reality, van Night Creatures houdt in dat je met behulp van de camera van je mobieltje de fraai aangeklede vleermuisfiguurtjes ziet verschijnen in je echte omgeving – in het ideale geval een rij mensen die wachten totdat ze de zaal in kunnen. In die zin bevinden de vleermuizen zich ‘in de werkelijkheid’. Maar omdat je ze uiteindelijk toch alleen op het schermpje van je mobiel ziet, krijg je niet het gevoel (wat je in Passenger wel had) dat jij en die stop-motion figuur dezelfde omvang hebben. Bovendien zijn het 2D-figuren (die dus plat blijken als je eromheen loopt) en blijven ze niet helemaal op een vaste plek staan als je het mobieltje beweegt – de sense of presence is al met al beperkt. Maar opnieuw zijn dit slechts kanttekeningen, die weinig afdoen aan de vrolijke indruk die Night Creatures achterlaat – een project dat het festivalgevoel versterkt.

Ik zou nog kunnen beschrijven wat me tegenviel aan de andere drie projecten, maar ik denk dat te weinig lezers daar wat aan zouden hebben. Daarvoor zijn de kritiekpunten (gebrek aan dramatische logica, tekortschietende CG, niet met je kijkrichting meebewegende ondertitels et cetera) te generiek en niet interessant genoeg.

Bovendien zou dat de verkeerde indruk kunnen wekken: dat ik het programmaonderdeel niet op waarde zou schatten. Terwijl het omgekeerde waar is: ik vind juist dat het IFFR het XR-programma zou moeten uitbreiden. Vijf projecten is te weinig om een inhoudelijke visie mee te laten zien (al was de VR-presentatie in het Rotterdamse Worm mooi vormgegeven, met een theatraal aspect dat zeker des festivals is). En dat terwijl Nederland zelf een bloeiende VR-scene kent, met belangwekkende projecten als het historisch waardevolle Angels of Amsterdam (2019) van Anna Abrahams en Avinash Changa, het technisch fascinerende Symbiosis (2021) van Polymorf en het bijna mystiek te noemen Eurydice, een afdaling in oneindigheid (2022) van Celine Daemen.

IDFA’s DocLab programmeert al jaren documentaire-XR en ook het Eye Filmmuseum kent inmiddels een traditie van het vertonen van internationale hoogtepunten op dit gebied. Het gaat niet te ver om ook het IFFR daarin een verantwoordelijkheid toe te dichten. De wereldpremières die het festival dit jaar had, zijn een kwalitatieve stap de goede richting op. En dat daar, met By the Shore van Inoue Hiroki, ook een live-action fictieproject tussen zat valt ook toe te juichen – zelfs al viel die me inhoudelijk tegen. Volgend jaar wordt het tijd voor een kwantitatieve sprong. Laten we zeggen, om te beginnen, een verdubbeling. Tien XR-projecten. Dat het programma op het IFFR net als drie jaar geleden opnieuw uitverkocht raakte, mag daarbij een mooie aansporing zijn.


De vier VR’s van IFFR’s Immersive Media-programma zijn tot en met 4 februari 2023 te zien in het UBIK Theater van kunstpodium Worm; de QR-code van de AR Night Creatures is gratis te scannen in de galerie Joey Ramone en in de bioscopen Pathé Schouwburgplein en LantarenVenster, allemaal in Rotterdam.