Eye Xtended: Eurydice, een afdaling in oneindigheid

De hel, voor altijd

Eurydice, een afdaling in oneindigheid

In de virtual reality-ervaring Eurydice, een afdaling in oneindigheid van Celine Daemen daal je in de voetsporen van Eurydice af in een ongrijpbare hel. Drie Filmkrant-medewerkers zagen het werk bij de première op het filmfestival van Venetië en blikken terug.

KEES Driessen: “Wat komt er als eerste in je op als je er nu aan terugdenkt?”
Feline Swaab: “De oneindigheid. Dat ik af en toe over een rand keek en dacht: oh my god!
Joost Broeren-Huitenga: “Voor mij zit het juist in dat andere woord in de ondertitel: de afdaling. Het almaar naar beneden lopen zonder dat je naar beneden loopt. Je hoofd weet dat je op een plat vlak staat, maar het voelt alsof je afdaalt. Die discrepantie, dat gevoel, herinner ik me heel scherp, omdat het zo wezensvreemd is. Zijn jullie trouwens over de randen gestapt? Want dat kon natuurlijk, theoretisch.”
FS: “Ik heb daar te veel hoogtevrees voor. Ik durfde te kijken, ik wist natuurlijk dat ik gewoon op de grond zou stappen. Maar het lukte me niet die stap te zetten.”
JBH: “Ik ook niet. Deels ook uit een soort beslissing om mee te gaan in de ervaring die ze me boden.”
KD: “Ja, dat wordt bijna zoiets als een film pauzeren en terugspoelen om te zien hoe een special effect gedaan is. Je wilt je juist overgeven. Al kan ik me voorstellen dat ik het zou proberen als ik Eurydice nog een keer zou ervaren. Ik moet wel zeggen: ik was niet echt bezig met die arme Eurydice die naar de hel ging of zo. Ik vond ook het figuurtje waar je achteraan loopt minder mooi dan de ruimte, het is net wat concreter aanwezig.”
FS: “Voor mij wás de ervaring puur dat eindeloze lichtjes-grot-universum. Ik ben soms wel iets sneller gaan lopen, om te kijken of ik het figuurtje misschien kon inhalen. Maar waar ik nu nog steeds af en toe aan denk, is die plek. Dat alleen maar lopen is ook precies wat het zo hypnotiserend en mooi maakt. Het is tegelijk rustgevend en een beetje beangstigend.”
KD: “Ik heb dat wandelen wel echt als de hel ervaren. Dus daarvoor is die figuur van Eurydice dan wel weer nodig. Een hele mooie hel trouwens – zonder vuur, zonder branden, niet rood, maar een oneindige eenzaamheid de diepte in. Het voelt ruimtelijk, maar toch is het er ook net niet echt. Omdat het allemaal puntjes zijn en er heel veel beweegt – je ziet iets wat eruitziet als rotsen, maar het stroomt naar beneden, of naar boven. Wat misschien op een raar niveau kloppend maakt dat je weet dat je recht loopt, maar voelt dat je naar beneden gaat.”
JBH: “Het ankert je in het gevoel dat er iets niet klopt. Ze maken de ruimte ook groter dan die in de fysieke realiteit kan zijn. Je loopt op een relatief klein oppervlak, terwijl het voelt alsof je de ruimte hebt om alle kanten op te bewegen.”
KD: “Ook de muziek hielp vooral om me dáár te brengen. Het is me vrij goed gelukt om niet te veel te proberen alles te verstaan, dat is ook niet per se de bedoeling. Het valt weg in de soundscape, die ik zelf ook mooi vond. Een melodieuze soundscape, meer dan een opera met een begin en een einde en een thema en een verhaal.”
JBH: “Wat ook, begrijp ik, het uitgangspunt voor de muziek was, en eigenlijk voor het hele project: het concept van een eindeloze melodie.”
KD: “Dus dat is hoe de hel klinkt, voor altijd.”
FS: “Het is een essentieel onderdeel van de ervaring: in die ruimte met die figuur die voor je uitloopt, met die oneindigheid, met die diepte, met die herhaling.”
KD: “Het daar zijn, dat was de kern. Dat is natuurlijk altijd de belofte van VR – de ervaring om ergens anders te zijn. Wat mij betreft is Eurydice daarin een van de sterkste, zo niet de sterkste VR-ervaring die ik gehad heb, in al zijn abstractheid en onmogelijkheid en onwerkelijkheid. En ook als je het los ziet van VR, staat dit hoog in mijn lijstje van beste verbeeldingen van de hel ooit.”


Eurydice, een afdaling in oneindigheid is van 24 februari t/m 5 maart 2023 te zien in Eye Filmmuseum | In een omlijstend programma vertoont Eye ook drie eerdere verfilmingen van de Orpheus-mythe, Orphée (Jean Cocteau, 1950), Orfeu negro (Marcel Camus, 1959) en Claude Goretta’s Orfeo (1985)