A Summer with Woody Allen in EYE
Woody Allen is eindelijk volwassen

Broadway Danny Rose
Van 9 juli tot 9 september vertoont EYE Amsterdam dertig films van Woody Allen (1935). Van Sleeper (1973) tot zijn nieuwste film Irrational Man. Opvallend vaak ligt Allen op de canapé bij zijn muzen: rationele vrouwen die vallen voor zijn opzichtige hulpeloosheid. Hij praat en praat en zij luisteren.
Door Omar Larabi
In Irrational Man vindt een professor (Joaquin Phoenix) te midden van een existentiële crisis, verlossing in de liefde voor een jonge studente (Emma Stone). Met de titel van zijn laatste film — Irrational Man — windt Woody Allen er geen doekjes om: mannen zijn irrationeel. Vrouwen helpen mannen het leven in een ander daglicht te zien. Ze brengen orde in hun leven. De enige misstap die zij op hun beurt begaan, is dat ze telkens trappen in de ongeloofwaardige overredingskracht van hun mannelijke tegenspelers. Voor je het weet zit je opgesloten in een falend huwelijk, zoals Hannah (Mia Farrow) in Hannah and Her Sisters (1986). De uitspraak van haar vreemdgaande echtgenoot Elliott (Michael Caine) spreekt boekdelen: ‘Hannah geeft zoveel en verlangt zo weinig’.
Hannah and Her Sisters
De onbeholpen mannen worden bestraft voor hun eigenliefde. Van de alcoholistische Monk (Danny Aiello) in The Purple Rose Of Cairo (1985) tot de zelfingenomen Harry Block (Allen) in Deconstructing Harry (1997). Hoezeer ze vrouwen ook verguizen, ze zijn wel van hen afhankelijk, als inspiratiebron voor hun creatieve werk, of domweg als persoonlijke huishoudster. In Allens voorlaatste film Magic in The Moonlight (2014) ziet de verwaande Stanley (Colin Firth) dankzij de jeugdige waarzegster Sophie (Emma Stone) het licht — hij verkwanselt zijn leven. In Irrational Man is Stone wederom de redder in nood.
Kameleon
Het is weinig opzienbarend dat Allen voor de tweede keer in twee jaar de samenwerking kiest met de rossige twintiger. Ze is bevlogen, ad-rem en scherpzinnig. Bij vlagen lijkt ze op Diane Keaton, de actrice waarmee Allen zijn grootste successen vierde. Zo werkt hij gedurende zijn carrière vaker langere tijd samen met actrices. Mia Farrow verscheen dertien keer in zijn films, Diane Keaton acht keer, en ook Louise Lasser, Dianne Wiest, Judy Davis en Scarlett Johansson verschenen in minstens drie films. Zes keer werd een vrouwelijke rol bekroond met een Oscar.
The Purple Rose Of Cairo
Vrouwen spelen een belangrijke rol in Allens werk want ze helpen hem een existentiële angst te bedwingen. In Zelig (1983) wordt dit nagenoeg letterlijk verbeeld. Mia Farrow speelt de zachtaardige psychiater Eudora Fletcher met een zwak voor haar cliënt Zelig (Allen). Hij lijdt aan een kameleonsyndroom waardoor hij zich dwangmatig aanpast aan mensen om hem heen. In hem ziet Fletcher een vriendelijke, kneedbare man — én een proefkonijn voor het leven. Ze is Zeligs enige redding in een wereld vol onbegrip. Net zoals de vrouw dat voor Allen lijkt te zijn. De muzen leiden hem af van de bittere realiteit van het bestaan.
Gal
Allen laat de empathie over aan zijn vrouwelijke personages. Zo helpen ze hem op bijna psychoanalytische wijze op zichzelf te reflecteren. In die schepping van verstandige vrouwenpersonages is een ontwikkeling te bespeuren. In Take The Money And Run (1969), Allens tweede speelfilm, is Louise (Janet Margolin) nog een echo van de traditionele huisvrouw. In deze vroege komische periode combineert Allen zijn liefde voor de Marx Brothers (Horse Feathers 1932, Duck Soup 1933) met zijn traditionele freudiaanse gemijmer. Vrouwen functioneren in die vroege films als bezonnen steunpilaren waar hij zijn gal tegen kan spuwen.
Magic in The Moonlight
In Allens volgende film, Bananas (1971), geeft Louise Lasser vorm aan een veelzijdiger en onafhankelijker personage. Ze speelt Nancy, de knappe, politiek geëngageerde en verstandige vriendin waar Fielding (Allen) naar op zoek is. Fielding zelf is een wanhopig scharminkel, en zit in vast een weinig behaaglijke baan. Hij valt op haar uiterlijk en zij ziet wel iets in zijn clowneske argeloosheid. Hoe rationeler en intelligenter Allens vrouwelijke personages worden, hoe groter de uitdaging voor zijn mannelijke personages. Fielding kan nauwelijks op tegen Nancy’s tomeloze ambities. Hij is niet de sterke man naar wie ze verlangt. Zij is vastberaden — Fielding is emotioneel en seksueel onderontwikkeld.
Levenlust
Het hoort allemaal bij het spel dat Allen speelt. Dat rationele vrouwen relaties met hem verbreken is onontkoombaar, net zo onontkoombaar als de dood. Ongrijpbare vrouwen komen nou eenmaal op het pad van zijn personages. Telkens leven de mannen in de illusie dat ze de meest begeerbare man op aarde zijn. Zoals in Stardust Memories (1980) waarin Sandy (Allen) dagdroomt over Dorrie (Charlotte Rampling). Allen laat haar sensualiteit in lange close-ups zien. Totdat Sandy ontwaakt, en Dorrie meer blijkt dan een lustobject. Ze is een van de ontelbare ongrijpbare vrouwen in Allens films die maar kort geïnteresseerd zijn in de tekortkomingen van zijn mannelijke personages. Met als meest prominente verschijning Annie (Diane Keaton) in Annie Hall (1977).
Annie Hall
Annie is een eigengereide, onzekere vrouw met een euforische blik. Ze krijgt een relatie met de gejaagde Alvy Singer (Allen). Keatons acteerwerk staat ver af van dat van de verwaande Luna in Sleeper. Het bewijst hoezeer het succes van de muze in Allens oeuvre ook te danken is aan de actrices, en in dit geval aan Keaton die in haar enthousiasme eigenhandig het archaïsche vrouwenbeeld verwerpt.
In 1978 speelt Keaton een belangrijke rol in Allens eerste serieuze drama Interiors waarin een labiele moeder (Geraldine Page) de mythologische perfectie van het gezin ontkracht. In de aanloop naar haar echtscheiding zuigt ze met haar geklaag alle levenslust uit haar drie dochters. In deze ode aan Ingmar Bergman gaan de drie dochters ieder op hun eigen manier om met de ellende. Joey (Mary Beth Hurst) gelooft niet in een herstart van het huwelijk. Flyn (Kristin Griffith) is continu op reis en ontspringt de dans en Renata (Diane Keaton) bekijkt de ontwikkelingen door een rooskleurige bril.
Bezieling
In Interiors krijgen vrouwen voor het eerst expliciete irrationele karaktertrekken. Doordat Allen en zijn neurotische gebabbel ontbreken en de andere mannelijke personages in de marge acteren, is er meer ruimte voor verdieping van het vrouwelijk personage. In Hannah and Her Sisters (1986) borduurt Allen daar op voort. Dianne Wiest speelt Holly, een dromer op zoek naar erkenning. Op haar gelaat en in haar voice-over zien en horen we hoe ze geplaagd wordt door mislukte pogingen hogerop te komen in het leven. Bij haar bedachtzame zus Hannah (Mia Farrow) vindt ze steun. Een rol die Farrow op het lijf geschreven is.
Als Allens grootste muze speelt Farrow telkens de onschuldige, weldoordachte vrouw, met haar gedempte manier van praten en fragiele postuur. Maar haar samenwerking met Allen blijkt niet altijd een succes. Voor de rol van Tina in Broadway Danny Rose (1984) is haar zachtaardige karakter niet opgewassen tegen de roddelende Italiaans-Amerikaanse sloerie die ze speelt. Het was een inschattingsfout die het jaar erop werd goedgemaakt in The Purple Rose Of Cairo waarin Farrow een weifelende serveerster speelde met een uitzonderlijk optimistische blik op de wereld.
Manhattan
Begin jaren negentig verbrak Allen de samenwerking met Farrow en Wiest. In hun laatste films waren het juist de vrouwelijke personages die zich ineens zorgen maakten over hoe ze eruit zien. Hun personages werden in sommige opzichten irrationeler dan hun mannelijke tegenhangers. In Husbands And Wives (1992) staat Judy (Mia Farrow) stil bij het ouder worden: mannen hebben het makkelijker. En in Bullets Over Broadway (1994) speelt Dianne Wiest de diva Helen Sinclair, een uitgerangeerde actrice, smachtend naar de grandeur uit haar verleden.
Interiors
Het roept herinneringen op aan La belle noiseuse (1991) van Jacques Rivette. Een kunstenaar (Michel Piccoli) is op zoek naar inspiratie. Zijn oude muze (Jane Birkin) voldoet al jaren niet meer. In de verschijning van een jonge vrouw (Emmanuelle Béart) vindt hij zijn bezieling. Ook voor Allen viel de keuze regelmatig op jonge vrouwen. Zo speelde Mariel Hemingway op 17-jarige leeftijd zijn verkering in Manhattan (1979), Juliette Lewis (19) deed hetzelfde in Husbands And Wives en recenter castte Allen drie keer Scarlett Johansson (21).
Norma Desmond
Betekent dit dat Allen vanuit zijn angst om te sterven op zoek ging naar (jongere) surrogaten die hem weer plezier in het leven moeten geven? Dat hij alle progressie weer ongedaan maakt? Niet per se. Allens samenwerking met de Australische actrice Judy Davis in de jaren negentig was verrassend vruchtbaar. Veertiger Davis is met haar indringende aanwezigheid absoluut een ander type actrice dan Allen gewend was. In Deconstructing Harry speelde ze de vinnige en onzekere Lucy — die door tegenslagen gedreven wordt tot irrationeel gedrag. Het is het bewijs dat Allen volwassen is geworden. Aanvankelijk waren het zijn mannelijke personages die zulk gedrag vertoonden. Die ontwikkeling komt tot een hoogtepunt in Blue Jasmine (2013).
Cate Blanchett
Cate Blanchett voegt als Jasmine met haar arrogante verschijning en ergerlijke manieren veel toe aan de vrouwenrollen waar Woody Allen zo lang om bekend stond. Misschien staat Jasmine over vijftig jaar wel in de boeken als Allens Norma Desmond (Gloria Swanson in Sunset Boulevard). Een diva verlangend naar vervlogen tijden. En was de werktitel van Blue Jasmine niet Irrational Woman? Uiteindelijk mogen óók de vrouwen van Woody Allen irrationeel zijn.
Scoop