Focus: Rode Tulp Film Festival 2023

Turkse cinema en de loden last van censuur

Brother’s Keeper

Hoe staat de Turkse cinema ervoor? Is er nog steeds sprake van de bloeiperiode die in de jaren negentig begon? En hoe staat het met censuur? Wie het wil weten kan terecht bij het Rode Tulp Film Festival, dat bijna twintig Turkse films vertoont.

Tien jaar geleden schreef ik in Filmkrant een opgetogen artikel over de stand van zaken in de Turkse cinema. ‘Het Turkse wonder’, stond er als kop boven het stuk, dat met als aanleiding twee Turkse filmfestivals in Nederland de loftrompet stak over de destijds bloeiende Turkse artfilm.

Daarin viel de betekenis van Nuri Bilge Ceylan niet te overschatten. Hij was de filmmaker die de Turkse artcinema na decennialange stilstand en crisis halverwege de jaren negentig terugbracht in de internationale filmwereld. Sinds zijn in 1995 voor Cannes geselecteerde korte film Distant wonnen al zijn films (Wolken in mei, UzakIklimlerThree Monkeys, Once Upon a Time in Anatolia, Winter Sleep en The Wild Pear Tree) prijzen op prestigieuze festivals, waaronder vaak in Cannes. Ceylans films zijn reflectieve, intens melancholische films over personages die verlamd in het leven staan. Ze twijfelen aan alles – liefde, werk, woonplaats – maar kunnen geen knopen doorhakken. Ze zijn vervreemd van zichzelf en hun omgeving. In lange takes – de slow cinema heeft geen geheimen voor Ceylan – legt Ceylan het onbehagen vast van deze dolende personages vast.

In het weergeven van onbehagen stond Ceylan niet alleen, want dat was te vinden in opmerkelijk veel Turkse films. Filmauteurs als Zeki Demirkubuz, Semih Kaplanoğlu en Yeşim Ustaoğlu reflecteerden in hun werk op het Turkse heden en verleden. Hun films, en die van anderen, doorbraken politieke taboes, zoals het tonen van de onderdrukking van de Koerden in heden en verleden. Censuur, een factor van belang in de hele Turkse filmgeschiedenis, leek een relict uit het verleden te worden. Het artikel eindigde dan ook met de toen retorisch lijkende vraag of er nog iets was dat van de censuur niet mocht in Turkse films.

Tien jaar later hangt de vlag er anders bij. Sinds Erdogan in 2014 president werd, is de vrijheid van meningsuiting aan banden gelegd en moeten schrijvers, journalisten, kunstenaars en filmmakers weer op hun tellen passen. Wie kritisch is, kan zomaar in de gevangenis belanden, weet inmiddels ook een aantal Turkse filmmakers. De verwachting dat Turkije een steeds vrijer land zou worden is niet ingelost. De toegenomen repressie heeft uiteraard gevolgen voor de cinema. Welke filmmaker durft zijn handen nog te branden aan taboe-onderwerpen? Is het toeval dat Demirkubuz en Ustaoğlu sinds 2016 geen film meer hebben gemaakt?

Tegen deze achtergrond speelt de negende editie van het Rode Tulp Film Festival zich af. Politiek is ook om een andere reden onvermijdelijk aanwezig op het festival: tijdens het festival vindt in Turkije de tweede stemmingsronde van de presidentverkiezingen plaats. Mogelijk zullen sommige Turkse gasten alsnog niet naar het festival komen, omdat ze in Turkije willen stemmen.

Op het festival zijn een kleine twintig films te zien. Vijf ervan zitten in de competitie. Daaronder de openingsfilm Okul traşı (Brother’s Keeper) van Ferit Karahan. In dit op een kostschool spelende drama stuit een leerling op bureaucratische onverschilligheid als hij hulp zoekt voor een zieke vriend. De andere vier competitiefilms op een rijtje. In Anadolu leopari (Emre Kayış) strijdt de directeur van de dierentuin van Ankara tegen de verkoop ervan, omdat hij een zeldzame oude Anatolische luipaard in de dierentuin wil beschermen. In Mavzer (Fatih Özcan) probeert een man zijn schapen te redden van een roedel wolven – inmiddels ook een herkenbaar onderwerp in Nederland. In Kerr (Tayfun Pirselimoğlu) belandt een man in een akelige situatie als hij kort voor de begrafenis van zijn vader getuige is van een moord. En in Grev (Metin Yeğin) tenslotte verzetten fabrieksvrouwen zich in het begin van de twintigste eeuw tegen slechte werkomstandigheden.

Naast de competitie is er het zes films tellende programma Panorama. Ook zijn er masterclasses van regisseur en scenarioschrijver Çağan Irmak, wiens films Dedemin ınsanları en Karanlıktakiler te zien zijn.

Het festival sluit af met de bekendmaking van de competitiewinnaar en met twee slotfilms, beide verzetsklassiekers uit het verleden. De documentaire Yollara düştük van Deniz Yeşil uit 2014 gaat over een lange demonstratie-mars van Istanboel naar Ankara in 1977, waarmee filmmedewerkers streden voor betere werkomstandigheden en tegen censuur. Het drama Maden van Yavuz Özkan uit 1978 gaat over de strijd van mijnwerkers voor een betere en veiliger werksituatie. Vast geen toeval dat deze twee strijdbare films uit het verleden op het festival te zien zijn. De in de Turkse vrouwenbeweging actieve actrice Hale Soygazi, die in meer dan vijftig Turkse films heeft gespeeld en zowel in Yollara düştük als in Maden te zien is, is bij de vertoningen aanwezig en krijgt van het festival de Lifetime Achievement Award.


Rode Tulp Film Festival | 26 mei t/m 4 juni | Amsterdam (Lab111), Badhoevedorp (Corendon), Eindhoven (NatLab), Maastricht (Lumière), Rotterdam (LantarenVenster ), Schiedam (Wenneker)