Focus: Filmhulp aan Libanon

Capharnaüm

Op 4 augustus ontplofte 2.750 ton ammoniumnitraat in de haven van Beiroet. De verwoesting was enorm: meer dan 200 doden, 6.500 gewonden, 300.000 daklozen en naar schatting 10 à 15 miljard euro schade aan de stad. Een aantal (film)instellingen levert samen in Lab111 met het programma Support for Lebanon een kleine bijdrage aan de wederopbouw.

Ooit werd Libanon het Zwitserland van het Midden-Oosten genoemd. Maar de laatste jaren lijkt het land het culminatiepunt van alle ellende in de regio. In het 5,5 miljoen inwoners tellende land leven ongeveer één miljoen (!) voornamelijk Syrische vluchtelingen in afwachting van betere tijden in hun thuisland. Dat enorme aantal leidt tot grote spanningen. Combineer dat met een corrupte regering die zich weinig aan de bevolking gelegen laat liggen, en een ingestorte economie, en het resultaat is een land aan de afgrond. De ramp op 4 augustus blies het laatste restje stabiliteit uit het land.

Je kunt er vanaf een afstandje ach en wee over roepen, maar je kunt ook iets proberen te doen. Dat laatste doen het International Queer & Migrant Film Festival, Soura Film Fest, Cinéart Nederland, Lebanese NL, De Tweede Jeugd, Not Just Hummus en filmhuis LAB111. Deze organisaties hebben de handen ineen geslagen voor het programma Support for Lebanon, dat van 17 t/m 23 september in Lab111 wordt gehouden. Met een selectie speelfilms, korte films en een panelgesprek wordt de rijke Libanese filmcultuur gevierd. En natuurlijk ook met eten. De opbrengst gaat naar betrouwbare NGO’s in Libanon.

Chronic

Te zien zijn de aangrijpende arthousehit Capharnaüm (Nadine Labaki, 2018), het tragikomische The Insult (Ziad Doueiri, 2017) en het niet eerder in Nederland uitgebrachte Chronic (Mohamad Sabbah, 2017). In laatstgenoemde film brengt een getraumatiseerde fotograaf de levens van zichzelf en drie mensen die hij portretteert in gevaar. Na vertoning van Chronic is er een Q&A met de regisseur. Naast de drie speelfilms zijn er twee programma’s met korte films en is er een panelgesprek over de situatie in Libanon.

Hoe groot de spanningen tussen bevolkingsgroepen zijn, en hoe zwaar verziekt de politieke verhoudingen in het land, bleek drie jaar geleden uit de doodsbedreigingen die regisseur Doueiri kreeg naar aanleiding van The Insult. Ook leidde de satirische film, waarin een grove scheldpartij tussen een christen met een kort lontje en een Palestijn gruwelijk uit de hand loopt, tot boycotoproepen.

The Insult

In een interview in het Parool zei Doueiri, die afwisselend in Parijs en Beiroet woont, er destijds dit over: “Ze zeggen dat ik een Israëlische collaborateur ben en dat ik met The Insult een propagandafilm voor Libanese christenen heb gemaakt. Wat een onzin! Ik ben geen christen, maar opgegroeid in een links-liberale, seculiere moslimfamilie. Weet je wat het is? Als je een film maakt over gevoelige onderwerpen, krijg je geheid een gepassioneerd debat.”

Doueiri wijt het aan het onverwerkte Libanese recente gruwelverleden. “In Libanon is er geen gemeenschappelijk stem. Zo is er absoluut geen overeenstemming over de oorzaken van de burgeroorlog [de strijd tussen Palestijnen en christenen die tussen 1975 en 1990 zo’n 250.000 Libanezen het leven kostte, JvdB]. Geschiedenisboeken op scholen stoppen in 1975, omdat het recentere verleden nog steeds explosief is.”


Support for Lebanon, van 17 t/m 23 september, Lab111, Amsterdam