Focus: Bring Your Own Chair

Eerbetoon aan onafhankelijke vrouwelijke filmmakers

Born in Flames

Filmregisseur is een ingewikkeld beroep, maar voor vrouwen nog lastiger dan voor mannen. Zij stuitten zeker in het verleden op nog meer barrières. Dat maakt het negen films tellende retrospectief Bring Your Own Chair: Independent Cinema from New York City in Kino duidelijk.

Nee, we gaan hier niet weer de geschiedenis van weggemoffelde vrouwelijke filmmakers beschrijven, want die is inmiddels genoegzaam bekend. Wie nog eens wil zien hoeveel (vergeten) vrouwen films maakten, kan terecht bij Mark Cousins veertien uur durende filmcollege Women Make Film: A New Road Movie to Cinema.

Het programma Bring Your Own Chair gaat niet over vergeten vrouwelijke filmmakers, maar telt negen onafhankelijke films van vrouwelijke regisseurs. Filmmakers die niet wachtten tot ze een (regie)stoel aangeboden kregen, maar die hun eigen stoel meebrachten.

Ze maakten films buiten Hollywood om. Niet per se altijd uit principe, maar vaak noodgedwongen, omdat ze zich niet door Hollywood de wet wilden laten voorschrijven. Zij wilden trouw blijven aan zichzelf en zonder inmenging hun films maken. Vrouwelijke regisseurs die zich toch door Hollywood lieten verleiden, raakten soms zwaar ontgoocheld. Illustratief is de carrière van Lizzie Borden (1950, Detroit). Zij maakte in 1983 voor dertigduizend dollar het onafhankelijke Born in Flames. In het in de toekomst spelende drama komen vrouwen in New York in opstand tegen onderdrukking. De film vestigde Bordens naam, die ze drie jaar later bevestigde met Working Girls, dat een ongeromantiseerd beeld schetst van de vrouwen in een bordeel. Na dit succes stond Harvey Weinsteins Miramax met een budget van zes miljoen dollar bij haar op de stoep. Borden hapte toe en ging aan het werk met Love Crimes, dat zou gaan over de seksuele verlangens en fantasieën van vrouwen. De maker belandde in een hel, omdat Miramax haar ideeën te radicaal (lees: niet gezellig mainstream) vond. Scènes werden geschrapt en de studio draaide zelfs een ander einde. Borden wilde haar naam van de in 1992 uitgebrachte film halen, maar onder dreiging van sancties durfde ze dat niet. Murw geslagen door Hollywood week ze uit naar televisie en keerde nooit meer terug naar de filmwereld.

Illustratief voor de ervaringen van vrouwen in Hollywood is ook Claudia Weill (1947, New York). Ook zij wilde na een ontgoochelde Hollywood-periode niets meer met de filmindustrie te maken hebben. Weill brak in 1978 door met het onafhankelijke Girlfriends, een portret van een jonge vrouw die een appartement deelt met een vriendin. Als deze een vriend krijgt en trouwt blijft zij ontredderd achter. De film werd geprezen om zijn authenticiteit en is een inspiratiebron voor een nieuwe generatie filmmakers, waaronder Greta Gerwig (Frances Ha, Lady Bird, Barbie). Weills talent viel op en Warner Bros haalde haar over om de komedie It’s My Turn te regisseren, over een vrouw die worstelt met de rollen in haar leven. De mannelijke crew kon echter maar moeilijk accepteren dat een vrouw bepaalde wat er gebeurde op de set. Naast dit seksisme kreeg Weill te maken met seksuele intimidatie van de producent. Vier jaar geleden vertelde ze in een interview met The Guardian hoe hij tijdens opnamen zijn hand op haar rug legde en hardop naar cast en crew riep dat hij voelde dat ze geen bh droeg. Vol walging verdween Weill na It’s My Turn uit Hollywood om er nooit meer terug te keren. Ze werd tv-regisseur en filmdocent.

Natuurlijk, dit zijn maar twee voorbeelden, maar ze laten zien dat vrouwen van ver moesten, en vaak nog steeds moeten komen in de filmwereld. Zeker in Hollywood, zodat het geen toeval is dat veel vrouwen onafhankelijke films maakten en maken. Is het dan allemaal kommer en kwel? Zeker niet, want het negen films tellende programma Bring Your Own Chair: Independent Cinema from New York City moet vooral worden gezien als een eerbetoon aan vrouwen die ondanks alle barrières spraakmakende films hebben gemaakt. Niet toevallig spelen alle films zich af in New York, want die stad is in de woorden van de samenstellers van het programma “vruchtbare grond voor vele debuutfilms van regisseurs zonder steun van studio’s”.

Het programma opent 19 november met News from Home (1976) van Chantal Akerman. De documentaire toont beelden van New York, een stad in verval in de jaren zeventig, waarbij de voice-over fragmenten voorleest uit de briefwisseling tussen Akerman in New York en haar moeder in Brussel. De film wordt geïntroduceerd door Claire Atherton, vanaf midden jaren tachtig tot aan Akermans dood in 2015 de vaste editor van de filmmaker.

Ook de eerder genoemde films Girlfriends en Born in Flames zijn onderdeel van het programma. De overige films op een rijtje. In Not a Pretty Picture (1976) onderzoekt Martha Coolidge vanuit verschillende perspectieven de verkrachting die ze als zestienjarige meemaakte. Eye, dat de film eerder dit jaar als hommage aan de feministische distributeur Cinemien vertoonde, noemt de documentaire “een dialectische film over de grijze gebieden van adolescentenseks. Dat web van onzekerheid, onwetendheid, prestatiedrang en privilege dat zo makkelijk kan veranderen in een giftige cocktail.” In Bette Gordons speelfilm Variety (1983) raakt een kassière in een pornobioscoop geobsedeerd door een rijke mannelijke bezoeker. Jennie Livingstons documentaire Paris Is Burning (1991) biedt een kijkje in de expressieve New Yorkse ballroom-beweging, waarin de lgbtqia+ gemeenschap zich veilig voelt. In de speelfilm Pariah (2011) van Dee Rees worstelt een zwarte queer tiener met haar identiteit onder de druk van haar homofobe ouders en omgeving.

In Leslie Harris’ Just Another Girl on the I.R.T. (1992) wil een in een arbeidersmilieu opgroeiende zwarte tiener het beter krijgen dan haar ouders. Ze hoopt dat te bereiken door hard te studeren, maar een onvoorziene gebeurtenis gooit haar leven overhoop. Bizar dat Harris, die met de film de juryprijs op het Sundance Film Festival won, na deze film geen film meer heeft gemaakt. Plannen genoeg, maar die werden door studio’s allemaal afgewezen, zei ze in 2018 in een interview met The Guardian: “Ze wilden geen verhalen over zwarte vrouwen en zeker wilden ze geen zwarte vrouw achter de camera.”

The Assistent (Kitty Green, 2019) kijkt door de ogen van een assistent van een Hollywood-tycoon naar de zwijgcultuur en het seksisme in Hollywood. Tot slot, in Susan Seidelmans Desperately Seeking Susan wordt een huisvrouw voor een bohemienne aangezien. De komedie met Madonna en Rosanna Arquette was in 1985 een onverwachte grote filmhit. Eind goed al goed? Mwah. De in 1952 geboren Seidelman heeft lang kunnen doorwerken, maar na haar 65ste was het afgelopen. De reden noemde ze vorig jaar in een interview met Filmkrant: “Hollywood discrimineert op leeftijd; na je zestigste word je er zachtjes aan uitgewerkt.” Ook op dat terrein is nog een lange weg te gaan.


Bring Your Own Chair: Independent Cinema from New York City | 19 november t/m 29 december 2025 | Kino, Rotterdam