The Last Viking
Het U2 van Denemarken
The Last Viking
In The Last Viking zet regisseur Anders Thomas Jensen voor de zesde keer acteurs Mads Mikkelsen en Nikolaj Lie Kaas bij elkaar. Dat leidt opnieuw tot bij vlagen gewelddadige slapstick, vol grappen over gekte, die desondanks weer raken.
Drie malloten beginnen samen een vierkoppige band. Nee, dat is niet de opzet voor een klassieke mop, maar het startpunt voor The Last Viking (Den sidste viking), de zesde speelfilm geregisseerd door de Deense filmmaker Anders Thomas Jensen.
Of nou ja, startpunt – eigenlijk gaat The Last Viking over crimineel Anker (Nikolaj Lie Kaas) die nadat hij een gevangenisstraf heeft uitgezeten de verborgen buit wil opgraven, maar stuit op de onkunde of onwil van zijn mentaal getroebleerde broer Manfred (Mads Mikkelsen), die als enige weet waar het geld precies ligt. Terwijl Anker vastzat, heeft Manfred het waanbeeld opgevat dat hij John Lennon is.
En dus dat bandje, samen met twee andere geesteszieken met wie Manfred – pardon, John – ontsnapte uit een instelling (lang verhaal): een man van Midden-Oosterse afkomst die denkt dat hij Bjørn van Abba is en een drummer die geen woord zegt. In de woonkamer van het afgelegen ouderlijk huis van de broers repeteren zij ‘Twist and Shout’, terwijl de wanhopige Anker het halve bos omspit op zoek naar zijn geld.
Een bandje, dat is misschien ook wel de juiste manier om naar het filmische partnerschap van regisseur Anders Thomas Jensen en acteurs Mads Mikkelsen en Nikolaj Lie Kaas te kijken. Die vergelijking trok Jensen zelf ook toen ik hem sprak op het filmfestival van Venetië: “Iedereen vraagt me altijd waarom ik steeds weer met Mads en Nikolaj samenwerk. Maar niemand vraagt aan U2 waarom ze nog bij elkaar zijn.”
Pruik op, gek pakje aan
Jensen is in zijn thuisland een veelgevraagd scenarist en de twee acteurs behoren tot de grootste sterren van hun generatie – Kaas in Denemarken en Mikkelsen inmiddels ook in Hollywood. Maar elke paar jaar komen ze bij elkaar om een film te maken – een beetje als een bandje dat weer eens op tour gaat. Pruik op, gek pakje aan, spelen maar.
De zes films die Jensen regisseerde vormen een opmerkelijk vormvast oeuvre. Ze zijn absurdistisch en gewelddadig, een grotesk mengsel van slapstick en bloederigheid, met een broertje dood aan goede smaak of politiek correcte ideeën. Ze worden bevolkt door personages op het randje van karikaturen, die desondanks de emoties weten te beroeren.
En telkens staan er ‘mannenclubjes’ centraal — alsof deze band of brothers keer op keer via de omweg van fictie zichzelf onder de loep neemt. Mikkelsen en Kaas speelden voor Jensen achtereenvolgens leden van een criminele bende (Flickering Lights, 2000), vrienden die samen een slagerij openen (The Green Butchers, 2003), een priester en een neonazi die strijden om het geweten van een ex-crimineel (Adam’s Apples, 2005), van elkaar vervreemde halfbroers (Men & Chicken, 2015), een oorlogsveteraan en een IT-nerd die een complot op het spoor komen (Riders of Justice, 2020) en nu in The Last Viking dus volle broers.
Glad ijs
Mikkelsen en Kaas zijn de harde kern, maar om hen heen zijn er meer terugkerende spelers. Allereerst Nicolas Bro, die op debuut Flickering Lights na in al Jensens speelfilms te zien is en ook al een rol had in diens Oscar-winnende kortfilm Valgaften uit 1998.
In The Last Viking komt zijn cameo neer op een terugkerende, snoeiharde punchline. Verder zijn er in de film grotere of kleinere bijrollen voor Bodil Jørgensen, Sofie Gråbøl, Lars Brygmann en Søren Malling, die allemaal in minstens één eerdere film van Jensen speelden. Ook cinematograaf Sebastian Blenkov, componist Jeppe Kaas (ja, de halfbroer van) en veel andere crewleden gaan al meerdere films mee.
Wat het oplevert om bij elkaar terug te blijven komen? Simpel, zegt Kaas daarover in Venetië: “Je kan veel verder gaan, zonder bang te zijn dat een regisseur het verkloot. We begeven ons in deze films vaak op glad ijs, dan moet je op elkaar durven vertrouwen.”
Glad ijs, dat kun je wel zeggen. Telkens weer wringt Jensen taboes en maatschappelijke hete hangijzers door zijn eigenzinnige filmgehaktmolen. Ondanks al hun absurdisme zitten zijn films vaak dicht op actuele thema’s – zo speelden in de achtergrond van Adam’s Apples kwesties rond de rehabilitatie van criminelen en begon Riders of Justice met een terroristische aanslag. In The Last Viking tackelen ze mentale gezondheid en intergenerationeel trauma. Dat doen ze, zoals altijd, nietsontziend, maar uiteindelijk ook met enorm veel empathie.