Mike van Diem over Voor de meisjes

‘Ik heb de lat voor de acteurs weer hoger gelegd’

Mike van Diem op de set van Voor de meisjes

Is het een drama? Een karakterstudie? Een duistere komedie? Mike van Diems vijfde speelfilm Voor de meisjes opent op 26 september 2025 het Nederlands Film Festival. “De Engelsen gingen echt voor de donkere humor.”

Voor de meisjes opent met een subliem tafereel. In de verte in een dal twee moeders met twee kleine meisjes. Op de achtergrond het massief van de Alpen, al tienduizenden jaren onbeweeglijke getuigen van de gekte van mensenkinderen. De statische camera blijft op grote afstand, terwijl de vrouwen praten over een net iets te duur vakantiehuis dat te koop staat in de buurt. Plotseling staat de camera recht voor de meisjes die naast elkaar op een kleedje zitten. Even denk je naar een pastoraal schilderij te kijken waar helemaal niks mis mee is. De volgende dag zullen de twee gezinnen samen het te dure huis kopen. Hun eerste fout. Want er blijkt van alles mis met het tafereel. Plotseling pakt het ene meisje een metalen schep en boem!

Voor de meisjes is een drama, een karakterstudie en een sardonische komedie, waarin de volwassenen lomp en bloedserieus over elkaars grenzen heen walsen. Een echte acteursfilm ook, want het zijn Thekla Reuten, Fedja van Huêt, Valentijn Dhaenens en Noortje Herlaar die dit Alpensprookje uit de hel dragen. Daarbij geholpen door de jonge acteurs Frédérique van Baarsen en Rosa van Leeuwen, maar het zijn vooral de ouders die elkaar eerst vriendelijk maar dan agressief manipuleren. Met als inzet: de levens van hun kinderen.

Het lijkt vreemd. In eerdere interviews vertelt Mike van Diem (naast Fons Rademakers en Marleen Gorris een van de drie Nederlandse filmmakers die ooit een Oscar voor Beste Internationale Film won, in 1997 voor Karakter) dat hij erg kieskeurig is in het kiezen van projecten. Maar een van de eerste dingen die hij deze ochtend zegt, als we vlakbij Artis aan tafel zitten in De Plantage, is dat elke film die hij maakte bij toeval tot stand kwam.

“Het was de hele Filmacademie al een probleem omdat ik bij God niet wist wat ik als eindexamenfilm zou maken. In een derdejaarsfilmpje van me zat een driehoeksverhouding met een moord. Hij werd vertoond op een Frans filmfestival en op een gegeven moment zegt een Israëlische regisseur tegen me: maar hoe zit het dan met het perspectief van die vrouw? Toen dacht ik, ik ga een Franse noir maken, een thriller, en ik schrijf het vanuit drie perspectieven. Een soort Rashomon, maar dan zonder de raamvertelling. Als je die weglaat, vergroot je het mysterie.”

“In die tijd werden eindexamenfilms in bioscoop Kriterion vertoond, waar je de grote filmproducenten met geen stok naartoe kreeg. Maar het jeugdige bedrijf First Floor Features zat daar die dag mooi wel. Terwijl de aftiteling van mijn film Alaska [1989] nog liep, kwam Laurens Geels naar me toe: ‘Jij komt voor mij werken en maandag mag je komen vertellen wat je wilt verdienen.’ Zo ging het.

Nadat we het die maandag eens waren geworden, wees hij op een stapel scenario’s en een stapel boeken. Ik las toen voor het eerst in m’n leven Karakter en dacht meteen: wauw. Misschien vanwege mijn eigen vader-issues. Probleem was: ik zag mezelf als een soort thrillerjongen. Dit was een typische Frans Weisz-film en ik durfde niet te zeggen dat ik de film wilde maken. Een tijd later had ik wat naam gemaakt bij de serie Pleidooi. Er was een aflevering waarin het privéleven van een advocaat dwars door een rechtszaak heen ging lopen. Dat was zo’n succes dat er maandagochtend drie filmproducenten op mijn antwoordapparaat stonden. Onder wie Lauren Geels. Toen heb ik gezegd dat ik Karakter wilde doen. Hij zei: ‘Als je dat over een week nog steeds een goed idee vindt, dan gaan we de film maken.’ Hij had namelijk de rechten niet meer, maar dat zei hij natuurlijk niet. Een week later had ’ie de rechten teruggekocht. Zo is Karakter ontstaan.”

De surprise: ook toeval. Wim Lindner, nog niet zo lang geleden overleden, was een groot productieleider. Daarnaast heeft ’ie één abominabele film gemaakt, vond hij zelf ook. Die heette Bloedverwanten, naar een verhaal van Belcampo. Lindner zei dat er nog een verhaal was van Belcampo dat hij graag had willen doen. Zo ben ik op De surprise gekomen. Tulipani heb ik overgenomen van Marleen Gorris. Dat is eigenlijk een buitenbeentje in mijn… nou ja voor zover je vier films een oeuvre kunt noemen. Het idee van Voor de meisjes komt van castingdirector Marina Wijn. Je wilt niet weten hoe vaak ik hoor ‘Ik denk dat dit echt iets voor jou is’, maar Marina had gelijk. Dat was het boek We doen wat we kunnen van Lykele Muus.”

Voor de meisjes

Waarom dacht ze dat het bij jou zou passen? “Omdat ze er direct een acteursfilm in herkende. Een boek met wat ik in slecht Nederlands veel ‘showy parts’ noem. Als een verhaal het toelaat, schrijf ik graag een behoorlijk ostentatieve rol, waarin een acteur echt kan schitteren. Zie Georgina Verbaan in De surprise. Bij deze film heb ik de lat voor de acteurs weer hoger gelegd.”

“Ik vraag aan scenarioschrijvers die ik begeleid: is deze scène de beste die je uit dit materiaal kunt halen? Die vraag heb ik mezelf nu ook gesteld. In het boek vindt een van de grote confrontaties in een huiskamer plaats. Dat is natuurlijk niet filmisch, dus ik heb die scène verplaatst naar een bergweg bij het vakantiehuis, waar de personages met z’n vieren op een bankje zitten. Het is een van de twee scènes die meer dan tien minuten duren. Had ik nooit eerder gedaan, maar ik kan het elke filmmaker aanraden. Scènes in een film duren meestal één of twee minuten. Als zo’n scène niet best uit de verf komt, is er meestal geen man overboord. Als een acteur midden in een scène van tien minuten fouten maakt, dan heb je een probleem. Dat weten zij ook. Hun tekstbeheersing is bijna als vanzelf veel beter als ze voor zo’n scène de set oplopen, merkte ik.”

Lag de lat voor jou als regisseur ook hoger? “In die bergwegscène gold dat vooral voor de scenarist en de acteurs. In de andere lange scène, een restaurantscène, heb ik mezelf en de acteurs uitgedaagd. Ik dacht: hoe maak ik er cinema van? Meestal wordt zo’n scène gefilmd met een ruim medium shot, een krap medium shot en wat close-ups. Het publiek is dat gewend, dat herkent die manier van filmen. Ik wilde die herkenbaarheid niet. Dus hebben we de camera zo geplaatst dat elke acteur precies evenveel ruimte in het shot heeft, steeds in beeld blijft en dus steeds scherp moet zijn. In veel andere films wachten acteurs gewoon op de close-up, want ze weten dat die op de montagetafel voorrang krijgt. In Amerika is het daardoor soms niet te harden als je met acteurs werkt. Die wil om creatief te werken, de vonk die ik voelde voor het project, sprong op een bepaald moment over op de acteurs. Zaten ze plotseling op een vrije dag te repeteren in plaats van dat ze gezellig uit lunchen gingen. Dan weet je dat het goed zit.”

Stond jou steeds een donker-komische film voor ogen? Op het eerste gezicht lijkt het een drama over kinderen te worden. “Nou, daar zit iets geks, want verschillende mensen blijken dus echt een verschillende film te zien. We hebben ’m in verschillende landen getest, om te kijken hoe we daar het affiche moesten maken. Over het algemeen, over de hele linie, vindt men dit een heel aangrijpende film. Maar de Engelsen bijvoorbeeld, gingen echt voor de donkere humor. Benoemden dat ook. Het Amerikaanse publiek vond de film vooral goed geschreven en noemde de plottwists. De Scandinaviërs wilden eigenlijk alleen maar huilen.”

“Als ik iets meer afstand neem en ook naar mijn andere films kijk, herken ik een element dat steeds terugkeert: de fundamentele eenzaamheid van het individu. Je kunt nooit weten wat een ander echt denkt. Het enige wat je kunt doen is heel goed kijken en luisteren. Zoals Noortje’s personage ergens in de film zegt: ‘Deze ellende hebben we te danken aan iets heel kleins, iets wat wij niet gezien hebben bij onze kinderen.’”

“Ik hou ervan als een verhaal niet goed te duiden is, als je personages niet goed kunt doorgronden. Zo heb ik een film aanvankelijk in mijn hoofd. Maar zodra je subsidie aanvraagt, ben je gedwongen aan dat ondoorgrondelijke woorden te geven. Toen heb ik gezegd: een mix van Ruben Östlunds Turist [2014], waarin een vader op skivakantie als er een lawine aankomt in een reflex van tafel rent en z’n gezin achterlaat. En Polanski’s Carnage [2011], waarin twee echtparen elkaar naar het leven staan nadat ze aanvankelijk heel vriendelijk een ruzie tussen hun kinderen proberen uit te praten.”

“Ik moet ook denken aan Who’s Afraid of Virginia Woolf?, wat misschien wel de belangrijkste inspiratie is voor de film. In 1978 heb ik een nieuwe vertaling gemaakt van Albee’s toneelstuk, want als twintig- of eenentwintigjarige vond ik de vertaling van Van ’t Reve natuurlijk zwaar gedateerd. Ook al was die maar tien jaar oud. Ik herinner me nog dat op het affiche van een voorstelling stond: ‘U wordt beleefd uitgenodigd om een avond vol spel en plezier mee te maken bij Martha en George’. Daarnaast stonden twee mensen die elkaar de huid volschelden en die elkaar in dat stuk in drieënhalf uur kapot gaan maken met beledigingen. Er werd bij mijn voorstelling gehuild, maar ik genoot ervan. Als een soort ramptoerist. Ik voel me dan wel een beetje beschaamd, maar ik kan echt smullen van menselijk onvermogen. Precies de tegenstrijdige emoties die ik bij Voor de meisjes voel.”


Voor de meisjes is openingsfilm van het Nederlands Film Festival en draait vanaf 2 oktober 2025 in de bioscoop.