THE GINGERBREAD MAN

Ook bij een rebel moet de schoorsteen roken

  • Datum 24-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films THE GINGERBREAD MAN
  • Regie
    Robert Altman
    Te zien vanaf
    01-01-1998
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Robert Altman hoort dat de studiobazen de soundtrack hebben veranderd

Het is op zijn minst een merkwaardige combinatie: de nog altijd rebelse Robert Altman, die Hollywood nog flink bij de kladden greep met The player, verfilmde een boek van John Grisham, de meest gekoesterde melkkoe van Hollywood. De productie van The gingerbread man had dan ook nogal wat voeten in de aarde. "Vergeleken met mijn perikelen bij deze film stelt The player het allemaal nog mild voor. De werkelijkheid is nog altijd absurder dan fictie."

Robert Altman (1925) heeft veel vreemde zijsprongen gemaakt in zijn carrière, zoals de regie van vele afleveringen van de televisieserie ‘Bonanza’, maar dat hij zich nu heeft toegelegd op een thriller volgens de ijzeren formule-Grisham komt als een verrassing. De twee zijn als water en vuur: Altman levert liever maatschappijkritiek dan pasklare antwoorden, terwijl Grisham zijn advocaten-thrillers rechtstreeks naar de ontknoping toeschrijft. Altman: "Ik moet je zeggen dat ik me het boek van Grisham amper herinner. Het was een nogal dun verhaaltje, waarin de advocaat aan het einde spijt krijgt van al zijn slechte daden, en hij zelfs terugkeert naar zijn ex-vrouw. Mijn film zit daarentegen vol onbeantwoorde vragen. In 1973 maakte ik The long goodbye, naar het boek van Raymond Chandler, en ook toen kon ik het niet laten om met het thrillergenre aan de haal te gaan. Het werd een satire met een uitwaaierende plot, waarin eigenlijk geen echte moord voorkwam."
The gingerbread man is een goede Grisham-verfilming geworden, maar levert tegelijkertijd een middelmatige Altman-film op. De plot is behoorlijk rechtlijnig, en staat Altman vooral tegen het einde in de weg. Een succesvolle advocaat uit Savannah, een overtuigende Kenneth Branagh met een zuidelijk accent, stort zich in een liefdesavontuurtje met een vrouw die door haar eigen vader (Robert Duvall) wordt geterroriseerd. Binnen de kortste keren krijgt de gewetenloze advocaat een koekje van eigen deeg, en wordt hij zelf achtervolgd door de politie. Hij is de Peperkoekman (Gingerbread man), gemodelleerd naar het sprookje. Hij rent en rent zo hard als hij kan, en niemand krijgt hem te pakken. Behalve de sluwe vos die belooft hem over de rivier te vervoeren. Vlak voor de oever wordt de Peperkoekman opgegeten. Aldus het sprookje.
Zoals in alle boeken van Grisham stelt de voormalige advocaat de dubbele moraal van zijn collega’s aan de kaak. "Logica in de rechtbank komt voor God, vaderland en huidskleur", luidt een van de uitspraken in de film. Altman heeft zich er vooral op toegelegd de zompige sfeer van Savannah te vangen. Het Peperkoekman-thema komt dan ook niet uit zijn pen. "Een of andere schrijver heeft dat bedacht voordat ik erbij kwam, ik weet niet eens wie." Wel voegde Altman een klassieke dramatische ingreep toe: de orkaan Geraldo staat op het punt om de stad te bereiken en die dreiging wordt tot het einde toe volgehouden.

Krediet
Altman is gewend om zijn films zelf te schrijven, zijn cast te kiezen, te regisseren en te monteren. Bij uitzondering kwam Altman aan boord van The gingerbread man toen het scenario en een deel van de casting al rond waren. Zelfs een gerenommeerd man als Altman blijkt in dit stadium van zijn carrière weleens andermans project te moeten aannemen. "Ik moet toch aan het werk blijven. Het lukt me nu al veertig jaar om zonder onderbreking te filmen, ook al gaat dat niet altijd even makkelijk. De grote studio’s weigeren al jaren om mijn films te financieren, iets waar ik eigenlijk geen traan om laat. Als ik in hun systeem ga werken, maak ik binnen de kortste keren Air Force One part 2."
Die vete met Hollywood begon al toen Altman na het succes van M*A*S*H (1970) talloze aanbiedingen van de studio’s afsloeg. Hij vervolgde zijn eigen weg met Brewster McCloud, een kleine film die slecht in de markt lag. Hij won het vertrouwen terug met het ingenieus geconstrueerde Nashville, waarin maar liefst vierentwintig deelnemers aan een politieke bijeenkomst worden gevolgd. Hij verspeelde zijn krediet echter onmiddellijk weer door in hetzelfde jaar in Buffalo Bill and the indians de heldhaftige kolonel te ontmaskeren als een gewiekste oplichter. Pas in 1992 stond hij weer in de schijnwerpers met de briljante Hollywoodsatire The player, niet in het minst omdat vele beroemde acteurs er voor een habbekrats in mee speelden. Voor de derde keer werd hij omarmd door het establishment, hij ontving zelfs een aantal Oscarnominaties, maar echt boteren wil het nog steeds niet tussen de grand old man en de filmbazen.

Immoreel
Even leek de wapenstilstand tot vrede te leiden met Short cuts, Prêt-à-porter en Kansas City, maar vorige zomer werden de messen weer geslepen. The gingerbread man was gemonteerd door Altmans eigen editor, en zou in oktober worden uitgebracht, maar PolyGram gooide roet in het eten. "Zoals gebruikelijk werd het resultaat aan een testpubliek in Hollywood vertoond. Het bleek dat ze vooral moeite hadden met de immorele hoofdpersoon. Ik eiste vier testvoorstellingen om een beter beeld te krijgen van de reacties, maar PolyGram weigerde die te geven. Ze zetten vervolgens hun eigen editors op de film, sneden er tien minuten uit, stopten afschuwelijke muziek onder de beelden, en voegden close-ups toe van Kenneth Branagh, die in hun ogen veel heldhaftiger moest zijn. Dat testen is een totaal bespottelijk systeem, waar niets tegen te beginnen valt. Ik deed toch een poging en stapte naar The Director’s Guild, waar ik voorbereidingen trof om mijn naam van de titels te verwijderen. Het had dan ook niet veel gescheeld of The gingerbread man was een Alan Smithee-film geworden (het officiële pseudoniem voor regisseurs die hun handen van een film afttrekken, MG). Op dat moment schonken ze me de film terug, ‘maar dit is wat we willen dat je gaat doen’, voegden ze eraan toe. ‘Oh nee’, antwoordde ik, ‘je geeft me de gehele film terug of niet’. Ze bonden in, en ik mocht mijn eigen editors weer aan het werk zetten. Deze film is dus mijn eigen versie."
Die strijd om de zogenaamde final cut verdient navolging, want slechts een handjevol regisseurs heeft het recht op de uiteindelijke montage. Ook Altman kent er weinig. "Misschien lukt het James Cameron bij zijn volgende film. Zelf heb ik in het verleden af en toe de final cut uitgevoerd, maar toen waren de omstandigheden anders dan nu. Voor The gingerbread man stond er twintig miljoen dollar op het spel en de productie was al gestart op het moment dat ik op de set arriveerde. In die andere gevallen kreeg ik misschien niet officieel de final cut, maar had ik hem wel."

Goedkoop luchtje
"Toch voelde ik het niet als een overwinning de final cut voor The gingerbread man te hebben bemachtigd. Uiteindelijk heeft de film verloren. PolyGram heeft bijzonder weinig moeite gedaan om de film in Amerika te promoten. In Minneapolis haalde de film binnen een week best veel geld binnen, maar verdween door het gebrek aan reclame weer veel te snel uit de bioscoop. Dat gebrek aan inzet is volstrekt onlogisch: eerst forceren ze een langerekte stoelendans, om de film vervolgens te verwaarlozen. Degene die ik hiervoor het meest verantwoordelijk stel zijn de producenten Mark Burg en Jeremy Tannenbaum. Ze hebben me echt laten vallen. De enige baas die ik vetrouwde was Chris Blackwell, die zich zelfs terugtrok uit het bestuur van PolyGram om zich achter mij te scharen. Het was Chris die PolyGram zover kreeg om zich te bezinnen op hun eisen. Het zaakje heeft hem uiteindelijk meer gekost dan het salaris van Kenneth Branagh. De hele situatie was werkelijk The player in het kwadraat."
In The gingerbread man haalt Altman het echte leven ook een beetje zijn film binnen. "Het grootste deel van het politiekorps wordt gespeeld door echte agenten, en ook alle rechters en advocaten zijn echt. Zelfs Vernon Jordan, de persoonlijk adviseur van Bill Clinton in de zaak Monica Lewinsky, speelt mee. Jordan is wel ok, maar die hele affaire kwam me de strot uit. Showbizz en politiek gaan steeds meer hand in hand. En Clinton gedraagt zich echt als een zestienjarig geil jochie. Eigenlijk wil ik helemaal niet weten wat hij uitspookt in zijn vrije tijd. Ik stem op hem, en steun zijn politiek, maar om het presidentschap hangt nu een zeer goedkoop luchtje. Ook hier geldt dat de werkelijkheid ongeloofwaardiger is dan fictie."

Branden
Goed nieuws voor de fans van Short cuts, want er is een nieuwe bewerking van andere verhalen van Raymond Carver in de maak. Altman doet niet graag voor de tweede keer hetzelfde, maar maakte voor Short cuts een uitzondering. "Ik kan niet meer tellen hoeveel geld me is aangeboden om een vervolg op M*A*S*H en Nashville te maken. Het maken van een tweede Short cuts is geheel mijn eigen keuze." Eerst zal Altman zich echter bezighouden met Cookie fortune. "Dat wordt een zwarte komedie met Patricia Neal, Glenn Close, Julianne Moore en Liv Tyler, waarin een oude vrouw uit het zuiden zelfmoord pleegt. Haar nicht vindt haar dood op de grond, en probeert vervolgens de zelfmoord te verdoezelen door net te doen alsof er een overval heeft plaatsgevonden. Vooral in het Zuiden is zelfmoord een schande; ze denken daar dat alleen gekke mensen de hand aan zichzelf slaan. Het onvermijdelijke gebeurt: de zwarte compagnon van de vrouw wordt gearresteerd wegens moord. Maar het publiek en zelfs de politie weet hoe de vork in de steel zit. Nu ja, ik vertel het verhaal nogal slecht, ik beloof je, de film wordt beter."
Ooit hoopt hij ‘Angels in America’ te verfilmen, het toneelstuk van Tony Kushner dat de Pulitzer Prize won. Hiermee zal hij zeker tegen de haren van de gevestigde filmindustriëlen instrijken. "Ik ben alleen bang dat niemand er geld wil insteken. Niemand wil zijn vingers branden aan de homoseksuele thematiek. Er zal worden gedacht dat op zo’n film nooit genoeg mensen afkomen, zodat ik een financieringsgarantie wel kan vergeten." Robert Altman mag dan Hollywoods meest favoriete rebel zijn, echt van hem houden doet men er niet.

Mariska Graveland