SPRINGTIME IN A SMALL TOWN

Hofmakerij met een stukje stof

  • Datum 06-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films SPRINGTIME IN A SMALL TOWN
  • Regie
    Tian Zhuangzhuang
    Te zien vanaf
    01-01-2002
    Land
    China/Hongkong/Frankrijk
  • Deel dit artikel

Geliefden blijven in hun schulp

Tien jaar duurde het voor de Chinese regisseur Tian Zhuangzhuang zich aan zijn derde speelfilm waagde. Het werd een subtiele, ingetogen remake van een klassiek Chinees melodrama.

We zagen het in Todd Haynes’ Far from heaven, en nu opnieuw in Springtime in a small town van de Chinese regisseur Tian Zhuangzhuang. Een verdwaald stuk stof, dat optreedt als koppelaarster tussen twee mensen die voor elkaar verboden terrein zijn. In Far from heaven wordt Cathy Whitaker door een weggewaaid sjaaltje naar haar zwarte tuinman Raymond geleid; in Springtime in a small town plukt Zhang Zichen de zakdoek van zijn gastvrouw Yuwen, ooit zijn grote liefde maar nu de ongelukkige echtgenote van zijn beste vriend Dai Lyan, uit een boom. Twee keer schept het lot met wat wind en zijde de voorwaarden voor galante hofmakerij, waarbij vooral in Springtime de setting vol gevoel voor symboliek is gekozen: in die dode, kale boom hangt de zakdoek erbij als bloesem.
Haynes en Tian weten hoe je melodrama maakt, en dat het genre soms meer op suggestie drijft dan op overdrijving. Haynes leerde het van Sirk en Ophüls, terwijl Tian een stuk of elf keer naar Fei Mu’s klassieker Springtime in a small town (1948) keek voor hij aan zijn remake begon. Waar Far from heaven nauwelijks van een echte Sirk te onderscheiden is, maakt Springtime met zijn beheerste stijl een onmiskenbaar moderne indruk. Alleen de plot en de voor een romance opmerkelijke historische setting — een zwartgeblakerd dorpje, vlak na de Chinees-Japanse oorlog — zijn overgenomen uit de oorspronkelijke film. Van de minimalistische muziek tot de gezichten van de hoofdrolspelers, alles verraadt volgens goed hedendaags arthouse-gebruik slechts een fractie van wat er tussen de personages aan diepe verlangens broeit.

Morrelende strijkers
Deze understatement-aanpak, hier en daar opgefrist met een Weense wals, is gemakkelijk te interpreteren als de uitkomst van een lang rijpingsproces. Er liggen immers maar liefst tien jaar tussen Springtime en Tians vorige film, het in China verboden The blue kite. Het is opmerkelijk hoezeer de films van elkaar verschillen, niet alleen inhoudelijk — een maatschappijkritisch politiek drama versus een intieme driehoeksverhouding — maar vooral ook stilistisch. Is The blue kite gemonteerd volgens het traditionele shot-tegenshotmodel, in Springtime wordt vrijwel elke scène met één zacht verglijdende take afgehandeld. De kadrering is afstandelijk; pas naar het einde toe komt Tian met close-ups. Op de soundtrack staan enkel wat morrelende strijkers en harpen in plaats van een uitleggerige orkestscore. Al met al zit Springtime veel onconventioneler in elkaar dan zijn voorganger, alsof Tian zijn opvattingen over film volledig heeft bijgesteld. Springtime lijkt wel een tweede debuut.
Tot hij met een nieuwe film komt (hopelijk niet pas over tien jaar) en dat vermoeden al dan niet bevestigd wordt, is het veiliger te stellen dat Tian gewoon de stijl heeft gekozen die hij het beste bij zijn verhaal vond passen. De violen kruipen niet uit hun schulp zolang de geheime geliefden dat ook niet durven; en pas wanneer ze dat wél durven, met alle dramatische gevolgen vandien, schuift ook de camera dichterbij. Het hangt er maar net van af of je je door deze dubbele afstand laat verleiden of afschrikken. Springtime in a small town blijft een film voor mensen die zakdoekjes rapen romantischer en ontroerender vinden dan een gepassioneerde kus.

Kevin Toma