Rembrandt’s J’Accuse

De beschuldigende vingertjes van Rembrandt en Greenaway

Peter Greenaway geeft in Rembrandt’s J’Accuse een vlot gemonteerde les beeldlezen aan de hand van een moordmysterie vervat in ‘De Nachtwacht’. Maar hebben we die les wel nodig?

Wat als ‘De Nachtwacht’ niet alleen een groepsportret van een schuttersgilde is, maar ook een gecodeerde boodschap van Rembrandt aan zijn publiek, waarin hij de geportretteerde compagnie beschuldigt van moord? Dat is de stelling die Peter Greenaway poneert in Rembrandt’s J’Accuse, een essayistische film waarin hij zelf optreed als de verteller en/of openbaar aanklager die de moord onderzoekt.

Greenaway ondervraagt betrokkenen – Rembrandts vrouw Saskia (Eva Birthistle), zijn maîtresses Hendrickje (Jodhi May) en Geertje (Emily Holmes) en collega-schilders als Ferdinand Bol (Jonathan Holmes). Maar vooral onderwerpt hij het schilderij aan een minutieus ‘forensisch onderzoek’, waarbij uit een systematische interpretatie van 31 details een grotere waarheid opduikt. Zelfs het feit dat delen van het schilderij in de loop der tijd werden verwijderd krijgt een sinistere lading.

Dezelfde theorie zette Greenaway overigens vorig jaar al als fictiefilm uiteen in Nightwatching, en Rembrandt’s J’Accuse wordt gelardeerd met een rijke greep fragmenten uit die film. De nieuwe film dient dan ook een ander doel. “De meeste mensen zijn visueel analfabeet”, stelt Greenaway aan het begin van de film. In Rembrandt’s J’Accuse geeft hij ons een les ‘beeldlezen’. Die les mag overigens direct in praktijk worden gebracht: de film wordt exclusief vertoond in speciale arrangementen, waarbij de bezoekers na het zien van de film direct het museum in worden gestuurd.

Paul is dood
Alleen: zijn we met zijn allen wel zulke beeldanalfabeten als Greenaway stelt? De moordtheorie uit zijn film, en het gepresenteerde bewijsmateriaal, doet zowel in aard als vorm denken aan bekende conspiracy theories uit de afgelopen decennia. Bijvoorbeeld de zeer uiteenlopende interpretaties van foto- en video-opnames van de aanslag op het World Trade Centre. Of de uitvoerige beeldexegeses uit boeken (en films) als The Girl with a Pearl Earring en The Da Vinci Code. Of de uit 1969 stammende en in de loop der jaren eindeloos uitgebouwde legende dat Paul McCartney op het hoogtepunt van Beatlemania overleed en werd vervangen door lookalike William Campbell. Hoewel er hier geen achterstevoren afgespeelde songteksten aan te pas komen, lijkt Rembrandt’s J’Accuse in zijn ontleding van het beeld sterk op de manier waarop Beatlefans plaathoezen onder de loep nemen.

Echt nieuw is Greenaways manier van kijken dus niet. Rembrandt’s J’Accuse wordt dan ook een stuk interessanter als we de film juist opvatten als postironisch commentaar op die samenzweringstheorieën.

Ook als we Greenaway wel serieus nemen, is er echter genoeg te genieten. Greenaway’s interpretaties van een ruime greep hoogtepunten uit de kunstgeschiedenis die zijdelings aan bod komen, bijvoorbeeld. En de letterlijk gelaagde montage van de film, waarin pratende hoofden, filmfragmenten en tekstelementen over elkaar heen buitelen. Zodat er ook in Rembrandt’s J’Accuse zelf weer genoeg uit het beeld valt te interpreteren.