BLIND

Muis versus olifant

  • Datum 06-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Blind [2007]
  • Regie
    Tamar van den Dop
    Te zien vanaf
    08-02-2007
    Land
    Nederland, België, 2007
  • Deel dit artikel

Tamar van den Dop en cameraman Gregor Meerman op de set van BLIND (foto Victor Arnolds)

Actrice Tamar van den Dop debuteert als speelfilmregisseur met blind. Daarin vecht een vrouw om het recht zichzelf te mogen zijn. Van den Dop leverde zelf een "titanenstrijd" om haar zintuiglijke ideeënwereld op het witte doek te krijgen.

Witte sneeuwvlokjes vallen van het plafond de zwartbruine kamer binnen als voorlezeres Marie aan de blinde Ruben het sprookje van de sneeuwkoningin vertelt. De blinde jongen ‘ziet’ de sneeuw die via zijn oor zijn hoofd binnendwarrelt. Geen wonder dat hij verliefd wordt op de vrouw die hem de wereld schildert. Niet zoals die is, maar zoals die zou kunnen zijn als er geen natuurwetten en praktische bezwaren in de weg zouden staan.
Met blind ging het debuterend speelfilmregisseur en scenariste Tamar van den Dop niet in de eerste plaats om het sprookje van de sneeuwkoningin, maar om de magische scheppingskracht van het vrije woord. Tegelijkertijd laat ze zien hoe de werkelijkheid het bereik van die kracht begrenst. Marie (Halina Reijn) is een beschadigde vrouw, die de heersende opvattingen over schoonheid in geen lichtjaren benadert. Ze vlucht in de wereld van het boek, waar ze geen afkeurende blikken hoeft te verwachten. Ruben, die in haar littekens ijsbloemen ziet, opent op zijn beurt voor haar deuren die voorheen gesloten bleven. Marie is dan ook als de dood voor de gevolgen als Ruben door een operatie misschien weer zal kunnen zien. Want zal de vrouw van zijn dromen dan de toets der kritiek nog doorstaan? Van den Dop daagt de heersende opvattingen over schoonheid voor het tribunaal en vraagt zich af wie er nou eigenlijk blind is of ziener.

Kasteel
Tamar van den Dop: "Het idee stamt al van de toneelschool, waar ik leerde dat taal an sich al een geschiedenis en een invulling heeft. Als je een woord zegt, roept dat meteen al een associatie op. Daarmee kun je in een kale ruimte een heel kasteel van Windsor bouwen. Met Shakespeare ben je opeens in Schotland en iedereen is mee. Dat is de grote kracht van taal."
Omdat Van den Dop zich bij het schrijven van het scenario voor blind afvroeg hoeveel tekst een film verdraagt, zocht ze naar een verhaal om voor te lezen. Ze koos voor Andersens sprookjesboek met de sneeuwkoningin, dat ze als kind al door haar oma kreeg voorgelezen. Zo groeide het idee dat de kleurloze voorlezeres in de film een albino moest zijn. blind zou beginnen in het donker, met weinig kleur. Naarmate Ruben en Marie hun eigen wereld tot leven roepen, valt er meer licht in het donkere landhuis en krijgen de vertrekken rond de bibliotheek meer kleur. blind is een film vol boeken geworden.
Van den Dop: "Misschien heb ik wel een draak verslagen door juist die twee te combineren. Toen op de middelbare school werd ontdekt dat ik dyslectisch was, bracht dat een soort bevrijding met zich mee. Ik was dus niet dom. Het betekent wel dat ik weinig en traag lees. Maar áls ik een goed boek lees, maakt dat een onverwoestbare indruk. Vroeger schreef ik altijd met potlood zodat ik alles weer uit kon gummen. Nu heb ik een computer met spellingscontrole. En dan nog staan er duizend fouten in. Ik heb een beetje een haat-liefdeverhouding met taal. Soms maak ik woorden die niet bestaan, maar die iedereen begrijpt. Dat ene rare woord zegt soms beter wat ik bedoel dan die twee bestaande woorden samen. ‘Waarom kan ik dat nou niet gebruiken?’ vraag ik me dan af. ‘Dat is toch dichterlijke vrijheid?’"
Behalve in klank en beeld zit de aantrekkingskracht van het medium film voor Van den Dop in de mogelijkheid details uit te vergroten die normaliter aan je voorbij gaan. "Alsof je eventjes aan een handrem trekt en focust."
In haar korte film lot (2002), over de belevingswereld van een vijfjarig meisje, gebruikte ze die benadering in een scène waarin het meisje kijkt hoe haar plas in de grond trekt. De bubbeltjes die knappen als het water in de aarde verdwijnt. Dát is Van den Dop ten voeten uit.

Bakstenen
De mooiste magisch-realistische scène uit blind is op dezelfde subtiele, zintuiglijke wijze in elkaar gezet. Ruben, die in bad zit, hoort druppels uit een spons in het bad ploppen. De druppels trekken kringetjes als regendruppels in een vijver. Het bad wordt een vijver. De vijver vult zich met goudvissen. De goudvissen groeien uit tot vette sierkarpers die traag rondslingeren onder een met bloemen versierd wateroppervlak.
Van den Dop: "Eigenlijk dreef er een meisje. Ik wilde haar zó laten drijven dat daaronder vissen waren. Maar dat was te duur en dat kon allemaal niet. Op een gegeven moment ben je moegebeukt. Dan denk je: het is goed, ik doe het wel met vissen."
"Een titanenstrijd" was het, zegt Van den Dop, om haar filmwereld op het witte doek te krijgen. "Ik was de muis die het tegen een olifant moest opnemen." Het begon er al mee dat ze twee hoofdpersonen had. Van den Dop: "Dat is not done. ‘Dat kan niet, dat hoort niet’, kreeg ik te horen, ‘je moet er altijd één kiezen.’ Ik dacht: ‘Ik geloof er geen kont van, van al die regeltjes. Eerst maar eens zien.’ Het volgende struikelblok was dat Marie uit het niets kwam en in het niets verdween. ‘Dat kan niet, dan stort de film in elkaar.’ Ik zei: ‘Nee, dan mis je haar, dat is juist goed. Laat de mensen maar even helemaal niet meer weten waar de film heen gaat, dat is helemaal niet erg.’"
Zo komen sommige plotwendingen in blind als bakstenen uit de lucht vallen. Van den Dop: "Dat vind ik nou juist het leuke aan sprookjes, dat ze zo kort door de bocht kunnen gaan en absurd zijn. Dat er een jongetje in een kooi wordt gestopt om vet te mesten en op te eten; dat een zeemeerminnetje graag voetjes wil, maar dat ze op messen loopt als ze die voetjes heeft. Dat pik je in een sprookje."
Conventionele regels over oriëntatie? Die zet Van den Dop even makkelijk op de helling. Er is een landhuis, met een hoop kamers, een tuin, bomen, water om op te schaatsen. Dat is genoeg. Van den Dop acteert het gesprek tussen de muis en de olifant: "’Ja maar je moet toch weten welke kamer waar is?’ Ik zeg: ‘Hoezo? Het is gewoon een groot huis en iedereen verdwaalt. En ik wil dat de bibliotheek boven is.’ ‘Ja maar een bibliotheek is altijd beneden.’ ‘Ja. Maar ik wil ‘m boven.’ Ik heb echt moeten leren om mijn zin te krijgen."

Joren Seldeslachts in blind (foto Victor Arnolds)

Littekens
Naarmate de film vordert, lijkt de invloed van de buitenwereld — in meer dan één opzicht — zich onverbiddelijk op te dringen. Bij gebrek aan vertrouwen in het zelfdenkend vermogen van de kijker en de kracht van het beeld, spellen de dialogen de conclusies voor ons uit: "Sommige littekens zijn voor altijd", "ze wil niet gezien worden" en "liefde is blind". Van den Dop: "Ja, dat is wel een issue geweest. Maar er zijn andere dingen die voor mij veel meer een gevecht waren. Op bepaalde plekken geen muziek gebruiken. Wel een bepaald soort muziek ergens anders. Het einde alleen al: ik wilde heel graag dat Ruben en Marie separaat zaten aan het slot. Maar dat ze niet samen in die tuin zaten, was ondenkbaar. Dat moest en zou. Mensen moesten met een blij gevoel de bioscoop uitgaan. Je bent nooit helemaal vrij, je moet altijd concessies doen. Omdat film niet alleen maar een kunstvorm is, maar ook business. Daar wringt ‘m al de schoen. Even dacht ik: "ik doe het nooit meer." Maar ik heb het beste gedaan wat ik kon. Ik heb de film nu een tijd niet gezien omdat ik een maand op vakantie ben geweest. Ik ben heel benieuwd als ik het straks terugzie, in hoeverre ik eigenwijs ben gebleven, in hoeverre het nog míjn ding is."

Karin Wolfs