Berliner Tagebuch

Bij ons in Berlijn

Het gevoel als ‘buitenlander’ nergens thuis te zijn, maakte de in Amsterdam wonende Rosemarie Blank nieuwsgierig naar immigranten in haar geboortestad Berlijn. Alleen niet nieuwsgierig genoeg.

“Velen zeggen zich hier thuis te voelen. Maar hoe thuis zijn ze hier eigenlijk?” vraagt de maakster zich aan het begin van haar film af. Het is goed om je te realiseren dat dit een retorische vraag is. Want Berliner Tagebuch gaat niet over ’thuis’. De film gaat over ontheemding, een thema dat al sinds haar debuut La terra in due als een rode draad door het werk van Rosemarie Blank loopt.
Veel scènes van Berliner Tagebuch spelen zich af in treinen en stations van de U- of S-Bahn. In combinatie met het onderwerp — immigranten in een Europese metropool — maakt dat de film bijna automatisch tot het Berlijnse broertje van Heddy Honigmanns Het ondergronds orkest (1998), waarin muzikale optredens in de Parijse metro het startpunt waren voor een film over ballingschap. Maar er is een groot verschil. Waar Honigmann de personages tot voorbij de voordeur achtervolgt, en met haar vragen diepere emoties en drijfveren aan de oppervlakte brengt, blijft Blank op afstand. Haar gesprekken, steeds in de openbare ruimte gevoerd, blijven oppervlakkig. Zelfs een openhartig relaas over een jeugdtrauma wordt door de geïnterviewde op afwezige toon opgedist. Zijn tegenzin is nog te begrijpen, maar is het niet de taak van een interviewer om die weg te nemen?
Uiteindelijk is Blanks eigen gevoel van ontheemding niet alleen het uitgangspunt, maar simpelweg het onderwerp van de film geworden. Ze is overigens eerlijk genoeg om haar subjectieve aanpak al in de filmtitel te etaleren: een dagboek is altijd persoonlijk. Maar verklaart dit misschien ook waarom in de gesprekken zo weinig werkelijke interesse doorklinkt? Een scène in een Arabische herenkapsalon levert een onthullende kijk op haar benadering. “Hoe bevalt het u bij ons in Duitsland?” vraagt een mannenstem — kennelijk toebehorend aan een crewlid — aan een klant. Hilariteit in de kapsalon, waarna de geïnterviewde herhaalt: ‘bij ons in Duitsland?’ Tja. Wie durft na zo’n vraag nog hardop te beweren dat hij zich thuisvoelt?

Sasja Koetsier