Thuiskijken – 1 november 2012

  • Datum 01-11-2012
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Tokyo Story

Vijf redenen waarom The Story of Film toch niet zo goed is (als iedereen denkt)

Laaiend enthousiast werd het vijftien uur durende The Story of Film in Nederland ontvangen. Nu de film op dvd verschijnt maakt filmcriticus André Waardenburg de balans op.

Met enige verbazing zag ik dat vier collega’s in de rubriek Filmsterren in de Filmkrant van oktober The Story of Film allemaal 5 sterren geven — de allerhoogste waardering mogelijk. Natuurlijk, de ambitieuze serie van filmmaker en voormalig filmjournalist Mark Cousins is zeker de moeite waard, al was het maar om op het spoor te worden gezet van films of filmmakers waar je nog nooit van hebt gehoord. Maar zó goed? Toen ik een paar afleveringen had gezien sloeg de twijfel toe. Met het gevaar als azijnpisser in de hoek te worden gezet zal ik een paar bezwaren tegen Cousins en zijn megalomane project opsommen — een beetje à la Cousins zelf die ook graag deze vorm kiest, zoals zijn zeven redenen waarom Hitchcock zo goed is. Hier dus vijf redenen waarom Cousins niet zo goed is.

Feitelijke onjuistheden | Daar zijn er niet heel veel van, maar ze zijn er wel. Soms heel pijnlijke. Zo wijst hij een clip uit Georges Méliès beroemde Le voyage dans la lune (1902) aan een heel andere Méliès-film toe. Ook roept hij dat Chaplins The Kid (1921) diens eerste film is. Hij bedoelt natuurlijk Chaplins eerste lange film. Voor wie niet weet dat Chaplin zo’n honderd korte films maakte vóór The Kid, wekt dit een verkeerde indruk.

Conceptuele onjuistheden | Cousins betoogt dat de klassieke films uit Hollywood niet ‘klassiek’ zijn, maar ‘romantisch’. De Japanse cinema, die is klassiek. Cousins demonstreert dit door te verwijzen naar de in kunsthistorisch opzicht ‘klassiek’ gecomponeerde beelden van Ozu. Zijn alle Japanse films dus klassiek? Wat als Ozu een uitzondering is? Hoe zit dat? Cousins komt er niet meer op terug. Ook beweert hij dat het een schande is dat het Westen de Japanse film zomaar aan zich voorbij liet gaan, daarbij vergetende dat de Japanse regering pas in de jaren vijftig bereid was de films te exporteren en heel verbaasd was dat het Filmfestival van Venetië in 1951 bijvoorbeeld Kurosawa’s Rashomon wilde vertonen. Hoe kan het een ‘extreme oversight’ zijn als die films daarvoor simpelweg niet te zien waren in het Westen? Idem voor zijn gelijksoortige bewering over de Chinese cinema uit de jaren dertig. Een communistisch land exporteerde in die jaren niet naar het perfide Westen: pas onlangs werden de Chinese archieven opengesteld.

Slechte interviews | Cousins deed zijn eigen interviews en filmde ze zelf. Met onorthodox camerawerk — zo wordt Hitchcock-acteur Norman Lloyd zo ongeveer in zijn neus gefilmd — en amateuristische belichting ondervraagt hij nog levende regisseurs. Maar wat zijn die interviews slecht! Ze leveren nauwelijks informatie op en als ze al interessant dreigen te worden vraagt Cousins niet door. Want waarom vond bijvoorbeeld Stanley Donen de films van Busby Berkeley eerst niet om aan te zien?

Tunnelvisie | Cousins beoordeelt films niet op succes, maar wie wel? Alleen de boekhouders in Hollywood toch? Films draaien voor Cousins om vernieuwing, om experimenten met de filmtaal. Hij fixeert zich op wie wat als eerste deed, een fixatie die hij ontleent aan Barry Salts boek Film Style and Technology (eerste editie: 1983). Cousins studeerde filmwetenschappen, dus dat boek kent hij ongetwijfeld. Wel meer dat Cousins presenteert als eigen inzichten ontleent hij aan die studieboeken filmwetenschap. Door alleen maar te denken in termen van vernieuwing wordt veel onder het tapijt geveegd. Cousins behandelt kort Disney en diens innovaties maar komt daarna vrijwel nooit meer terug op animatie. Heel vreemd. En zijn fixatie met de Afrikaanse cinema is niet alleen wat politiek correct, maar zorgt ook voor wat psychologen ‘bias’ noemen: een vooringenomenheid die blind maakt voor andere waarheden.

Voice-over | The Story of Film is Cousins persoonlijke project, maar moest hij echt zelf die slepende voice-over inspreken? Zijn Ierse accent is sappig, maar ook wat slaapverwekkend en hij heeft de tendens om elke zin op te lepelen als een vraag. Maar genoeg gezeurd nu: ga vooral zelf kijken en oordelen!

André Waardenburg

The Story of Film | Engeland, 2012 | Regie en samenstelling Mark Cousins | 15 uur (915 minuten) op 5 dvd’s | distributie Homescreen | op dvd vanaf 29 november

Releases

Een elftal hoogtepunten uit het aanbod voor thuis­­kijkers in november, beschikbaar op dvd, blu-ray of video on demand.?

Les neiges du Kilimandjaro | Nee, geen sneeuw of bergen te bekennen in deze losse bewerking van het gedicht Les pauvres gens van Victor Hugo. In plaats daarvan zien we hoe in grauwgruizig Marseille een echtpaar door een overval in armoede belandt. dvd/vod | Twin Pics

Clip | Maja Miloš’ Tiger Award-winnaar is seksueel expliciet — net niet pornografisch, maar vaak wel vernederend. Een portret van een generatie jongeren in het Servië van na de burgeroorlog die hun emoties verbergen achter zelfdestructief hedonisme. dvd/vod | De Filmfreak

Jonas Mekas box | Bij zijn negentigste verjaardag wordt de ‘godfather van de Amerikaanse avant-gardefilm’ geëerd met retrospectieven in o.a. het Centre Pompidou in Parijs en BFI in Londen. In Nederland verschijnt deze oeuvrebox, volgende maand uitgebreid besproken. dvd | Moskwood Video

Le voyage extraordinaire/La voyage dans la lune | Filmles en filmgeschiedenis in één doos: Georges Méliès’ fenomenale La voyage dans la lune in de recente, fantastisch opgepoetste versie, vergezeld door Serge Brombergs aanstekelijke documentaire over die restauratie. dvd | O’Brother Distribution

¡Vivan las Antipodas! | Net op tijd, deze uitgave: nu Victor Kossakovsky IDFA aan zal doen als samensteller van de Top 10 kan iedereen die door dit meest recente epos vol grootschalige spiegelingen nieuwsgierig wordt naar zijn oeuvre direct in Amsterdam terecht. dvd/vod | De Filmfreak

The Mill & the Cross | Rutger Hauer speelt Pieter Bruegel de Oude in dit unieke filmkunstwerk, een meerlagig filmisch wandtapijt waarop de personages van Bruegels ‘De kruisdraging’ tot leven komen en weer in de achtergrond verdwijnen. dvd/blu-ray | De Filmfreak/Contact Film

Pepperminta | Door de ogen van kunstenares Pippilotti Rist is de realiteit een wonderlijk ding vol wandelend fruit en slakken met kabouterhuisjes op hun rug. Voor de één een geslaagde ‘kunstenaarsfilm‘, voor de ander een plasticroze niemendalletje. dvd/blu-ray | De Filmfreak/Contact Film

Pixar Shorts Collection 2 | Naast de wat tegenvallende nieuwste lange Pixarfilm Brave verschijnt gelukkig ook dit juweeltje, dat de twaalf meest recente kortfilms van Pixar verzamelt. Waaronder Day & Night, een van de weinige écht vernieuwende 3D-films, maar hier helaas niet in 3D. blu-ray | Walt Disney

The Dark Knight Trilogy | Op zes dvd’s of vijf blu-ray schijfjes verzameld: Christo­pher Nolans complete Batman-trilogie in al zijn glorie. Om thuis rustig al de gaten in de plot er uit te vissen, waaraan Nolan in de bioscoopzaal zo vaardig voorbij wist te denderen. dvd/blu-ray | Warner

New Girl, seizoen 1 | Meer bewijs dat de Amerikaanse ‘cooky-quirky-indie’ mainstream is gegaan: deze amusante sitcom met Zooey Deschanel als warhoofd Jess, die als zij door haar vriend wordt gedumpt (klinkt bekend) een huis gaat delen met drie vrijgezelle mannen. dvd | FOX Home Entertainment

Magic Mike | Dit pet project van rijzende ster Channing Tatum, losjes gebaseerd op zijn eigen ervaringen als stripper, is naar verluidt een van de laatste films van Steven Soderbergh voor hij stopt met filmen. Al wilde Tatum eigenlijk Nicolas Winding Refn in de regie­stoel. dvd/blu-ray | A-Film

Joost Broeren

Lola Versus
Mumble­core is dood…

Wat blijft er over van de lo-fi op­recht­heid van de Amerikaanse mumblecore-films als het genre opgeslokt wordt door ‘Indiewood’, zoals de afgelopen jaren is gebeurd? Niet veel, bewijst ook Lola Versus, gedragen door mompel­koningin Greta Gerwig.

Zouden Daryll Wein en zijn co-scenarist Zoe Lister Jones zelf de ironie hebben ingezien van het onderwerp van de dissertatie die het titelpersonage in Lola Versus schrijft? Die gaat over het gebruik van stilte in de negentiende-eeuwse Franse literatuur, maar, legt Lola aan de commissie uit, "ook over stilte in de hedendaagse media en popcultuur. Of eigenlijk: het gebrek er aan, onze gezamenlijke doodsangst voor stilte." En dat in een romantische dramedy waarin het vooral draait om praten, praten, praten — de ongemakkelijk stilte die in het universiteitskamertje valt na Lola’s uitleg is zo ongeveer de enige adempauze in de film. Eindeloos draaien Lola (Greta Gerwig) en haar vrienden en vriendinnen rondjes in hun gesprekken, nadat Lola kort voor haar trouwdag wordt gedumpt door haar verloofde en een nieuwe balans in haar leven moet vinden.
Dat eindeloze gepraat was altijd al een kenmerk van het Amerikaanse houtje-touwtje-­indie genre mumblecore, waarin ook Wein en Lister Jones hun eerste schreden zetten. Daar komt de genrenaam ook vandaan: in de voor een appel en een ei gedraaide films werd eindeloos door en langs elkaar heen gepraat, waarbij verstaanbaarheid niet altijd het belangrijkste criterium was. Eerder ging het om de waarachtigheid, de oprechtheid waarmee de personages in die gesprekken met elkaar en hun eigen gevoelens worstelden.
Precies die oprechtheid is wat er zo vaak mist nu de mumblecore-makers opgeslokt worden door de ‘indie’-takken van de grotere Hollywoodstudio’s — zozeer dat vakblad Variety de visuele stijl van dit soort films al kort en bondig omschrijft als ‘Fox Searchlight’, in een verwijzing naar de studio die deze films het hardhandigst heeft omarmd. Zo ook in Lola Versus: er is geen ruimte meer voor commentaar op de grenzeloze, soms bijna stuitende hipheid van Lola’s artistieke New Yorkse wereldje, en de emoties blijven al te vaak aan de oppervlakte steken, hoe hard de fenomenale hoofdrolspeelster Greta Gerwig (de ongekroonde koningin van de mompelaars) ook haar best doet. Wat rest is een aardige poging om de romcom op zijn kop te zetten, door het gebruikelijke happy end al in de eerste vijf minuten te presenteren, en direct weer om zeep te helpen, maar niet meer dan dat. Sommige diamanten kun je blijkbaar beter niet polijsten.

JB

Lola Versus | Verenigde Staten, 2012 | Regie Daryll Wein | 87 minuten | import-dvd (20th Century Fox)

The Do-Deca-Pentathlon
…lang leve mumblecore!

Nu het mumblecore-genre bijna ten grave gedragen kan worden, is er nog net tijd voor één wonderlijke, opwin­den­de stuiptrekking uit haar hoogtijdagen: The Do-Deca-Pentathlon van de gebroeders Duplass werd gedraaid in 2008 maar nu pas afgemaakt.

"25 wedstrijden. 2 broers. 1 kampioen." Met die tekst, op een knutselige, huisgemaakt aandoende tekstkaart maar begeleid door bombastische, de Olympische Spelen waardige muziek, opent The Do-Deca-Pentathlon van broers Jay en Mark Duplass. De combinatie staat exact symbool voor wat de film doet: een piepklein menselijk verhaal vertellen, dat voor de betrokken personages grootse, allesomvattende gevolgen heeft.
Broers Mark en Jeremy hielden als tieners de ‘do-deca-pentathlon’ van de titel: een competitie met 25 wedstrijden — hardlopen en basketbal maar ook lasergames en wie het langst zijn adem in kan houden — om voor eens en voor altijd te bepalen wie de beste broer is. Maar dankzij een discutabele ingreep door een grootvader eindigt het in een gelijkspel. Het drijft een wig tussen de broers, en al zijn ze inmiddels volwassen, ze kunnen elkaar nog altijd niet luchten of zien. Dat zit diep: stiekem benijdt de vrijgezelle flierefluiter Jeremy, die zijn geld verdient op pokertoernooien, zijn oudere broer om diens ogenschijnlijk gelukkige familieleven, terwijl Mark zich juist gevangen voelt in zijn gezin.
Tot ze ter gelegenheid van de verjaardag van oudste broer Mark bij elkaar komen, en besluiten hun competitie over te doen. In het geniep, want Marks vrouw Stephanie vindt het maar niets dat haar echtgenoot zijn fragiele gezondheid verder onder druk zet en hun moeder kan de competitiedrift van haar zoons niet verdragen.
The Do-Deca-Pentathlon werd door de gebroeders Duplass, lichtende voorbeelden in de mumblecore-stroming, opgenomen in 2008, voor hun overstap naar de grotere Hollywoodstudio’s voor films als Cyrus (met John C. Reilly en Jonah Hill) en Jeff, Who Lives at Home (met Jason Segel en Ed Helms), maar pas nu afgemaakt. Met terugwerkende kracht is hij te zien als schakelfilm tussen hun vroege lowbudgetfilms The Puffy Chair en Baghead en die recentere films. Meer dan in hun nieuwste films kunnen dingen in The Do-Deca-Pentathlon ongezegd blijven — zo speelt het feit dat de vader van Mark en Jeremy in geen velden of wegen te bekennen is ongetwijfeld een rol, maar wordt er nergens in de film expliciet naar verwezen. Zo ontstaat in de kleine, doelbewust chaotisch gedraaide en gemonteerde film een subtiel portret van broederlijke twist.

JB?

The Do-Deca-Pentathlon | Verenigde Staten, 2012 | Regie Jay en Mark Duplass | 76 minuten | import-dvd (20th Century Fox)

You Are Here
Wervelend meta-essay

De mens volhardt in een zoektocht naar antwoorden die er niet zijn. Daniel Cockburn kijkt met de blik van een kind naar deze evolutionaire neiging.

Wat doe je als je weet dat het bestaan ondoorgrondelijk is? Dat het geen zin heeft er betekenis aan te geven? Probeer je er dan toch grip op te krijgen? Tegen beter weten in? Het heeft er alles van weg dat de mens weinig keus heeft. Ordenen, verklaren, begrijpen, doorgronden, zin geven: ze zitten even sterk in onze natuur als, zeg, de drang om te overleven. In religie, wetenschap, kunst en ja, ook in het leven van alledag.
Daniel Cockburn wil met zijn meta-essay You Are Here niet zozeer doordringen tot de werkelijkheid, maar in onze aanleg om in de werkelijkheid te willen doordringen. Ondanks het tragische besef dat dat onmogelijk is. Als een wervelwind, slechts mondjesmaat in toom gehouden door een voice-over, trekt een stoet aan personages voorbij. Allemaal op zoek naar antwoorden — zonder deze ooit te vinden. Een filosoof, een docent, een archivaris, een uitvinder, een proefnemer: je vraagt je af wat wij moeten als zelfs zij er niet uitkomen.
Het leven is desoriënterend, en Cockburns grote gave is dat hij dat weet te vertalen naar de vorm van zijn film. Verwacht geen recht-toe-recht-aan verhaalstructuur, zelfs geen duidelijke betooglijn. Cockburn springt, meandert, laat gaten vallen, slaat Borgesiaanse zijpaden in en bouwt Lynchiaanse parallelwerelden. Met Borges en Lynch deelt hij ook zijn voorliefde voor vervreemding en absurditeit. Levende TomToms moeten per telefoon botsingen in het sociale verkeer zien te voorkomen, terwijl in een bizar experiment (ontleend aan taalfilosoof John Searle) wordt geprobeerd om een labyrintisch boek vol Chinese tekens tóch te ontcijferen.
Cockburn begint vanuit een daverende ambitie: het wezen van het mens-zijn ontmaskeren. Dat brengt het risico mee van betweterigheid en wetenschappelijke droogheid. Maar Cockburn, die zich ook in zijn videowerk richt op de chaos van onze existentie, heeft nog een gave, namelijk dat hij blijft kijken met de ogen van een kind. Naïef. Onbevangen. Vol verwondering. Maar ook speels en humoristisch. Dat brengt lucht in wat anders een topzware intellectuele onderneming was geworden. En vooral: zelfrelativering. Ergens beseft Cockburn donders goed, dat ook hij de kluwen niet kan ontwarren. De menselijke neiging om te begrijpen, doorgronden en zin te geven, blijft zelf ook in nevelen gehuld.

Niels Bakker

You Are Here | Canada, 2010 | Regie Daniel Cockburn | 78 minuten | vod (o.a. Ximon)

Planet of Snail
Op zoek naar de gevoelige snaar

Young-Chan is doof en blind, maar wil daar niet over mokken. Deze IDFA-winnaar, onderdeel van een afgeraffel­de jubileumbox, gebruikt zijn opgewek­te gemoed om de kijker te pleasen.

Als een astronaut die door de ruimte zweeft. Zo omschrijft Young-Chan, die blind is sinds zijn geboorte en langzaam zijn gehoor verloor, hoe hij de wereld ervaart. Op de voice-over, maar regisseur Seung-Jun Yi geeft ook een visuele impressie. Young-Chan laat een vlieger onder het wolkendek dansen en peddelt zelf als een hondje door het water. Het vooroordeel zegt dat de leefwereld van doofblinden claustrofobisch is, maar Young-Chan voelt zich behoorlijk vrij.
Daarmee is de toon van deze prijswinnende documentaire gezet. Planet of Snail komt voort uit dezelfde emancipatiegedachte als de Paralympics, de Olympische Spelen voor gehandicapten. Een beperking is niet alleen maar ellendig, je kunt er prima mee leven en er zelfs gelukkig en succesvol mee worden. Young-Chan heeft over aandacht en verzorging niet te klagen. Hij vond zelfs zijn ware liefde in het schattige meisje Soon-Ho, dat geen moment van zijn zijde wijkt. Ze praten door elkaar zachtjes op de handen te tikken, werken met professionele acteurs enthousiast aan een theaterstuk en socializen met bevriende zintuigelijk beperkten.
Onder hen is één verbitterde lotgenoot, die nog enigszins voor een scherp randje zorgt. Maar het totaalplaatje is rooskleurig. Weinig doofblinden zullen het zo goed getroffen hebben als Young-Chan, die wel worstelt maar de omstandigheden duidelijk mee heeft. Het geeft de film een hoog feelgood-gehalte en dan gaat Seung-Jun Yi ook nog nadrukkelijk op zoek naar de gevoelige snaar. Young-Chan die zachtjes een boom aait, om dan zijn handen te verstrengelen met Soon-Ho: een wat kleffe drie-eenheid. Het is bedoeld als visuele poëzie maar pakt overdreven sentimenteel uit.
Vier prijswinnaars plus de toekomstige klassieker Armadillo, die allemaal op de laatste drie (!) edities werden vertoond en al een eigen dvd-release kregen. Niet bepaald een representatieve selectie. IDFA laat een kans liggen, om zijn verhaal over 25 jaar creatieve documentaire uit de doeken te doen. Een wat afgeraffeld verjaardagsfeestje, deze box.

NB?

Planet of Snail | Zuid-Korea, 2011 | Regie Seung-Yn Ji | 87 minuten | dvd (De Filmfreak) en vod (o.a. Ximon)

Import

De beste films die deze maanden internationaal op dvd verschijnen, samengesteld door Boudisque (Vredenburg 31 | Utrecht | boudisque.nl)

Weekend | Jean-Luc Godard voorzag in 1967 al het einde van de westerse maatschappij in deze profetische apocalyps-film. Hoe een idyllisch weekendje op het platteland omslaat naar een nachtmerrie van eindeloze files en moorddadige, kannibalistische revolutie. dvd/blu-ray (r1/A) | Criterion

Eclipse 37: When Horror Came to Shochiku | Vier absurde horrorfilms uit de Shochiku-studio, die destijds vooral bekendstond om de elegante drama’s van filmmakers als Kenji Mizoguchi en Yasujiro Ozu, maar rond 1967 probeerde mee te liften op het gigantische succes van Godzilla. dvd (r1) | Criterion

Alfred Hitchcock: The Masterpiece Collection | Massieve box met de eerste HD-uitgaves van veertien van Hitchcocks beste films, waaronder uiteraard klassiekers als Psycho, Vertigo, Rear Window en The Birds, plus uren aan achtergrondmateriaal. blu-ray (regiovrij) |
Universal

They Live | Nieuwe HD-uitgave van John Carpenters eighties-horrorklassieker vol nog altijd actueel sociaal commentaar, waarin aliens de mensheid subtiel in slaap sussen en één held hun plan doorziet, dankzij zijn zonnebril die hun ware aard onthult. dvd/blu-ray (r1/A) | Shout! Factory

Trouble in Paradise | Jaren geleden al eens als Criterion-uitgave verschenen, maar nu voor wie zijn speler niet gekraakt heeft ook in Europese codering én volledig digitaal opgepoetst: Ernst Lubitsch’ sublieme komedie over twee dieven die zich het leven van een rijke weduwe in praten. dvd (R2) | Eureka!/Moc

JB

Geschreven door