Prénom Carmen #55
J.Lo gaat abstract

The Cell
Carmen Felix schrijft over mainstream, genre en niche.
Ik ben hier even om het hoekje komen koekeloeren, omdat het dit jaar exact 24 jaar geleden is dat The Cell (2000) uitkwam. Nou ben ik de eerste die zal beamen dat Jennifer Lopez geen acteur uit de topklasse is, maar – even van vrouw tot lezer – ze heeft echt wel vette dingen gedaan. Er is meer dan Maid in Manhattan en Gigli! Ik noem een Out of Sight, Selena en Hustlers bijvoorbeeld – maar een film die je helaas zelden in die lijstjes ziet staan is The Cell.
Ik had de film jarenlang op dvd en maakte er een punt van om iedereen die ’m niet kende of nooit de moeite had genomen ’m te zien, op ietwat dwingende wijze te verzoeken hem eindelijk een kans te geven. En raad eens wie er nu een column in Filmkrant heeft om alle lezers op te zadelen met haar aanbevelingen?
The Cell is geregisseerd door Tarsem Singh (kijk ook meteen The Fall als je je toch in zijn oeuvre verdiept) en geschreven door Mark Protosevich (van wie op dit moment de bijzonder spannende Apple TV+ serie Sugar op de spreekwoordelijke buis is, kijk het!). Maar wat boeien die namen nou? The Cell werd destijds (en nu nog regelmatig) flink de grond in geboord door recensenten, en dat is wat mij betreft schromelijk overdreven.
In het kort: moordenaar Carl (een echt walgelijk enge Vincent D’Onofrio) slacht lekkere, jonge meiden graag op theatrale wijze af. Hij sluit ze op in een… cel, waar automatisch water in stroomt. Daarna haalt ‘ie allerlei smerige capriolen met hun lijken uit. Om deze gek te vangen haalt de FBI Dr. Catherine Deane (Miss Lopez) erbij, die via haar hersenen en een computer (don’t ask, de vroege jaren 2000 waren een broeinest voor rare technologie-plots) op vernuftige wijze in de fucked-up hersenen van de moordenaar kan kruipen. En dan gaat het natuurlijk allemaal hartstikke mis!
Oké, de dialogen zijn soms redelijk knullig en Vince Vaughn als FBI-agent mag je even negeren. Maar er is zo veel wat heel erg werkt aan deze film. Al het visuele is zonder uitzondering prachtig. Ook de manier waarop D’Onofrio de verknipte moordenaar speelt is chef’s kiss.
J.Lo doet haar stinkende best. De film is op de juiste momenten zelfs behoorlijk creepy. De fantasieën van Carl zijn ijzingwekkend mesjogge en precies van het niveau lijp dat je er af en toe een angstige schaterlach uitknalt. En als alle kostuums uit deze film in een leuke tentoonstelling gebundeld zouden worden, zou ik eindelijk m’n museumjaarkaart weer eens afstoffen.
Het is een soort Silence of the Lambs, maar dan de versie waardoor je eindelijk snapt wat ‘abstract’ precies betekent. Zonde dus om ’m aan de kant te schuiven, alleen maar omdat het idee van de ‘Let’s Get Loud’-zangeres in een goede film je niet aanstaat.