Op ooghoogte #15
Antonia Bird

Mark Cousins (The Story of Film) schrijft maandelijks over films en beeldassociaties. Deze maand: een pleidooi voor het herzien van het werk van de vorig jaar overleden cineaste Antonia Bird.
Danny Boyle, Lynne Ramsay, Stephen Frears, Ken Loach, Clio Barnard, Jonathan Glazer, Andrea Arnold… de lijst van goeie filmregisseurs die momenteel in het Verenigd Koninkrijk werkzaam zijn is lang en tevredenstellend. Dit is een portret van nog een van de beste van de Engelse filmmakers, Antonia Bird, met wie ik enige tijd een productiebedrijf heb gehad.
Haar eerste film Safe (1993), die oorspronkelijk voor televisie gemaakt was, liet al meteen haar stijl en thema’s zien: personages uit de arbeidersklasse en een vorm van verhoogd realisme — het minimalisme dat zoveel hedendaagse artfilms domineert was niets voor haar. Een criticus van de London Times schreef dat Safe je ‘op je knieën brengt’.
Birds volgende film, Priest (1994) en ook haar tweede met acteur Robert Carlyle, die haar klankbord zou worden, introduceerde mannelijke erotiek in haar werk. Het verhaal van een homoseksuele priester, voor internationale distributie opgepikt door Miramax die de film in de Verenigde Staten stevig in de markt zette en wereldwijd vertoonde, had doodsbedreigingen voor z’n regisseur tot gevolg.
Face (1997), alweer met Carlyle in de hoofdrol, was een soort van gangsterism-meets-Dreyer, een zelfverzekerde film over geweld en het menselijke gezicht tegen een politieke achtergrond. Birds films waren altijd al politiek, socialistisch, maar in 1999 bracht ze met Ravenous een widescreen meesterwerk uit, waarin ze, wederom met Carlyle, een smeuïge genremetafoor vond voor haar kritiek op de moderne maatschappij. Ravenous gaat over kannibalisme en met een snufje Sergio Leone en veel humor leek de film te zeggen dat wij elkaar, met al onze hedendaagse consumptieve competitiedrang, langzamerhand verslinden.
Na de succesvolle tv-films Care (2000) en Rehab (2003) reageerde Bird op 9/11 met Hamburg Cell. Het is veelzeggend dat de film niet vanaf een afstandje naar de islamitische terroristen kijkt. Zoals de titel aangeeft wordt hun verhaal vanuit hun perspectief, hun realiteit verteld. Hij won prijzen, natuurlijk, zoals Birds films altijd prijzen wonnen. Ze leken altijd beter geïnformeerd dan veel andere films, relevanter, dichter bij het vuur.
Maar prijzen en relevantie zijn soms niet genoeg. Bird bleef aan het werk voor de televisie, maar vond het moeilijk om haar speelfilmprojecten van de grond te krijgen. Waarom? Omdat ze te politiek was? Omdat ze een vrouw was? Omdat ze tussen de wal en het schip van de artcinema en de mainstream viel? Wat ook de mogelijke verklaringen kunnen zijn, Bird stierf op 24 oktober 2013 aan de gevolgen van schildklierkanker. Ze heeft veel betekend voor de Britse film (en nog meer voor de Britse theater- en tv-productie). Retrospectieven van haar werk zouden over de hele wereld georganiseerd moeten worden.
Mark Cousins | twitter @markcousinsfilm