Duidelijk #6
Waarom Dekalog?
Eindscènes maken alles duidelijk, of juist niet. Deze maand: Kieslowski’s Dekalog.
Waarom Dekalog?
– Omdat het zo verwoestend mooi is, omdat als ooit het woord meesterwerk gebruikt mocht worden, dit het wel is, het ware werk van een meester, zo eindeloos subtiel, zo velen malen terug te bekijken, in die zin is het nooit afgelopen. Het woekert maar door in je hoofd. Die wesp die uit het glas met siroop kruipt in het tweede deel, bijvoorbeeld, raak ik nooit meer kwijt. Maar tegelijkertijd is het er wel: een einde. Elke aflevering eindigt vrij keurig, na een lawine van emoties weliswaar, met een slot. En de personages eindigen ook. Ja, in deel 6 komt dan nog iemand van deel 2 langslopen, en er is altijd die blonde engel die ergens in elk deel de mens observeert; maar na 55 minuten van elk deel ben je klaar met het kijken naar de personages. En beginnen er nieuwe. Parallelle levens. Dit maakt het tot de meest briljante serie die ooit gemaakt is.
Kijk, tegenwoordig regent het dvd-boxen met series: The Sopranos 19, The Wire 26, Lost 93 (de nieuwe serie, nu te koop!) en God weet wat voor een subwereldjes allemaal. Wat ze gemeen hebben met de soap is dat het maar doorgaat, zelfs na 19 uur kan men nog niet genoeg krijgen van Tony Soprano. Voor mij is dit onbegrijpelijk. Ik ben geen seriemens: na 90 minuten, 120, 370, 540 desnoods, wanneer het einde dan ook is, ben ik klaar met de mensen waar ik naar moet kijken. Tijd voor nieuwe!
Series lijken op film, maar het is geen cinema, wat weekbladfilosofen ook mogen zeggen, want het kent geen einde, het ettert maar door, er zijn weer nieuwe ontwikkelingen, en je bent verplicht om benieuwd te zijn hoe de helden, die je al zo lang kent, daar nu weer mee omgaan.
Tuurlijk zitten er scenarioschrijvers op die het verrassend maken, tuurlijk is het mooi geschoten, en gaat er veel geld in om, dus komen er goede acteurs op af, maar het duurt te lang! Weg met die lui! En dat elke aflevering dan een aparte plotlijn volgt, is niet genoeg. Nee, elke keer een nieuw gezin, in elke aflevering een nieuwe menselijke driehoek, nieuwe acteurs, waardoor een verzameling verhalen ontstaat, apart, maar toch een verbintenis aangaand, niet alleen vanwege dat gebouw, maar ook thematisch, door de geboden, maar bovenal nog door de menselijke, al te menselijke dilemma’s die getoond worden, dat is cinema.
Ik sprak laatst iemand die het als volgt zei: “Ik ben iemand op wie de verbeelding een sterke invloed heeft. Ik probeer liever aan haar greep te ontkomen dan er weerstand aan te bieden. Maar bij Kieslowksi’s tienluik lukt me dat niet. Alleen al bij het zien van andermans pijn voel ik zelf pijn, en dikwijls nemen mijn emoties de gevoelens van een ander over. Ik kan het nauwelijks uitkijken. Zo raakt het mij.” Het is waar, wat Die Zeit ooit over Dekalog heeft geschreven: Zo ziet film er dus uit, als je het medium serieus neemt. Het is zo waar…
En hoe eindigt die serie dan?
– Nou, het tiende en laatste deel is een klucht. Dat is het schone: De geschiedenis herhaalt zich de eerste maal als tragedie, de tweede maal als klucht. In Kieslowski’s geval: negen tragedies en dan een satyrspel. Losjes, lichtvoetig, alsof je in een lachspiegel kijkt die langzaam…
(wordt vervolgd)