De geruchtenmachine – 8 april 2016
Verboden docu?
Gaan we in Nederland terug naar de jaren vijftig toen binnenlandse explosieve politieke kwesties als de Greet Hofmans-affaire in het buitenland werden besproken, maar niet in Nederland? De Joodse Omroep lijkt terug te verlangen naar die periode. Hij schrapte de uitzending van Hedda van Genneps documentaire de staat van ontkenning. De film stelt dat de Nederlandse bevolking vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog op zijn minst vier keer is voorgelogen door de overheid: over de vergassing van de Joden (wist Wilhelmina eind 1942), de politionele acties in Indonesië (was een bloedige koloniale oorlog), Srebrenica (Nederlandse VN-soldaten creërden de voorwaarde voor massamoord) en de oorlog in Irak (het parlement werd voorgelogen). De Joodse Omroep schrapte de aangekondigde uitzending op 29 mei met als reden dat de film niet in het uitzendschema paste. De 79-jarige Van Gennep vermoedt iets anders: “Men is bang. Het is koudwatervrees voor een politieke film. Onbegrijpelijk.” Wouter Snip, die de film produceerde, bevestigt haar vermoeden. De interimmanager van de Joodse Omroep zei tegen mij — ik ga nu letterlijk citeren: ‘Ik wil geen medewerking verlenen aan programma’s die het voortbestaan van het huidige kabinet in gevaar brengen.’ “Prachtige zin hè?” Volgens Snip bestaat overigens nog de kans dat de Joodse Omroep de film alsnog uitzendt. “Hij wordt voorgelegd aan de programmaraad, die een beslissing moet nemen.” Wie de uitkomst niet wil afwachten, kan vanaf 28 augustus in Amsterdam in Het Ketelhuis terecht. Ook is de film te zien op het Nederlands Filmfestival in Utrecht, dat van 24 september t/m 3 oktober plaatsvindt. Bij de Joodse Omroep was niemand bereikbaar voor commentaar.
(Film)oorlog
Ineke Smits heeft bizarre weken achter de rug. Toen de filmmaakster net klaar was met de opnamen voor haar speelfilm de vliegenierster van kazbek, die zich afspeelt in de Tweede Wereldoorlog in Georgië en op Texel, waar toen Georgische militairen waren gelegerd, brak in Georgië een echte oorlog uit. Omdat een oude goede kennis van Smits toevallig op de dag dat de oorlog uitbrak overleed, vloog ze voor de begrafenis naar Tblisi. “Ik kwam van een filmoorlog in een echte oorlog terecht. Ik zag parallellen tussen heden en verleden. Vooral in de volksaard. Georgiërs zijn impulsief. Ze leven vanuit de gedachte dat je je dronkenschap van vandaag niet moet verpesten door aan de kater van morgen te denken.” Wil ze ermee zeggen dat de Georgiërs zich blind in een avontuur hebben gestort? “Ze hebben de beer op zijn neus geslagen en die haalt nu hard uit. Georgiërs zijn dapper, maar niet altijd verstandig.” De gebeurtenissen hebben haar film actueler gemaakt, vindt ze. “Mijn verhaal draait over keuzes in extreme situaties. In die situaties verkeren mijn Georgische vrienden. Sommigen willen met een geweer naar Gori gaan, anderen niet.” Smits heeft eenvoudiger zorgen. “Ik begin over een paar weken aan de montage en ben benieuwd hoe ik nu naar het materiaal kijk.” de vliegenierster van kazbek, waarin ook Anamaria Marinca (zie foto, bekend uit 4 maanden, 3 weken en 2 dagen) te zien is, zal naar verwachting voorjaar 2009 gereed zijn.
Cinema.rip
De lijdensweg was lang, maar het einde komt zoals altijd toch nog onverwacht: Cinema.nl, het filmprogramma van de VPRO en de Volkskrant, is overleden. Het programma keert in september niet terug. Zendermanager Roek Lips heeft de stekker eruit getrokken. Voor commentaar verwijst hij naar VPRO’s Frank Wiering. “Het programma verdwijnt omdat uit onderzoek blijkt dat er nauwelijks interesse is voor filmprogramma’s die de wekelijkse agenda volgen. Cinema.nl trok maar 65 duizend kijkers. Dat is te weinig.” Hij ontkent niet dat het late uitzendtijdstip — het programma werd wisselend uitgezonden ergens tussen half twaalf en half één — een rol speelt, maar volgens hem had Cinema.nl het ook op een beter tijdstip niet gered. Cinema.nl is dood, maar Wiering kondigt als opvolger Cinemania aan. “Dit programma volgt niet de agenda, maar gaat over filmpassie. Het ligt meer in de lijn van hoe mensen met elkaar over film praten. Zulke gesprekken gaan al snel over de beste openingsscènes of ontroerendste liefdesscènes. We maken tien programma’s, die waarschijnlijk worden gepresenteerd door Roeland Fernhout.” Cinemania wordt gemaakt door de redactie van Cinema.nl. Het programma moet zo spraakmakend worden, dat het een onaantastbare plek verwerft. Wiering heeft goede hoop: “Herinner je je het programma ‘De staat van verwarring’? Het sloeg niet aan en moest van de netmanager van de buis, waarna we ‘Draadstaal’ bedachten. Dat programma is een groot succes.”
Tarantino’s nazi’s
Tarantino (zie foto) kondigt de film al jaren aan, maar het schijnt er nu echt van te komen. We hebben het over inglorious bastards, waarvan de opnamen in oktober in de studio’s in Babelsberg beginnen. Babelsberg? De film speelt zich af in Duitsland in de Tweede Wereldoorlog, vandaar. In Duitsland is al ophef ontstaan, omdat het uitgelekte scenario een pulpfilm in de traditie van gore B-films over de oorlog doet vermoeden. De plot: een groepje joodse Amerikaanse soldaten wordt voor een geheime operatie in Duitsland gedropt om zoveel mogelijk nazi’s de wereld uit te helpen. Een officier eist dat iedere soldaat met honderd scalps van nazi’s terugkomt. Overbodig om te zeggen dat de soldaten zich lekker uitleven: van het schedels inslaan met honkbalknuppels tot het afschieten van geslachtsdelen. “Dit is een ongekend krachtige botsing van popcultuur met Nazi-Duitsland en de Holocaust. De gevolgen zijn uiterst onvoorspelbaar”, waarschuwt filmjournalist Tobias Kniebe van de Süddeutsche Zeitung. Tarantino zal hem dankbaar zijn voor de gratis publiciteit. De maker weet hoe hij het vuurtje moet opstoken: “Ik wil niet dat de film voelt als een periodefilm. Het is een moderne, recht-in-je-gezicht-film.”
Lobby
Directeur Doreen Boonekamp (zie foto) van het Nederlands Filmfestival voelt “dat er wat beweging is”. Dat is lobbytaal voor minder halsstarrig vasthouden aan een standpunt. In dit geval betreft het de opvatting van minister Plasterk dat er geen cent méér naar kunst mag gaan dan twee jaar geleden. Daarmee negeerde de minister het advies van de Raad voor Cultuur, die het kunstbudget wil verhogen van 244 naar 270 miljoen euro. Jammer voor al die instellingen, die als het aan de Raad ligt meer geld krijgen. Soms veel meer geld, zoals het Nederlands Filmfestival, dat van de Raad 700 duizend i.p.v. 365 duizend euro zou moeten krijgen. Maar ook het Binger Filmlab staat er goed op bij de Raad: hij adviseert een verhoging van 1,1 miljoen naar 1,9 miljoen euro. En wat te denken van Cinekid? De Raad pleit voor een verdubbeling van de financiële ondersteuning: van 450 duizend naar 940 duizend euro. Met zulke verhogingen in het vooruitzicht wil je wel een lobby starten om Plasterk van zijn standpunt te schieten dat de bedragen op het oude niveau bevroren moeten blijven. Boonekamp, die de spreekbuis is van de filmlobby, voelt dus beweging in het standpunt van de minister. “Ik heb de indruk dat naar onze argumenten wordt geluisterd.” Wat die argumenten zijn? In een brief aan de minister schetst de filmsector — zoals het een goede lobby betaamt — een inktzwart beeld van de toekomst. Dat wil zeggen: wanneer er geen extra geld komt. Het resultaat is namelijk “dat de gehele filmsector in internationaal perspectief een achterstand zal oplopen die niet meer in te halen is, omdat wereldwijd wel fors wordt geïnvesteerd in film.” Of Plasterk het gelooft, zal op Prinsjesdag blijken.
Wat nou mensenrechten!
Fijne man, Zhang Yimou (zie foto). De Chinese regisseur, die we kennen van arthouseklassiekers als het rode korenveld en de martial arts-spektakels hero en house of flying daggers, vertelde aan Het Parool hoe hij de openingsceremonie van de Olympische Spelen regisseerde: “Onze acteurs luisteren naar opdrachten, net als computers.” Helaas is dat in het Westen anders, vindt hij: “In het Westen hebben ze vakbonden en willen ze koffiepauze. Dan krijg je nooit iets gedaan.” Zijn ervaringen met Westerse acteurs? “Er mag geen greintje ongemak zijn vanwege allerlei mensenrechten. Ik kan me daar dood aan ergeren.” Waar is de man gebleven die zich vroeger nog wel eens kritisch over de Chinese overheid uitliet? De Chinese regering kan trots zijn op de regisseur van het Olympische openingsspektakel. “Slechts twee landen ter wereld zijn in staat om een dergelijk spektakel te realiseren: China en Noord-Korea.” Aldus Zhang Yimou.
Oorlog in Rotterdam
Drie keer raden wie Jacques van Heijningen, de directeur van het Rotterdams Fonds voor de Film, bedoelt met “onze grootste filmhooligan”. Inderdaad: producent en regisseur Dick Rijneke, die altijd met iedereen ruzie lijkt te hebben. Maar het gaat nu eens niet om Rijneke, maar om producent Kees Kasander, de man achter de jeugdfilm kruistocht in spijkerbroek en veel films van Peter Greenaway, waaronder nightwatching, zijn film over het leven van Rembrandt. Kasander ventileerde in een woedende brandbrief zijn onvrede over het Rotterdamse filmfonds, dat hij “willekeur en tegenwerking” verwijt. De filmbranche in Rotterdam gaat volgens hem “langzaam ten onder aan persoonlijke belangen en vooral een gebrek aan visie.” Grote woorden, die volgens Van Heijningen voortkomen uit frustratie over de afwijzing van een project van Kasander. “Het voldeed niet aan de voorwaarde dat aanvragers het dubbele bedrag van onze bijdrage, die maximaal tweehonderdduizend euro bedraagt, in Rotterdam moeten besteden. We zijn nu eenmaal een economisch fonds.” Het achterliggende probleem ligt volgens Van Heijningen in het succes van het fonds. “Toen we in 1996 begonnen kregen we vijftien aanvragen en nu jaarlijks meer dan tweehonderd. We hebben 3,5 miljoen euro, maar dat moet eigenlijk worden opgetrokken naar 5 miljoen.” Kasanders oprisping schoot voorzitter Dig Istha van het Rotterdamse fonds in het verkeerde keelgat. Hij stapte op, omdat hij “de stemmingmakerij en intimidatie” zat is. De Rotterdamse filmsector noemt hij “een stel verwende kleuters”. Kasander was onbereikbaar voor commentaar.
Terug naar Lima
Veertien jaar na de prachtige documentaire metaal en melancholie keerde Heddy Honigmann terug naar Lima voor weer een film. Portretteerde ze in metaal en melancholie de verlangens, hoop en herinneringen van taxichauffeurs, in el olvido (De vergetelheid; zie foto) schetst ze een portret van het moeizame leven van veel mensen in het huidige Lima. Met weemoed wordt teruggedacht aan vroegere tijden. De film opent in september het Latijns-Amerika programma van het festival van San Sebastian. Waarom dit festival en niet het IDFA? Honigmann is er kort over. “Waarom zou ik wachten op het IDFA? Ik heb niets gehoord van het festival. In San Sebastian wil men de film graag hebben. Ik vind het een eer om hun Latijns-Amerika-programma te mogen openen.” Ze noemt nog een reden. “Ook de distributeur wil niet wachten op het IDFA, omdat eind november enorm veel films uitgaan in de bioscoop. Hij wil el olvido 22 oktober uitbrengen.”
Strohalm
Plasterk heeft gezegd dat hij het belangrijk vindt dat het Hubert Bals Fonds blijft bestaan, zegt Bianca Taal van het Hubert Bals Fonds. Het klinkt naar vastklampen aan een strohalm. De perikelen rond het Fonds, en ook het Jan Vrijman Fonds, zijn inmiddels kafkaësk. Voor wie het niet weet: beide fondsen steunen filmmakers in ontwikkelingslanden. Het Hubert Bals Fonds geeft maximaal dertigduizend euro aan een filmproject. Niet heel veel geld, maar vaak net genoeg om een film een zetje te geven. Op het laatste filmfestival in Rotterdam waren ruim twintig films te zien die door het fonds waren gesteund. Niemand twijfelt aan het nuttige werk van het fonds, dat jaarlijks 850 duizend euro heeft te besteden. De helft komt van het ministerie van Buitenlandse Zaken in het kader van ontwikkelingssamenwerking. En daar knelt de schoen, want vorig jaar wijzigde het ministerie de criteria. Plotseling pasten beide fondsen niet meer in het beleid voor ontwikkelingssamenwerking. Het struikelblok? De fondsen hanteren cinematografische criteria — is een project filmisch interessant? — en geen armoedecriteria. Dat beide fondsen goed functioneren, doet er niet toe. Een ambtelijk onderzoek moet nu uitwijzen of de fondsen recht hebben op ontwikkelingsgeld. De uitkomst wordt half november verwacht. Wat het Hubert Bals Fonds doet als het niet langer steun krijgt van de overheid? Taal: “Daar heb ik niet direct een antwoord op. We moeten dan op zoek naar alternatieven, maar die zie ik niet.” Ze klampt zich maar weer aan de laatste strohalm vast: “Plasterk maakt zich ook zorgen.”