Boeken – 17 januari 2016

Haneke

FUNNY GAMES US

“Waarom doet de regisseur mij dit aan?” Het is een vraag die bij het zien van een film van Michael Haneke voortdurend door het hoofd spookt. De Oostenrijkse meesterfilmer maakt van een bioscoopuitje geen amusant ritje in de achtbaan, maar een ware lijdensweg. Filmcritici noemen Haneke daarom nogal eens een sadist, fascist of terrorist, die ‘het verlangen heeft een publiek te martelen dat betaald heeft om zijn werk te zien’, zoals Mark Kermode in Sight & Sound schreef over funny games.
Catherine Wheatley heeft voor haar boek Michael Haneke’s Cinema: The Ethic of the Image, de eerste wetenschappelijke studie van diens oeuvre (bij Wallflower verschijnt begin 2010 de tweede), een originele invalshoek gekozen. Geen klassieke filminterpretatie of onderzoek naar de intenties van de maker maar de receptietheorie vormt het kader. Wheatley betoogt dat Haneke de kijker in een positie wil dwingen waarin deze zijn ethische opvattingen ter discussie gaat stellen. Dit ‘moral spectatorship’ is iets anders dan ‘moraliseren’: het gaat om een kritische reflectie op de eigen waarden en normen, niet om het bijbrengen van wát goed is en wat slecht.
Het zelfbevragende proces speelt zich wel grotendeels pas na afloop af. De films lijken juist steeds minder ademruimte te laten, volgens Wheatley om de verkeerde reacties uit te sluiten. Haneke gebruikt hiervoor een slimme mix van Hollywood- en genreconventies en vervreemdingstechnieken van de ‘counter cinema’ van Jean-Luc Godard en Chantal Akerman. funny games, dat in 2007 een Amerikaanse remake kreeg, heeft op het oog veel weg van een thriller, met het thema ‘familie wordt bedreigd’, eendimensionale personages en een Hitchcockiaanse spanningsopbouw. Zolang aan diens genreverwachtingen tegemoet wordt gekomen, laat de kijker zich zoals in een Hollywoodfilm gewillig meeslepen in de narratieve wereld. Totdat de twee daders van de terreur tegen het gezin hem in de camera gaan aanspreken op zijn positie — “Wil je nog meer geweld zien?” — en het doden van één van hen teniet wordt gedaan door een videoband letterlijk terug te spoelen. De passieve onderdompeling raakt verstoord en er ontstaat een kritische bewustwording van het plezier dat het consumeren van geweld in films geeft.
Wheatley zegt het niet met zoveel woorden, maar het maakt Haneke tot een strenge calvinist. Hij mag dan geen patent hebben op de juiste moraal, wel wil hij een einde maken aan het onbekommerde amusement en de postmoderne vrijblijvendheid die de cinema-ervaring aankleven. das weisse band — te recent om door Wheatley te kunnen worden besproken — is in dat licht een sublimatie van zijn werk: niet alleen speelt de film in een protestants mileu waar de doofpotcultuur — lees: het ontlopen van de eigen verantwoordelijkheid — welig tiert, het gedragen zwart-wit, de strenge montage en het volstrekte gebrek aan humor zorgen er ook voor dat elke vorm van kijkplezier wordt tegengegaan.
Het feit dat ik de film bekritiseer en mijn blik niet naar binnen richt, toont aan dat er nog een lange weg te gaan is. Zolang recensenten en publiek die ethische positie niet daadwerkelijk innemen, is er in de praktijk natuurlijk geen sprake van ‘moral spectatorship’.

Niels Bakker

Michael Haneke’s Cinema: The Ethic of the Image
Catherine Wheatley
2009 Berghahn Books, 216 pagina’s, 45,80 euro

Ingmar Bergman. De lust en de demonen
Mikael Timm
2009, De Rode Kamer, 37,95 euro
Ingmar Bergman. The life and films of the last great European director
Geoffrey Macnab
2009, I.B. Tauris, 32,50 euro
Er is een opvallende hoeveelheid (omvangrijke) literatuur over Bergman verschenen sinds zijn overlijden; zo zijn er de ‘reference guide’ van Birgitta Steene en het enorme ‘The Ingmar Bergman archives’. Gesignaleerde boeken doen nadrukkelijk pogingen het leven met het werk te combineren — Timm is daarbij vooral chroniqueur, Macnab analyticus.

The film genre book
John Sanders
2009, Auteur, 32,50 euro
Studying German film
Maggie Hoffgen
2009, Auteur, 29,95 euro
Engelse uitgever publiceert sinds 2000 vooral op docenten en studenten film gerichte uitgaven. Het genre-boek is een forse inleiding met analyses van drieënzestig films in zeven genres; Hoffgen’s boek analyseert steeds een aantal thema’s aan de hand van één film per hoofdstuk, tot en met das leben der anderen uit 2006. In de laatste serie verschenen ook deeltjes over afzonderlijke films (donnie darko, american beauty en the third man).

On the camera arts and consecutive matters. The writings of Hollis Frampton
Bruce Jenkins
2009, MIT Press, 42,50 euro
Verzameling zeer diverse geschriften van experimentele Amerikaanse filmmaker bestaat uit essays en beschouwingen (over Muybridge, Edward Weston en fotografie in het algemeen) lezingen (waarvan sommige een soort performance zijn), brieven (onder meer aan Stan Brakhage), production notes en scenario’s.

The tactile eye. Touch and the cinematic experience
Jennifer M. Barker
2009, University of California Press, 26,50 euro
Studie over tactiele uitwerking van film wordt samengevat in motto van Poedovkin dat Barker aanhaalt: ‘Film is de allerbeste leraar; het onderwijst niet alleen door de hersenen te gebruiken, maar door middel van het hele lichaam’. Het woord ’touch’ uit de titel moet dan ook in de ruimste zin van het woord begrepen worden — voor het onderzoek daarnaar wordt een veelheid aan films en genres uit de hele filmgeschiedenis doorkruist.

Film.Video. New media. At the Art Institute of Chicago
Lisa Dorin
2009, The Art Institute of Chicago, 19,95 euro
Catalogus van tachtig werken uit collectie van genoemd instituut, dat zowel een museum als een opleiding omvat, laat de schuivende lijn zien tussen performance, videokunst, film en het werken met nieuwere elektronische media. Fischli & Weiss staan broederlijk naast Rineke Dijkstra, Bill Viola naast Isaac Julien.

Samenstelling: Philip Hartzuiker, International Theatre & Film Books, Leidseplein 26, 1017 PT Amsterdam, 020 6226489, theatreandfilmbooks.com.

Geschreven door de Filmkrant