Zurich

Verpletterend acteerdebuut van Wende Snijders

Zangeres Wende Snijders maakt haar acteerdebuut in de nieuwe film van Sacha Polak. Ze is een natuurwonder als de op drift geraakte Nina.

Het is een beklemmende scène, waarin Nina zich bij een concert langzaamaan vanachter tegen een vreemde man begint aan te vleien, als iemand die hunkert naar een aai. De man denkt dat het zijn vriendin is die drankjes was gaan halen, en trekt haar genoeglijk tegen zich aan. Zo duurt het net iets langer dan je verwacht voordat het onvermijdelijke gebeurt en hij haar geschrokken van zich af duwt. En zij zich als gewond uit de voeten maakt.

Nina is op drift, aan de zwerf, ze lift mee met vrachtwagenchauffeurs en bezoekt truckerscafés. Ze oogt verward en kwetsbaar, in shock (zangeres Wende Snijders, voor wie deze zware rol speciaal geschreven werd, blijkt een natuurtalent – correctie: natuurwonder). Waar ze naar op zoek is, of waar ze vandaan vlucht, blijft lang schimmig.

Slechts heel geleidelijk geeft Zurich prijs wat Nina overkomen is en waarom ze de in eerste instantie vrij onnavolgbare dingen doet die ze doet. Ingenieuze vondst daarbij is dat Zurich uit twee omgekeerd chronologische delen bestaat, die prachtig met elkaar rijmen, onder andere door de muziek. De zwijgzame Nina zingt of neuriet zo nu en dan betekenisvolle liedjes zoals ‘The Tower’ van Townes van Zandt: ‘You built your tower strong and tall / Can’t you see, it has to fall someday.’

Net als Sacha Polaks debuutfilm Hemel (2012) is Zurich een ambitieuze film die beelden, scènes en transgressieve momenten bevat die zich voor altijd in de hersenpan nestelen. En opnieuw een film over een vrouwelijk hoofdpersonage dat pijnlijk eenzaam en verlaten is. Geen lichte kost dus, maar wat een gewaagde, eigen film wederom.

Toch is hij net als Hemel bij vlagen ook een beetje lastig te verstouwen. Deels vanwege de doffe ellendigheid van alles, deels vanwege een gekunstelde dialoog of scène hier en daar. En het is, aangezien het allebei films zijn over het stormachtige gevoelsleven van getroebleerde vrouwen (die soms zo meedogenloos belicht en dito dicht op de huid gefilmd worden dat de onderhuidse emotie haast tastbaar wordt), verrassend dat deze personages toch niet altijd even diep weten te raken. Komt het doordat ze zich in elke zin van het woord zo weinig laten kennen? In Hemel krijgt het hoofdpersonage te horen: “Jij geeft zo weinig terug.” In Zurich krijgt Nina toegebeten: “Jij geeft je niet bloot.”

Dat laatste geldt wellicht ook wel een beetje voor (de films van) Sacha Polak, die zich in interviews over Hemel niet erg liet verleiden tot uitleg of analyses en zich erop beriep een intuïtieve maker te zijn. Maar misschien maar goed ook, zodat onze interpretaties gewoon rustig mogen verder rijpen en groeien, net als haar bijzondere oeuvre.