Wonka
Jawel, het is echt een feest voor de zintuigen

Wonka
Soepel geschreven en soepel gespeeld. Zo soepel geeft Tim Chalamet chocolademaker Willy Wonka gestalte dat je gaat vermoeden dat de film om Chalamet heen geschreven is. Een lekker rolletje voor het mooie bolletje.
Ook notoire chocoladehaters lopen smikkelend de bioscoop uit na het zien van Wonka. Of rennen in het geval van thuiskijken naar de keuken. Het geluid van chocolade die afbreekt, doet alle chocoladeneuronen tegelijk vuren. Rationeel denken blijkt vervolgens onmogelijk.
Waarom er precies een origin story van Willy Wonka moest komen, is niet helemaal duidelijk. Hopelijk is het geen voorbode van een hele reeks varianten op bestaand intellectueel eigendom, want we snakken juist naar origineel materiaal. Of naar een schitterend inventieve bewerking van bestaand materiaal, zoals Del Toro deed met Pinocchio.
Met Wonka pakt de keuze evenwel prima uit en dat is te danken aan de grote aandacht voor detail. De wereld waarin Wonka speelt, is mooi tot leven gebracht en de cast is voortreffelijk. Voor het scenario tekenden regisseur Paul King en scenarist Simon Farnaby. Beiden waren – onder meer – betrokken bij de Paddington-films. Dat merk je aan de souplesse van de dialogen: elke zin klopt.
Wonka arriveert na zeven jaar over de wereld te hebben gezworven als jongeman in een niet bij naam genoemde, fictieve Europese stad – denk Wenen op z’n chocolade-achtigst – en raakt vrijwel meteen in de problemen. De boosaardige eigenaar van het pension waar hij slechts één nachtje zou blijven, blijkt de volgende ochtend alles van trapbelasting tot ademhalen op de rekening te hebben gezet, waardoor Wonka gedwongen wordt in de kelder zijn schuld af te werken. Hij ontsnapt door een list en arriveert dan eindelijk bij de Galeries Gournet, een luxe winkelcentrum waar hij zijn droom van de beste chocoladewinkel in vervulling wil laten gaan. Een drietal snobistische chocolatiers die er al een winkel hebben – ongetwijfeld geïnspireerd op de drie boeren Boggis, Bunce en Bean uit Dahls Fantastic Mr. Fox – doen er vervolgens alles aan om Wonka dwars te zitten.
Wonka is Roald Dahl-lite. Er zit wel wat venijn in maar Wonka heeft niet, laten we zeggen, de peper die Dahl in z’n verhalen kon stoppen. Olivia Colman is perfect als Mrs. Scrubbit, de pensionhouder uit de hel, maar twee van de drie chocolatiers die Wonka teisteren, zijn te tam. Hugh Grant is dan weer voortreffelijk als Ooompa Loompa, met die upperclass grijns en het posh ‘received pronunciation‘-accent. Die twee bijrollen tillen de film naar een hoger plan, waar Chalamets Willy Wonka – en dat is alleszins een kwestie van persoonlijke voorkeur – net iets te licht en schattig voelt. Maar dat kan ook een post-Johnny Depp-afwijking zijn; Chalamets Wonka ligt dichter bij Gene Wilders vertolking van de rol.
Wonka is juist door die lichte toon goed gelukt. De liedjes – niet te veel, niet te weinig – zijn inventief en Chalamet is ontwapenend als de dromerige alchemist die de mensheid gelukkig komt maken met de juiste smaken. Tegenover alle valsheid en bedrog blijft hij dansen met een goed humeur, ervan overtuigd dat goede chocolade uiteindelijk alle slechtheid zal overwinnen.