Wil

Ruggengraatconsequenties

Wil. Foto: Charlie DeKeersmaecker

De meeste mensen denken dat ze in oorlogstijd op zullen komen voor degenen die bedreigd worden, met gevaar voor eigen leven. Wil toont de complexiteit van zulke keuzes, zonder te leunen op heroïsch heldendom.

Zou je je eigen leven wagen om anderen te redden? Je weet pas óf je zo’n ruggengraat hebt als de stront aan de knikker is. Dit Vlaamse Tweede Wereldoorlog-drama, gebaseerd op de gelijknamige historische roman van Jeroen Olyslaegers, slaagt erin om voelbaar te maken hoe angstig en complex zo’n periode vol levensbedreigende situaties kan zijn als je bepaalde keuzes maakt.

Olyslaegers’ prijswinnende Wil is het derde boek van een drieluik uit zijn serie ‘volksromans’ rond geheugen en identiteit. In het geval van Wil kan je de vraag stellen: wie gaan als slachtoffers en wie als misdadigers de geschiedenis in? Waarom neem je een ‘goede’ of ‘verkeerde’ afslag? Ligt het aan je karakter? Of aan een situatie waarin je door omstandigheden bent beland?

Het leeuwendeel van het hedendaagse Belgische acteursgilde is uitgetrokken voor de hoofd- en bijrollen in deze stevig en stemmig geproduceerde oorlogsfilm van Tim Mielants (De Patrick, 2019; Peaky Blinders, 2013-22). Naast Kevin Janssens, Koen De Bouw en Jan Bijvoet verschijnen ook Dirk Roofthooft, Jan Decleir en Gene Bervoets. Maar het zijn met name de jonge acteurs, Matteo Simoni en vooral hoofdrolspeler Stef Aerts, die voor de mooiste rollen tekenden. Zij spelen in dit Vlaamse oorlogsdrama de jonge, Antwerpse hulpagenten die geacht worden om, onder leiding van de bezetter, Joden uit hun huizen te halen. Hun aanvankelijke naïviteit en schuchterheid slaat om in frustratie en daadkracht nadat ze een fatale aanvaring hebben met een SS’er.

Terwijl het corps onder de bezetter het ene na het andere Joodse huis onteigent en de bewoners oostwaarts stuurt, gaat Wil bij het verzet. Traumatische gebeurtenissen onderweg sterken zijn mening en doel. De jongemannen verplaatsen zich in een donkere, kille, bedreigende stad vol grijstinten en stortbuien die qua sfeer naadloos aansluiten bij het duistere verhaal. Zeer gewelddadige scènes worden daarbij niet geschuwd. Een treffend visueel leidmotief oogt als een stortvloed aan bloedvlekken: na een executie, op een slagersschort en spatten rode verf op een schilderij.

De emoties die Stef Aerts speelt zijn subtiel en ten diepste geloofwaardig. Zijn mimiek is indrukwekkend verfijnd, ook op het moment dat hij verliefd wordt op de zus van zijn bevriende collega en de adrenalinekicks van levensbedreigende scènes afgewisseld worden door opzwepende hormonen. Daar ontkom je ook in oorlogstijd niet aan.

De enige kanttekening in dit verder volwassen verhaal vormen de Duitsers en opportunistische Vlaamse collaborateurs. Van complexiteit is hier nauwelijks sprake. Het zijn haast karikaturale verbeeldingen van schurken, die dronken van macht en drank genieten van martelingen.