Whisky
Stilte zonder storm
De personages zitten vast en verwachten niets van elkaar in het overdonderend subtiele Whisky. Verbleekte humor en routines uit Uruguay.
‘Cheese!’ roepen Amerikanen als ze met een geforceerde glimlach op de foto moeten. ‘Whisky!’ roepen ze in Uruguay. Wat een treurigheid. Als die lippen dan eindelijk van elkaar gaan, zien we geen helderwit Steradent-universum maar de gele, bemoste, kromme tanden van de werkelijkheid.
Na de Tiger Award voor 25 Watts in 2001, werd geroepen dat we de namen van regisseurs Juan Pablo Rebella en Pablo Stoll niet moesten vergeten. Terecht blijkt nu, want hun tweede film Whisky is overdonderend subtiel en zelfverzekerd. Dat vond een karrenvracht jury’s op internationale festivals ook: van Transsylvanië, via Japan tot Cannes werd de film overladen met prijzen.
Twee eenzame oude mensen die elkaar ringen geven om iemand te bedriegen, daar moet iets moois uitkomen. Jacobo is een zestigjarige, alleenstaande eigenaar van een sukkelend sokkenatelier en Marta is een van de drie vrouwen die er werken. Elke ochtend begroeten ze elkaar om dezelfde tijd met dezelfde woorden aan de fabriekspoort en overdag doen ze precies hetzelfde als de vorige dag. Alles routine. Omdat zijn geëmigreerde broer na jaren overkomt uit Brazilië vraagt Jacobo aan Marta om een paar dagen als zijn vrouw in huis te komen wonen. Want hij wil niet doorgaan voor een eenzame oude man. Tussen Jacobo, zijn broer Herman en Marta ontstaat een verhouding. Driehoeksverhouding is een groot woord want de aanwezigheid van Herman is voor Jacobo duidelijk te veel. Hij verdraagt hem voor zolang het duurt. Marta lijkt wel te genieten maar zeker weten doen we dat niet.
Maat der dingen
Het is niet gek dat Rebella van de korte verhalen van Raymond Carver houdt (waarop Robert Altman zijn Short Cuts baseerde). Het zijn een soort ‘paper bag themes’ zoals in American Beauty: iemand wordt opgepikt en meegevoerd door de wind en ergens anders weer neergezet. Misschien veranderde die wind iets, misschien niet. In Whisky lijkt alles statisch: de straat, de machines in de fabriek en de gezichten van de hoofdfiguren. Ook uit de dialogen lijkt alle beweging verdwenen. Tegenover de verbale mitrailleursalvo’s van 25 Watts staat de stilte van Whisky: het gezegde wordt nauwelijks uitgesproken maar zit in de gebaren, de blikken en gezichtsuitdrukkingen. Of het komt een enkele keer als uitbarsting naar de oppervlakte: Jacobo haat zijn broer maar dat laat hij alleen merken door tijdens een voetbalwedstrijd in blinde woede op de tegenpartij te schelden.
Tijdens het Filmfestival Rotterdam werkte deze film als een rem. Je rent continu van de ene naar de andere zaal maar plotseling moet je stil staan voor een traag overstekend verhaal. Whisky schreeuwt om toenadering tussen haar personages want dat zijn we als kijkers gewend. Dat is onze routine. Maar de regisseurs weigeren die te geven. Volgens Rebella omdat hij een hekel heeft aan ‘jeugdfilms’ waarin mensen plotseling ‘iets’ hebben geleerd en als door een blikseminslag weer ‘mens’ zijn geworden. Waarin verandering de maat der dingen is. Dat is de gecomprimeerde werkelijkheid van de cinema. In Whisky’s ultrarealisme is elke zucht er één en hoeft geen enkele voetstap tot de volgende te leiden.