VILLA DES ROSES
Wereldoorlog op huiskamerformaat
Voor zijn debuutfilm Villa des roses verfilmde Frank van Passel de gelijknamige roman van Willem Elsschot. Het is een visueel hoogst attractieve film geworden vol historische symboliek.
In een film die zich afspeelt in het Parijs van 1913 en waarin de nationaliteiten van de personages half Europa beslaan, is historische symboliek haast onvermijdelijk. Regisseur Frank van Passel zet de toon voor Villa des roses al meteen in het door granaatinslag vervormde openingsshot van een modderige loopgraaf. De twee uur film die hierop volgen tonen de opmaat voor de ‘Grote Oorlog’ op huiskamerformaat.
Het pension ‘Villa des roses’ uit de titel staat model voor het moreel failliete Europa. Het is een bouwval die kraakt en piept en die bij ieder teken van de moderne tijd — hier in de vorm van de oprukkende Parijse metro — staat te schudden op zijn grondvesten. De bewoners van het hotel zijn archetypische representanten van hun landen: een excentrieke Scandinaviër, een machtsbeluste Duitser, een opportunistische Ier, de Britse eigenaren die dit stukje Parijs tot Engels grondgebied hebben verklaard en daar leven in ‘splendid isolation’, giechelige Hongaarse hoertjes met een leven in de periferie en een Franse dienstmaagd met weinig zelfvertrouwen.
Maar Villa des roses is meer dan alleen een historische allegorie. De dramatische motor van de film wordt gevormd door een ongelukkige liefdesgeschiedenis. Kort nadat de jonge weduwe Louise Créteur is aangenomen als dienstbode valt ze voor de charmes van de Duitse schilder Richard Grünewald. Het einde van deze affaire over de grenzen van nationaliteit en klasse heen valt samen met het startschot van de Eerste Wereldoorlog.
Ansichtkaart
Voor Villa des roses baseerde Frank van Passel, maker van Manneken Pis, zich op de gelijknamige roman van Willem Elsschot. Walter van der Kamp verfilmde het werk al in 1968 maar dat was voor een televisieserie met aanmerkelijk minder budget. Aan Van Passels versie van ruim dertig jaar later is af te zien dat hij meer te spenderen had. Villa des roses zit vol technische hoogstandjes zoals de camera die via de buizen van het ouderwetse intercomsysteem van locatie naar locatie zoeft, een uitgekiend spel met subtiel van kleur veranderd licht en tussenshots waarin de skyline van Parijs te zien is als een in bloed gedoopte ansichtkaart met postzegel en stempel. Heel in de verte doet Villa des Roses denken aan Europa waarin die andere wereldoorlog centraal staat.
Maar terwijl Von Triers film de spanning er continu inhoudt, zakt de spanningsboog van Villa des roses soms onherroepelijk in. Ondanks de speellengte van maar liefst twee uur en een sterke cast — Julie Delpy speelt de bleek-breekbare Louise en krijgt tegenspel van Shaun Dingwall — blijft de liefdestragiek afstandelijk. Louises transformatie van degelijke dienstbode tot verliefde naïeveling is onwaarschijnlijk, Richards twijfel tussen oprechte liefde en de zucht naar rijkdom en gemak is nergens overtuigend.
Dat neemt niet weg dat Villa des roses een niet te versmaden visitekaartje is voor een debutant. Van Passel heeft bewezen een visueel aantrekkelijke film te kunnen maken en moet zich nu gaan toeleggen op het aanscherpen van zijn acteursregie.
Edo Dijksterhuis