TWO LOVERS

Valse romantiek

  • Datum 15-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films TWO LOVERS
  • Regie
    James Gray
    Te zien vanaf
    01-01-2008
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Two Lovers

Na we own the night duikt James Gray met two lovers opnieuw de grijze, grauwe buitenwijk in. Deze keer voor wat bipolaire romantiek.

In essentie toont two lovers die miserabele en achterhaalde tegeltjeswijsheid dat van een dubbeltje geen kwartje te maken valt. De rest is opsmuk. En toch weet de film de kijker op sommige momenten te raken.
Wat regisseur James Gray voor ogen stond laat zich raden. Leonard Kraditor (Joaquin Phoenix) is een manisch-depressieve knuffelbeer die nog steeds thuis woont bij pa (kleine ondernemer, type altijd hard gewerkt) en ma (Isabella Rossellini, type bezorgde joodse moeder). In de eerste scène is Leonard meteen depressief — de film opent nogal ‘over the top’ met een halfslachtige zelfmoordpoging — vermoedelijk vanwege het leven in het algemeen maar in het bijzonder doordat zijn relatie op de klippen liep. Omdat pa de wasserette en zijn nageslacht wil veiligstellen, koppelt hij Leonard aan de dochter van de man die zijn zaak overneemt (Sandra, lieftallig en grenzeloos intrigerend als je maar genoeg lithium hebt geslikt). Probleem is alleen dat Leonard net Michelle heeft ontmoet (Gwyneth Paltrow), een sexy en instabiele tijdbom. Voor hem in ieder geval ’the stuff that dreams are made off’. En dan begint het gedonder. Eindelijk, zullen sommigen zeggen want het duurt even voor de film uit z’n zagende neutraalstand wegrijdt.

Dilemma
Gray mag dan vorig jaar gescoord hebben met we own the night, waarvoor terecht applaus, nu had hij toch echt wat langer achter de schrijftafel moeten blijven zitten. De driehoeksverhouding met een femme fatale en een meer betrouwbare maar minder spannende vrouw overstijgt het voorspelbare en clichématige niet. Goed, ze zijn de personificatie van de meer abstracte beslissingen die Leonard moet nemen — kies ik het gebaande pad of durf ik risico te nemen — maar de film blijft ondanks een paar begeesterde momenten steken in die clichés. En met begeesterd bedoel ik de intieme scènes met Michelle en Leonard op het dak van hun flatgebouw en een enkel gesprek met Sandra in een café.
Maar de film zonder meer afserveren zou onterecht zijn. Wat Gray hier wel goed doet, en in al zijn films goed doet want het is onderhand zijn handelsmerk, is de groezelige en tegelijk de warme sfeer van de grootstedelijke buitenwijk neerzetten. Groezelig buiten en verstikkend binnen, waar de kachel altijd te hoog staat. Dat was ook in we own the night het dilemma van de hoofdpersoon: durf ik die buitenwereld te betreden, durf ik me los te maken van mijn veilige achtergrond. In dat dilemma schuilt ook de waarachtigheid van two lovers. Maar dat is eigenlijk alleen op papier zo en het scenario is niet toevallig gebaseerd op een kort verhaal van Dostojevski. De dubbelzinnigheid van ’two lovers’ is vooral een literaire dubbelzinnigheid: er zijn twee vrouwen, twee Leonards en twee wegen die hij zou kunnen bewandelen. Dat is een interessant gegeven. Maar in beeld, op film, pakt dat niet goed uit. Het is teveel een construct en de rol van Leonard is teveel een maniërisme. Wat mist is ’the stuff that films are made off’.

Ronald Rovers