Turning Red

Meer dan een allegorie over menstruatie

Turning Red

De puberteit is een verwarrende en ontregelende aangelegenheid. Vooral als je om de haverklap in een gigantische rode panda verandert.

De dertienjarige Meilin Lee (Rosalie Chiang) groeit op in het Toronto van 2002, een tijd van haarspeldjes en Tamagotchi’s. Op school haalt Mei hoge cijfers en zwijmelt ze met haar drie beste vriendinnen weg bij de vijf leden van boyband 4*Town; na school geeft ze met haar tikje dominante moeder rondleidingen in een eeuwenoude Chinese tempel, gewijd aan de rode panda.

Maar die tempel krijgt in Pixars nieuwste animatiefilm Turning Red plots een heel andere betekenis voor Mei wanneer ze, in een soort aaibare variant op Kafka’s De gedaanteverwisseling, op een ochtend zelf wakker wordt als een gigantische rode panda. De transformatie is niet permanent, maar elke keer wanneer Mei zich ergens over opwindt, verandert ze met een poef en een roze stofwolk in dat pluizige beest.

Aanvankelijk lijkt de panda een metafoor voor menstruatie. “Bloeit de rode bloem?”, vraagt haar moeder verschrikt, om de volgende dag tot Mei’s grote schaamte met een pak maandverband te staan zwaaien voor haar klaslokaal. Maar Turning Red (na Soul en Luca de derde Pixar-film op rij die door moederbedrijf Disney direct naar haar streamingdienst wordt gebonjourd) is meer dan een allegorie over ongesteldheid of de verwarrende lichaamsveranderingen en schommelende hormoonspiegels van puberteit.

Turning Red gaat namelijk ook over de manier waarop die transitie van meisje naar vrouw zo vaak (en meer dan bij jongens) gepaard gaat met niet alleen het aanleren van bepaald sociaal geaccepteerd gedrag, maar ook met het afleren van gedrag dat niet past in wat we onder vrouwelijkheid verstaan. Want inmiddels zijn we gaan geloven dat het vrouwbeeld dat zo gekneed wordt, is hoe meisjes van nature zijn. Dat voor hen geen SIRE-reclame nodig is die oproept dat je ze lekker moet laten ravotten, want dat vinden meisjes toch vies.

Turning Red

En vrouwen zijn zelf geregeld de poortwachters van dat vrouwbeeld, dat van generatie op generatie wordt overgedragen. Wanneer Mei’s grootmoeder lucht krijgt van haar panda staat ze binnen de kortste keren op de stoep met een legertje tantes. Allemaal blijken zij die rode panda te kennen. En allemaal hebben ze die met een eeuwenoud ritueel de wollige kop ingedrukt.

Domee Shi, die eerder voor Pixar de Oscar-winnende korte film Bao maakte, over een dumpling die tot leven komt, verpakt Turning Red in een hyperactieve stijl die geregeld verwijst naar de Japanse anime waar ze zelf in de jaren negentig mee opgroeide en portretteert de Chinese gemeenschap tegelijk liefdevol en kritisch, zowel respectvol als licht spottend. En dat is niet evident. Jarenlang liet Hollywood zich verregaand beïnvloeden door de Chinese censuurpolitiek. Een rapport van non-profitorganisatie PEN America uit augustus 2020 documenteerde hoe dit varieerde van het aanpassen van dialogen tot het schrappen van complete scènes, soms al voordat een film überhaupt uitkwam.

Maar door een samenloop van omstandigheden (Trumps handelsoorlog met China; covid) zakte de Chinese markt voor Hollywoodfilms in. En zoals The Guardian onlangs schreef: “Het einde van de affaire tussen Hollywood en China zou wel eens kunnen leiden tot een veelbelovende nieuwe toekomst, bevrijd van de ketenen van het omwille van geld buigen voor een autoritair regime.”

Want terwijl de invloed van China slinkt, groeit de representatie van de Chinese en in bredere zin Aziatische gemeenschap in Amerikaanse cinema met films als Minari (Lee Isaac Chung, 2020), Shang-Chi and the Legend of the Ten Rings (Destin Daniel Cretton, 2021) en nu Turning Red. Films die met hun succes het ongelijk bewijzen van de inmiddels offline gehaalde recensie op CinemaBlend waarin Sean O’Connell schreef: “Door Turning Red zo specifiek in de Aziatische gemeenschap van Toronto te situeren, voelt het alsof de film gemaakt is voor Domee Shi’s vrienden en directe familie.”

Het is de reactie van iemand die niet anders gewend is dan zijn eigen perspectief gerepresenteerd te zien en juist daardoor vergeet dat het voor andere demografische groepen dan de zijne wellicht ook wel eens leuk is dat mee te maken. Want ja, we kijken naar kunst om onszelf te zien. Maar we kijken ook naar kunst om een ander perspectief te krijgen. Om dan niet zelden daarin toch weer iets van onszelf terug te zien. Zoals je ook niet zelf in een rode panda hoeft te zijn veranderd om in Mei’s ongewone transformatie een reflectie te zien van je eigen puberteit.


Turning Red is nu te zien op Disney+ (VoD)