Trois couleurs: bleu

Zet uw hart op de liefde (1 Kor. 14,1)

Trois couleurs: bleu

Het eerste deel van de kleurentrilogie van Krzysztof Kieślowski is een pleidooi voor de liefde. Bleu heet de film en eigenlijk staat die kleur voor vrijheid, als eerste van de drie begrippen van de Franse Revolutie. Vrijheid is voor Kieślowski echter een omweg om uit te komen bij de liefde. Dat dit het grootste goed op aarde is, maakt het slotkoor wel duidelijk: “Als ik de liefde niet heb ben ik niets”. Maar waar gaat Bleu nu eigenlijk over?

Zonder twijfel wint Krzysztof Kieślowski de prijs voor meest Europese filmmaker van dit moment. De Poolse regisseur is bezig met een trilogie naar de drie idealen van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid, broederschap. Ze zijn genoemd naar de kleuren van de Franse vlag en worden respectievelijk opgenomen in Frankrijk, Polen en Zwitserland. Bleu gaat deze maand in première op het festival van Venetië, Blanc is gepland voor Berlijn en Rouge voor Cannes volgend jaar.

De Europese gedachte is ook doorgedrongen tot het scenario. Een jonge, succesvolle componist heeft opdracht gekregen een muziekstuk te schrijven voor Europa, simultaan uit te voeren in twaalf lidstaten. Enkele minuten na het begin van de film rijdt de man zich met zijn dochtertje te pletter tegen een boom. De vrouw van de componist, moeder van het meisje, overleeft het ongeluk. Over haar gaat de film.

Verandering
Juliette Binoche speelt niet zozeer de hoofdrol in Bleu; de film speelt zich af rondom haar. Alles cirkelt rond het personage dat Binoche op zeer indrukwekkende wijze vertolkt: Julie, de plotselinge weduwe. Overige personages en gebeurtenissen zijn slechts relevant voor zover ze in haar directe omgeving opduiken, er zijn geen scènes zonder Binoche. Alsof hij een documentaire maakt, maar dan een met een verdacht verzorgd uiterlijk, volgt Kieślowski Julie in de periode na het ongeluk. Waar ze ook gaat, hij laat haar niet los.

Na de eerste schok besluit Julie tot een radicale verandering. Ze doet afstand van alles dat haar tot dusver omringde: een prachtige woning op het platteland, geld, de muziek van haar man. Anoniem en alleen woont ze in Parijs. Ze doet weinig: maakt een praatje met de buren, trekt baantjes in een verlaten zwembad, eet een ijsje in het café. “Nu wil ik maar één ding. Niets.” meldt Julie haar demente moeder.

Tot zover is Bleu een nauwkeurig portret van een vrouw in de rouw. Binoche speelt sober, met nauwelijks zichtbaar maar zeer voelbaar verdriet. Een paar stukjes blauw glas draagt ze steeds met zich mee, als herinnering aan haar dochter. Kieślowski en zijn cameraman zorgen voor prachtig licht en visuele grapjes: een opening met de camera achter een wiel van een auto, extreme close-ups in het ziekenhuis, weerspiegeling in een wiebelend lepeltje, een cameraflits die pas aan het einde van de film terugkeert als foto.

Geheime brein
Gaandeweg blijkt het Kieślowski echter niet te gaan om het rouwproces. Hij wil iets anders, iets groters met Julie, maar wat precies is niet duidelijk. Op papier is zijn protagoniste iemand die de vrijheid zoekt, in de film is zij vooral verward. Er doemen subplots op: een buurvrouw met een act in een seksclub, een zwangere minnares van haar man. Er is de suggestie dat Julie het geheime brein was achter de muziek van haar man, en de druk neemt toe om het Europa-concert te voltooien. En wat te denken van de demonstratieve zwarte pauzes, als iemand Julie naar haar gevoel of plannen vraagt?

In de loop van de film zwelt de pathetiek van Kieślowski aan, totdat aan het slot ondragelijke proporties zijn bereikt. De minnares krijgt het oude landhuis, het muziekstuk wordt voltooid en Julie kiest voor de voormalige medewerker van haar man. Wat is er gebeurd? Julie is gelouterd. Zij is de vrijheid vergeten en heeft de kracht van de liefde ontdekt. Terwijl de personages uit de film voorbijglijden zingt het koor een fragment uit Paulus’ brief aan de Korintiërs: “Nu echter blijven geloof, hoop en liefde, de grote drie; maar de liefde is de grootste.”

Opeens is daar een universele wijsheid, die botst met alles wat voorafging. De hoogdravende tekst uit het Nieuwe Testament vormt een potsierlijk contrast met het kille, kunstmatige contact tussen Julie en haar minnaar-op-bestelling. Bleu blijft uiterlijk een fascinerende film, maar wordt met terugwerkende kracht een pathetische vertoning. La double vie de Véronique had wél op zo’n manier kunnen eindigen, dat was een ongegeneerd romantisch sprookje. Nu slaat Kieślowski met zijn pretentieuze pleidooi voor de liefde een slag in de lucht.

Hij had het kunnen weten. Bijbelkenner Kieślowski negeerde Paulus’ goedbedoelde aanwijzing voor het scenario, nota bene in dezelfde Eerste Brief aan de Korintiërs (1 Kor. 7, 39-40):
“Een vrouw is aan haar man gebonden zolang hij leeft.
Is haar man ontslapen dan is zij vrij te trouwen met wie zij wil, maar alleen met een christen.
Toch is zij gelukkiger te prijzen als zij ongehuwd blijft;
althans zo denk ik erover, en ik meen ook wel de Geest Gods te bezitten.”