Trishna
Gedoemde minnaars
Met Trishna maakte Michael Winterbottom een extreem maar ook academisch drama over een zoete romance die steeds meer om vernedering gaat draaien.
In de verhalen van de sociaal bewogen schrijver Thomas Hardy (1840-1928) belanden de helden en heldinnen vaak op een punt dat je denkt: nu kan het echt niet meer erger. Maar bij Hardy kan het altijd erger. Het is opmerkelijk dat een hardvochtige melodramaticus als Fassbinder zich nooit op Hardy’s oeuvre heeft gestort. Voor een sadist als Von Trier zou het ook wel iets wezen, trouwens. Maar juist de veel afstandelijker filmende Michael Winterbottom ontpopt zich als de meest frequente verfilmer van Hardy’s oeuvre. In Jude (1996, naar Jude the Obscure) stortten de trotse geliefden Christopher Eccleston en Kate Winslet zich in het verderf met hun weigering om zich te voegen naar de Britse mores. Daarna volgde de minimalistische western The Claim (2000), een bewerking van Hardy’s noodlotsdrama The Mayor of Casterbridge. In beide periodedrama’s plaatste Winterbottom zijn negentiende-eeuwse personages in een onherbergzame wereld, waar sneeuw, modder en kou de dienst uitmaakten.Het contrast is groot met Trishna, Winterbottoms losse variant op Hardy’s Tess of the d’Urbervilles. De film speelt zich af onder de zon, in hedendaags India. De titelheldin is een jonge vrouw, die ondanks haar nederige komaf onderwijs kan volgen en zelf de kost verdient. In de Bollywoodclipjes op tv maken wulpse danseressen suggestieve heupbewegingen. Trishna en haar jongere zusje dansen het vrolijk na. Maar ook al lijkt Trishna vrij in haar doen en laten, zij is en blijft een vrouw uit een lagere kaste. En als zodanig afhankelijk van de grillen van rijkere mannen. Daar komt ze pijnlijk achter als ze een romance begint met Jay, de in Engeland opgegroeide zoon van een hotelmagnaat. In de loop van de film zien we de zoete romance uit het begin veranderen in een hedonistische relatie in Mumbai, de vrijgevochten standplaats van Bollywood. Maar als Jay hoort dat Trishna een door hem verwekt kind op aandringen van haar familie heeft laten aborteren verandert hij in een gekwetste macho, die Trishna vernedert in een steeds ongelijkere relatie. Dat schoonheid Freida Pinto (Slumdog Millionaire) haar personage weinig uiterlijke emoties meegeeft maakt het moeilijk om met haar mee te leven, maar valt wel te snappen. Als vrouw uit een lagere kaste is zij nu eenmaal getraind om nooit de aandacht te trekken. De vlakke karakterontwikkeling van de verwesterde Jay (Riz Ahmed) is daarentegen fnuikend. Winterbottoms centrale stelling dat in een ongelijke samenleving ook de relaties tussen mannen en vrouwen ongelijk zullen zijn blijft academisch doordat er aan het begin geen echte vonk overslaat tussen Trishna en Jay.
Juist daarin zit het grote verschil met Roman Polanski’s Tess (1979). Nastassja Kinski knetterde van het scherm in haar gedoemde relaties met twee totaal verschillende minnaars. Daarbij was het nauwelijks een probleem dat Polanski de sociale thematiek van Hardy terzijde schoof voor zijn eigen stokpaardje: onderdrukte seksualiteit. Trouw aan de auteur liet hij Tess regelmatig op een punt belanden dat je dacht: erger kan het niet worden. Dat ontbreekt aan Trishna. De film eindigt extreem, maar laat je nogal koud. Polanski’s film bood ons — net als Jude — aangrijpend drama, waar Trishna ons niet meer aanreikt dan (fraai verpakt) discussiemateriaal.
Fritz de Jong