To Olivia

Keurige romanverfilming over rouwen voor gevorderden

To Olivia

Wat doet het verlies van een kind met je relatie? Schrijver Roald Dahl en Hollywood-ster Patricia Neal proberen begin jaren zestig in dit netjes afgeronde drama de dood van hun dochtertje te boven te komen.

Als je samen gelukkig bent, kinderen krijgt, carrières voorspoedig verlopen en je huisje in landelijk Engeland rust, regelmaat en geborgenheid biedt, is er weinig aan de hand. De eigenzinnige schrijver Roald Dahl en zijn echtgenote, de destijds wereldberoemde Amerikaanse actrice Patricia Neal, hebben niets te klagen. Maar dan breekt 1962 aan. Hun oudste dochter Olivia overlijdt compleet onverwacht aan de gevolgen van mazelen. Een kind verliezen: veel verschrikkelijker wordt het niet in dit leven. Dahl weet zich geen raad met zijn emoties, zondert zich af en slaat wild om zich heen. Ondertussen moet Neal – het feminisme is in de meeste huishoudens nog geen keihard thema – zorg dragen voor twee jongere kinderen, die óók rouwen om het verlies van een gezinslid.

In dit drama, een verfilming van Stephen Michael Shearers roman An Unquiet Life, worden verschillende stadia van rouw in beeld gebracht, met twee bekende figuren in de hoofdrollen. Beiden doorlopen ze, elk in eigen tempo, de vijf rouwfases, bijna volgens het klassieke rouwmodel van Kübler-Ross: via ontkenning en woede naar onderhandeling, depressie en tot slot aanvaarding. Hoewel emoties hoog oplaaien, heeft de film toch iets keurigs en beschaafds. Zelfs tijdens de donkerste momenten.

Wie bekend is met werk van Roald Dahl ziet hier en daar biografische elementen terug die later beland zijn in zijn zo karakteristieke (jeugd)romans. Maar Dahls eigen, unieke werk blijft oneindig veel spannender dan deze verbeelding van de schrijver als personage. Dat ligt niet per se aan de sympathieke Hugh Bonneville (Downton Abbey, 2010-15) overigens. En ook Keeley Hawes (The Durrels in Corfu, 2016-19) levert prima werk. De casting zelf is in feite een van de sterkere elementen in deze productie. Misschien omdat dit historische drama de echt rauwe randjes lijkt te ontberen – of er nogal snel overheen stapt – blijven het keiharde verdriet en de complexe frictie niet lang hangen.

Hoewel Roald Dahl de Grote Kunstenaar is, zijn interessantere scènes weggelegd voor Patricia Neal, zeker als je er met de blik van nu naar kijkt. Sterk is de scène waarin ze een klootzakkerige Paul Newman aan diens biljarttafel ervan probeert te overtuigen dat zij de juiste keus is als diens tegenspeler in Hud (1963), waar ze later een Oscar voor won. En er zijn meer interessante momenten waarin het tijdsgewricht de traditionele waarden bepalen: Neal moet als moeder en vrouw het gezin rechttrekken, terwijl zij óók kunstenaar is.