Time to Hunt

Smeltkroes van wanhoop

Time to Hunt

Een overval door naïeve dieven mondt uit in een halsstarrige achtervolging door een onverzoenlijke huurmoordenaar in deze Zuid-Koreaanse actiethriller.

“Een smaragdgroene zee, palmbomen, en eeuwige zon.” Taiwan is het baken van hoop, de droom waar ex-gevangene Jun-seok (Lee Je-hoon) zich aan vastklampt nadat hij geconfronteerd wordt met de harde realiteit. Regisseur en scenarist Yoon Sung-hyun schetst in Time to Hunt (Sanyangeui sigan) een dystopisch Zuid-Korea dat is vervallen in wanhoop: massale protesten, vervallen gebouwen, groezelige straten, overal videobewaking. De waarde van de won is in een ernstige economische crisis volledig gedevalueerd, de Amerikaanse dollar regeert, en de jeugd heeft de hoop opgegeven– het doet al met al denken aan de IMF-crisis uit 1997.

Drie jaar geleden pleegde Jun-seok een mislukte roof met zijn vrienden Jang-ho (Ahn Jae-hong) en Ki-hoon (Choi Woo-shik, bekend uit Parasite) waarbij hij de schuld op zich nam. Het geld dat het trio had gestolen is opgegaan in rook door hyperinflatie. Om zijn zonovergoten droom te verwezenlijken willen de vrienden een verborgen goktent overvallen. Jun-seok schakelt de hulp in van goksitemedewerker Sang-soo (Park Jeong-min), die nog een schuld bij hem heeft te vereffenen. De overval verloopt zonder onoverkoombare obstakels, totdat het viertal het doelwit wordt van de meedogenloze huurmoordenaar Han (Park Hae-soo).

Gejaagde manoeuvres, druiperige schotwonden en paniekerige ontsnappingen volgen voor Jang-ho, die geen idee heeft hoe hij met vuurwapens om moet gaan. Time to Hunt omarmt de klassieke elementen van de Koreaanse thriller, vermengd met een vleugje Zuid-Koreaanse sociaal-realisme. Han zal niet stoppen voordat hij het viertal de dood in heeft gejaagd – ook al was zijn opdracht alleen om de gemaakte buit terug te halen. Maar hij blijkt ook een zwak te hebben voor de overlevingsdrift van zijn prooi; hij geeft de dieven herhaaldelijk een nieuwe kans.

Yoon toonde met zijn debuutfilm Bleak Night (2010) dat hij de breekbaarheid van jonge mannen die worstelden in de benauwende Zuid-Koreaanse samenleving feilloos kan weergeven. Tien jaar later neemt hij in Time to Hunt de tijd om de onderlinge verwantschap tussen de vrienden te belichten. Jun-seok en Jang-ho zijn beiden volledig op zichzelf aangewezen, zonder enige familie om op te leunen, alleen in de wereld. Hun onderlinge kwetsbare momenten bieden kort verlichting in de spanning, totdat Yoon in de tweede akte de personages geen ruimte meer geeft om adem te halen.

De kracht van Time to Hunt is de tastbare wanhoop die steeds hoger oploopt, versterkt door de uitstekende geluidseffecten en moderne score van Primary. De film hapert op enkele momenten, zowel door de lengte als enkele oneffenheden in het script die het ritme uit scènes haalt. De onconventionele verlichting en het vlekkeloze camerawerk van nieuwkomer Lim Won-geun geeft volledig de uitzichtloosheid weer die zich nestelt tussen de prooi en de jager. De droom van een nieuw bestaan wordt langzaamaan verbrijzeld.