This Must Be the Place
Bizarro new wave Italo roadmovie nazi-jacht trip
Paolo Sorrentino van Le consequenze dell’amore en Il divo stuurde een uitgerangeerde popster op nazi-jacht door de VS en doet de recensent gelukzalig onder de bank belanden.
Natuurlijk moest Paolo Sorrentino een roadmovie maken. Als een van Europa’s meest oorspronkelijke jonge filmmakers kon de Italiaan dat meest essentiële van alle genres niet overslaan. En natuurlijk werd het een roadmovie die niemand anders had kunnen bedenken.
Sean Penn speelt de uitgerangeerde new wave-muzikant Cheyenne die na een paar zelfmoorden om de inhoud van zijn songteksten de muziek heeft afgezworen. Met zijn vrouw woont hij in een landhuis in Ierland, waar ze de dagen vullen met een balspel in een leegstaand zwembad. Totdat Cheyenne’s joodse familie belt met de mededeling dat zijn vader in New York is overleden. Of hij de jacht op de nazi kan komen voorzetten die zijn vader in Auschwitz heeft gemarteld.
Klinkt belachelijk? Is het ook. Maar zien is geloven en wat is er veel te zien in This Must Be the Place. Sorrentino kan namelijk niets normaal doen. Elk shot, elke sequentie moet een pareltje van filmtechniek zijn. Hij en zijn vaste cameraman Luca Bigazzi zijn dol op de kraan die als verlengstuk van de menselijke arm kan vliegen en zwiepen langs gebouwen en gezichten. Al die gebouwen en gezichten zijn met de grootst mogelijke precisie gekozen en in het juiste decor en licht geplaatst. God schuilt in de details: let bijvoorbeeld op de huid van de nazi aan het eind van de film. Of op de uitstekende soundtrack. Of op de verschijning van Harry Dean Stanton – vaste prik in bizarre roadmovies (Paris, Texas en Wild at Heart) – als uitvinder van het wiel van de rolkoffer.
In het oog van Sorrentino’s wervelstorm staat Sean Penn, helemaal Zen getript door wat dan ook. Penns Cheyenne is geen traditioneel personage meer. Cheyenne is een symbool, een wandelend karkas van vervlogen ideeën en idealen die elke omgeving waar hij binnenstrompelt van een extra lading voorziet. Je moet hem zien bewegen, met rolkar en hangende schouders, je moet hem misschien voelen, maar je moet hem vooral niet te veel interpreteren. Bewondering begint waar begrip ophoudt.
Dat alles culmineert in een scène ergens halverwege de film, een geniale herbewerking van ‘This Must Be the Place’ van de Talking Heads uit Stop Making Sense. Daar deed zanger David Byrne nog een dansje met een staande lamp, nu – vintage Sorrentino-stijl – beweegt alles in een extra dimensie. Het moet hier ergens zijn geweest dat ondergetekende zichzelf gelukzalig onder de bank terugvond. Murw gebeukt door zoveel kijkgenot.