The Stepford Wives

In elk huis een tafellaken met fruitmotief

The Stepford Wives

In de komisch bedoelde remake van The Stepford Wives spelen Nicole Kidman, Glenn Close en Bette Midler verschillende soorten ideale huisvrouwen.

De thriller The Stepford Wives uit 1975 heeft het geschopt tot een gezegde, als in ‘wat een Stepford wife’ voor elke perfecte taartenbakster die zich als behaagzieke echtgenote gedraagt. Pulp, okee, en een feminisme ‘for the millions‘ dat aan actualiteit heeft ingeboet, maar het blijft een prestatie om als modern sprookje in de popcultuur gegrift te raken.

Een prima plan dus om de wat beschamperde reputatie van het origineel af te stoffen om er een cover van te maken voor het huidige tijdsgewricht. Jammer dat regisseur Frank Oz en schrijver Paul Rudnick, die eerder samenwerkten in de irritant tuttige homokomedie In & Out, op zo’n frustrerende manier de plank misslaan.

Dat ze een satirische thriller omwerken tot een satirische komedie is op zich geen slechte keus. Want wat moet je nu nog met het gegeven dat mannelijke onderdrukking uitmondt in de vervanging van vrouwen door gewillige robots? De oorspronkelijke alarmfunctie is verdwenen, daar is het scenario net wat te potsierlijk voor. Dan maar lachen.

Fitnessklasje
De vervelende misvatting is dat het omwerken tot een komedie betekent dat je het materiaal niet serieus hoeft te nemen. Juist de bewezen slagkracht van het origineel maakt het bij uitstek geschikt om er op gevatte manier op voort te borduren — door de stof opnieuw relevant te maken bijvoorbeeld. Maar The Stepford Wives 2004 doet aan alsof het script uit 1975 luid kakelend wordt voorgedragen door een melig Songfestivalclubje dat zich tot leesgroep heeft omgevormd.

Dat resulteert in talloze voorbeelden van Slecht Doordacht. Waarom zouden deze sullige mannen vrouwenrobots bouwen die huizen herdecoreren met kamerbrede rollen tafellaken-met-fruitmotief? Vinden die mannen dat ook leuk? En waarom moeten strakgetrokken robots eigenlijk naar een fitnessklasje? En hoe zit dat überhaupt met die technologie — we zien niet veel meer dan dat de vrouwen afdalen in een van Top Pop-rook doortrokken kelder waaruit ze uiteindelijk als hun hi-tech evenbeeld tevoorschijn komen. Aha.

Van satire blijft op die manier niks over. Satire floreert door onderwerpen te onderzoeken waarover een samenleving nog volop in discussie is, en daarbij de — liefst nog wat wijfelende — aangesproken groep in hun wereldbeeld te bevestigen. Rudnick komt echter niet verder dan ‘mens zijn in al je gebreken: goed’ en ‘de hele dag koken en schoonmaken voor je man: fout’. Daar twijfelen ook Margriet-lezeressen al twintig jaar niet meer aan.

Misschien is het een recensietechnische faux pas een film te beoordelen op wat hij niet is, maar The Stepford Wives schreeuwt erom. Hoeveel scherper was hij geweest als hij het oorspronkelijke gevoel van urgentie en onrust had bewaard en de satirische pijlen had gericht op subtielere, minder platgetreden en meer hedendaagse fenomenen? ‘The Stepford gays’, over een jonge homo die zich afvraagt waarom alle homo’s in de Reguliersdwarsstraat zich exact hetzelfde kleden. ‘The Stepford studentes Communicatiewetenschap’, waarin een verontruste eerstejaars tot de ontdekking komt dat al haar vriendinnetjes zich dwangmatig gedragen of ze Sex & the City leven. The Stepford Wives gaat niet over feminisme, dat is slechts een oppervlaktekenmerk van toen, maar over een aan het fascistoïde grenzend conformisme, en dat hebben de makers over het hoofd gezien.