The Most Beautiful Boy in the World

De vloek van perfecte schoonheid

The Most Beautiful Boy in the World

De Zweedse documentaire The Most Beautiful Boy in the World draait om het tragische levensverhaal van Björn Andrésen, die op jonge leeftijd wereldberoemd werd door zijn rol in Death in Venice.

“Het was een levende nachtmerrie.” Het lijken woorden van iemand die net is gevlucht uit oorlogsgebied, maar ze komen toch echt uit de mond van acteur en voormalig kindster Björn Andrésen. De Zweed werd begin jaren zeventig in één klap wereldberoemd toen regisseur Luchino Visconti hem castte als de begeerlijke ‘engel des doods’ Tadzio in Death in Venice.

Visconti vloog jarenlang de wereld over om zijn ideale Tadzio te vinden, maar werd pas echt betoverd toen hij de vijftienjarige Andrésen zag. Hoewel het klinkt als een droom voor elke jonge acteur, heeft de casting – en de rol van Visconti daarin – met de kennis van nu een wrange bijsmaak. In audities zien we een enorm verlegen jongen, die zich onder het almachtige oog van de regisseur (gedeeltelijk) moest uitkleden. Het zijn scènes die post-#MeToo iets naargeestigs krijgen.

In de hartverscheurende documentaire leren we ook dat Visconti een tamelijk dubieuze rol speelde in het verdere carrièreverloop van zijn muze. Bij de première van Death in Venice doopte hij Andrésen om tot “de mooiste jongen ter wereld”, om een paar maanden later te beweren dat hij “nu al niet meer zo mooi” was.

Door die woorden van Visconti nam de hype rondom Andrésen echter wel extreme vormen aan. De tiener werd dagelijks belaagd door de roddelpers en groeide uit tot een wereldwijd lustobject; hij werd een van de eerste westerse popidolen in Azië. In die hoedanigheid inspireerde hij talloze Japanse manga-tekenaars tot een nieuw soort personage: de jonge man met ‘vrouwelijke trekjes’.

Hoewel Andrésen daarmee vele zielen inspireerde, kreeg zijn eigen leven een steeds tragischer karakter. Hij wilde zelf voortdurend iemand anders zijn; iemand die níet gebukt ging onder het predikaat van ‘de perfecte schoonheid’. Ten tijde van Death in Venice was hij immers al een getraumatiseerd kind dat niet klaar was voor de wereldfaam: zijn ouders waren afwezig en zijn oma duwde hem net iets te gretig in de spotlights.

Het maakt hem (ongewild) tot een gedroomde hoofdpersoon voor een documentaire. Het Zweedse regisseursduo Kristina Lindström en Kristian Petri filmde Andrésen gedurende vijf jaar en duiken daarbij ook diep in zijn tragische familieverleden. We leren Andrésen – inmiddels een zestiger met imponerend grijs haar en dito baard – kennen als een gemankeerde reiziger, voorgoed getekend door zijn voorgeschiedenis. Acteren doet Andrésen nog steeds, recentelijk nog als dorpsoudste in de horrorfilm Midsommar (Ari Aster, 2019). Toch gun je hem na het zien van de documentaire nog maar één ding: een sereen leven buiten die verdomde spotlights.