The Monk and the Gun
Schieten of stemmen

The Monk and the Gun
In het Bhutan van 2006 worden oefenverkiezingen gehouden ter voorbereiding op de overgang naar een democratisch bestuur. Een charmante geschiedenis, die de achtergrond vormt van een vermakelijke klucht.
De toneelwet van Tsjechov stelt dat als er in de eerste akte een pistool geïntroduceerd wordt, er in de derde akte een schot gelost moet worden. Dus wanneer een nukkige monnik zijn ondergeschikte ergens vroeg in The Monk and the Gun opdraagt een geweer te gaan zoeken, weet je genoeg: een tijdbom is gaan tikken.
The Monk and the Gun brengt ons naar het Bhutan van 2006. De koning heeft aangekondigd afstand te doen van de absolute macht. Het kleine Himalayastaatje zal tot een parlementaire democratie worden omgevormd. Omdat de bevolking daar geen ervaring mee heeft, worden er oefenverkiezingen georganiseerd.
Die charmante geschiedenis vormt de achtergrond van een charmante film. Regisseur Pawo Choyning Dorji bewees met Lunana, a Yak in the Classroom (2022) – de eerste productie in de Bhutanese filmgeschiedenis die genomineerd werd voor de Oscars – al oog te hebben voor warme verhalen. Ook The Monk and the Gun maakte hij duidelijk met een internationaal publiek in gedachten; hij benadrukt de elementen die vanuit een westerse bril eigenaardig zijn. Maar nergens vervalt hij in plaatsvervangend exotisme en hij houdt zich ver van clichés over bruto nationaal geluk.
En dan is er dus dat geweer. Niet zomaar een vuurwapen, maar een antiek museumstuk uit de Amerikaanse Burgeroorlog dat in Bhutan terecht is gekomen. De Amerikaanse antiekjager Ronald (Harry Einhorn) is naar de Himalaya afgereisd om het wapen in bezit te krijgen. Eenmaal daar aangekomen blijkt dat een monnik hem voor is geweest – wat die in vredesnaam met een vuurwapen van plan is blijft onduidelijk, maar dat deze geestelijke de democratische vernieuwingen in zijn land met argwaan beziet, belooft niet veel goeds.
Een vermakelijke komedie van misverstanden volgt, waarbij Ronald met westerse logica (lees: veel geld) het wapen probeert over te kopen. Het geweer overstijgt zo de rol van MacGuffin en wordt symbool van plagerige cultuurkritiek. “In hun versie van de soetra’s staat in het tweede vers dat iedere inwoner het recht op een vuurwapen heeft”, probeert Ronalds gids Benji (Tandin Sonam) de Amerikaanse wapenliefde aan de stuurse monniken uit te leggen. Onderwijl raakt het geweer alleen maar verder buiten bereik en wordt de ontreddering op het gezicht van Ronald steeds groter. Wanneer ook de politie betrokken raakt, is de klucht compleet.
Dat het slot, met Tsjechov in gedachten, de verwachtingen die tegen die tijd geschapen zijn niet helemaal inlost, is een klein smetje. Maar het past ook wel weer in een film die leert dat relativeringsvermogen uiteindelijk het grootste goed is.